Hoe onze nieuwsgierigheid het wint van algoritmen

We zijn geen speelbal van techreuzen, daar hebben we onze eigenwijsheid voor.

123rf, Michaeljay Foto

Internetgebruikers zouden een weerloze speelbal zijn van techreuzen als Google, Facebook en Twitter. Die zouden grote invloed hebben op ons wereldbeeld en het ontstaan van polarisatie. Dit blijkt een karikatuur van de werkelijkheid. We worden makkelijk verleid tot gewoontegedrag, maar laten ons niet massaal bedotten door nepnieuws of opsluiten in filterbubbels en echokamers. Nieuwsgierigheid en eigenwijsheid zijn sterker dan gedacht.

Het schrikbeeld van deze tijd, althans naar Westerse maatstaven, is de vermeende almacht van algoritmen die ons denken en doen bepalen aan de hand van enorme datasets. Google, Facebook, Spotify, Bol en andere techreuzen leiden ons dagelijks linea recta naar gepersonaliseerde nieuwsfeeds, de nummers ‘waar vrienden naar luisteren’ of het boek ‘dat anderen ook lezen.’

Het is handig en irritant tegelijk. Natuurlijk, als we online zijn, willen we efficiënt bewegen door de mêlee aan informatie en koopwaar. Dat we hiervoor betalen met onze persoonlijke data en een stukje privacy inleveren, dat weten we. Tegelijkertijd voelt het ongemakkelijk. Niemand wil het gevoel krijgen dat-ie bespied, laat staan gemanipuleerd wordt.

Hoe algoritmen onze gedragspatronen precies omzetten in hapklare content weet niemand. Een ding is wel duidelijk: ze maken slim gebruik van een stokoud analoog psychologisch verschijnsel: de basale, menselijke behoefte om ons te omringen met gelijkgestemden - liefst vrienden en bekenden met een soortgelijke achtergrond en levensvisie. Oudere jongeren kennen dit als verzuiling.

Verwant hieraan is de sterke neiging om onze waarnemingen van betekenis te voorzien en in ons geheugen op te slaan op een manier die keurig aansluit bij wat we al vinden - door psychologen confirmation bias genoemd. We zien eigen ideeën graag bevestigd.

Dat ons brein niet houdt van tegenstrijdigheden in denken en doen, toonde Festinger al aan in zijn cognitieve dissonantietheorie uit 1957(!).

Goed beschouwd doen algoritmen één ding heel goed: ze activeren en stimuleren deze ingesleten routines van de psyche. Ze weerspiegelen onze cognitieve voorkeuren en het gewoontegedrag dat hieruit voortvloeit.

Tegelijkertijd gebeurt er nog iets in ons surfend brein: de overvloed aan informatie, aangereikt via ontelbare kanalen, prikkelt een andere fundamentele menselijke eigenschap: nieuwsgierigheid. Onbekendheid lonkt en is onweerstaanbaar. Met een paar klikken of swipes komen we moeiteloos op plekken waar we in de analoge wereld niet zo snel verzeild raken.

Ik kan het iedereen aanraden: vergelijk de tweets van @wierdduk vandaag nog met die van @erikvmuiswinkel. Of @jesseklaver met @thierrybaudet. Bezoek eens de site van Vrij Links (‘’omdat linkse waarden ondervertegenwoordigd zijn in het maatschappelijke domein’’) en zet die af tegen Geen Stijl (‘’tendentieus, ongefundeerd & nodeloos kwetsend’’). Wie zijn eigen overtuiging kan loslaten, herkent de schoonheid van verschillen.

Volkskrant-journalisten Niels Waarlo en Laurens Verhagen schrijven in dit voortreffelijke artikel over recente internationale studies, die aantonen dat we ons niet massaal laten bedotten door nepnieuws en niet laten opsluiten in filterbubbels en echokamers. Plekken waar alleen het eigen gelijk weerklinkt en tegengeluid nauwelijks te horen is, met wederzijds onbegrip en polarisatie tot gevolg. Het bewijs hiervoor blijkt flinterdun.

Ik durf de stelling wel aan dat de combinatie van nieuwsgierigheid en alom beschikbare informatie de beste remedie is tegen online manipulatie. De politici en marketeers van nu weten dat kiezers en kopers zich veel moeilijker voor hun karretje laten spannen dan 20, 30 jaar geleden. Toen we gewoontegetrouw onze favoriete lijsttrekker volgden naar het ‘juiste’ vakje op het stembiljet en we V&D op zaterdag beter konden mijden, wegens grote drukte. Das war einmal.

Is er dan geen reden tot zorg? Toch wel. Niemand weet precies hoe algoritmen onze clicks, likes en surfgedrag vertalen in gepersonaliseerde content. De vraag is of die transparantie er überhaupt ooit gaat komen. Ethici en juristen stellen niet voor niets dat morele kaders en spelregels onvoldoende meebewegen met het tempo van de digitalisering.

Er is dus werk aan de winkel, want de invloed van algoritmen op publieke beeldvorming is nu weliswaar nog beperkt, dat biedt geen enkele garantie voor de toekomst. Maar het is een geruststellende gedachte dat we ons als nieuwsgierige internetgebruiker niet zomaar als een mak lammetje laten leiden in de richting die ons door de techreuzen wordt gewezen, als we dat niet willen. Gelukkig maar.

Marco Doeser is zelfstandig communicatieadviseur, mediator en trainer-coach.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie