Leve de ouderwetse impulsaankoop!

Moeten we altijd willen weten wat iets werkelijk kost? Ebele Wybenga heeft daar z'n twijfels over.

Heb je enig idee wat een wollen trui werkelijk waard is? Op het station in Rotterdam is een kledingwinkel die de werkelijke kosten van alle koopwaar keurig voor je uitsplitst. ‘OPEN OVER ONZE PRIJZEN’ staat er op het labeltje.

In het geval van een lichtgrijze V-hals van kasjmier staat er het volgende: Dutch design 1,50 €, Premium materiaal 30 €, Europese productie 11,19 €, CO2 neutraal transport 1,50 €, BTW 15,62 €, Kostprijs product 59,81 €, Verkoopprijs 89,95 €. Het is alsof de spreadsheet van de productiemanager in z’n geheel op het prijskaartje beland is. 

Radicale transparantie! Om duidelijk te maken dat de winst van 30,14 € niet onredelijk is, staat er fijntjes bij vermeld dat een trui als deze bij een ‘traditionele retailer’ 189,99 € zou kosten. ‘Bellamy’ heet deze door twee Nederlandse vrouwen opgerichte winkel.

Er hangen mannen-, vrouwen- en kinderkleren, nette basics in effen kleuren en natuurlijke materialen. Het prijsniveau zit boven H&M maar onder dat van bekende grote merken. De verkoopster vertelt dat voorbijgangers positief reageren op het concept, maar weinig tijd hebben om bij de hele productieketen van een T-shirt stil te staan omdat ze hun trein moeten halen. 

Dit model wrijft je als consument in hoe argeloos je gewoonlijk bent in je aankopen. Meestal heb je geen idee hoeveel je ergens te veel voor betaalt, maar hier wordt de (bescheiden) winstmarge gewoon open en bloot aan je medegedeeld.

De vraag is natuurlijk: wil ik dit wel weten? Zulke transparantie, of het nu gaat om de aankoop van een nieuw matras of een donatie aan een goed doel, is in principe te prijzen. Maar hoe is de praktijk? Wie heeft zin om werkelijk een studie te maken van de transport- en materiaalkosten en hoe weet je of de cijfers die er staan wel ergens op slaan? 

De winkel wint met zulke goudeerlijke doorzichtigheid natuurlijk al snel je sympathie. Maar door zo’n label sla je aan het nadenken over allerlei bijzaken die een ouderwetse impulsaankoop in de weg staan.

Als ik een fles wijn bestel in de horeca zou ik absoluut niet op m’n bonnetje willen terugzien hoe vaak ‘ie over de kop is gegaan. Meestal blijf ik liever in het ongewisse over de werkelijke prijs.

Deze column staat in Adformatie 14 (23 september 2016)

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie