Interview Kees Klomp: ‘Je kunt de wereld niet verbeteren’

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

De weg naar het geld had Kees Klomp als succesvol marketeer al gevonden. Hij werkte onder meer als research director bij FHV/BBDO, general manager bij EMI Music Netherlands en strategy director bij Brand Experience Company\TBWA, en had een eigen bedrijf – Beyond the Line - binnen Young & Rubicam. Maar dat hem dat gelukkig maakte, nou nee. Dat vond hij pas toen hij zijn boeddhistische levensovertuiging in zijn werk integreerde, en zijn bedrijf Karmanomics begon. Ik sprak met Kees over zijn drijfveren, merken, MVO, business spiritualiteit en een nieuwe verlichting die aanstaande is. Een verhelderend gesprek waarin ook ik een beetje wakker werd.

Verbonden met de wereld
Na onze kennismaking in het Blauwe Theehuis vervolgen we ons gesprek al wandelend door het Amsterdamse Vondelpark. Ik ben erg benieuwd naar de drijfveren van ; een boeddhist in business kom je nu eenmaal niet elke dag tegen. “Ik ben al zolang ik me kan herinneren een geëngageerd mens. Als ik met mijn ouders en zus aan tafel zat en we het wel en wee in de wereld bespraken, was ik steevast degene die zich druk maakte over het feit dat er in Afrika kinderen doodgingen. Ik voelde me toen al heel sterk verbonden met andere mensen en hun lijden. Ik was en ben extreem gevoelig voor onrecht. Of het nu gaat over mensen, dieren, of de natuur, ik wil verantwoordelijkheid voor hun welzijn nemen. Een van de belangrijkste dingen die ik heb geleerd van het boeddhisme is dat verbondenheid geen keuze maar de norm is. Mijn kijk op dingen veranderde totaal door een lezing van waarin hij deze verbondenheid verwoordde. Hij hield een bloem omhoog en vroeg de aanwezigen: wat zie je? Een bloem. Dat is duidelijk. Weet je het zeker vroeg Thich Nhat Hanh? Ben je het met me eens dat een bloem nooit had kunnen ontstaan zonder een zaadje? En dat er aarde nodig is geweest om het zaadje te laten ontkiemen, en water om de aarde te bevochtigen? En waar komt dat water vandaan denk je? Kortom: er is helemaal geen bloem, maar een uniek samenwerkingsverbond van alles in het universum. Het is een feit dat alles en iedereen altijd met elkaar verbonden is en dat alles afhankelijk van elkaar is. En als je weet dat dit zo is, dan weet je ook dat alles wat je doet van invloed is op het groter geheel. Ik vind het belangrijk daar op een positieve, constructieve wijze invulling aan te geven: zowel persoonlijk als professioneel. Als marketeer weet ik hoe je producten en merken moet verkopen. Ik gebruik die kennis nu om mensen voor de positieve, constructieve optie te laten kiezen. Want het is goed en belangrijk om te beseffen dat er altijd een keuze is tussen positief of negatief, constructief of destructief, lijden of geluk. Het zijn twee uiteinden van hetzelfde continuüm. Het is geen statisch geheel; het is een ontwikkeling. Het negatieve speelt een belangrijke rol. In het boeddhisme zeggen ze hierover: “No mud, No lotus”. De lotusbloem is het symbool voor verlichting en geluk. De bloem kan alleen groeien in de smerigste modder. De modder – symbool voor het lijden, het negatieve - is dus een noodzakelijk onderdeel. Heeft geeft de bloem een voedingsbodem en een mogelijkheid uit te groeien tot de lekkerst geurende en mooist bloeiende bloem die er is. Voor mij vertegenwoordigt dit groeipad de zin van het leven. Ik probeer gewoon zoveel mogelijk lijden en negativiteit om te zetten in iets constructiefs en positiefs. Voor mij is Karmanomics daarom geen bedrijf maar beoefening. Ik heb privé beoefening en ik heb professionele beoefening. Maar het is allemaal beoefening en het heeft allemaal hetzelfde doel: een zo positief mogelijk leven leiden.”

Juist handelen
“Ik word wel eens bestempeld als wereldverbeteraar, maar ik heb niets met het begrip wereldverbetering. Je kunt de wereld niet verbeteren, dat is een illusie. De wereld is ver weg en afstandelijk. Waar ik wel in geloof is in de verandering van mensen. Ieder mens heeft het vermogen zich te verplaatsen in het lijden van een ander, dat noemen we empathie; en ieder mens kan leren daar op een positieve, constructieve naar te handelen, wat we compassie noemen. Neem bijvoorbeeld die dakloze daar.” Kees wijst naar een zwerver die stil voor zich uit zit te staren op een bankje.”Je moet niet de illusie hebben het daklozenprobleem op te lossen, maar je kunt er wel degelijk een verschil maken voor de mens die daar zit. Dat begint met je voor te stellen dat jij in zijn situatie verkeert. Hoe zou jij behandeld willen worden? Het antwoord op die vraag is juist handelen. Je moet grote maatschappelijke problemen zo klein, dichtbij en menselijk mogelijk maken. Als je de zaken terugbrengt naar het intermenselijke of interwezenlijke is elk probleem oplosbaar.”

Er is veel negativiteit
Op , de site van het bedrijf van Kees Klomp – staat de pay-off: ‘the value of virtues’. Ik vraag Kees wat hij als zijn eigen deugden beschouwt. “Ik denk dat mededogen mijn grootste deugd is: ik herken lijden en erken dat het mijn verantwoordelijkheid is dit zoveel mogelijk te beëindigen. Naast mededogen is naïviteit mijn belangrijkste kwaliteit. Veel mensen denken bij het woord naïviteit niet meteen aan een kwaliteit. De term heeft een negatieve connotatie. Dit is wat mij betreft onterecht. Naïviteit is de motor van constructief denken en doen, en van creativiteit. Het is een scheppende kracht. Wie naïef is, ziet geen probleem als onoverkomelijk en/of onoplosbaar. Naïviteit zorgt voor de erkenning dat bij elke bedreiging en net zo grote kans hoort.”

MVO is een gemankeerd begrip
Kees Klomp wordt nog wel eens geafficheerd als iemand die expliciet in de MVO-hoek zit. Maar daar denkt hij zelf iets anders over. “Ik vind MVO een gemankeerd begrip. Ik vind het onderscheid tussen maatschappelijk verantwoord en niet-verantwoord namelijk overbodig. Er is namelijk helemaal geen écht onderscheid of keuze. Verantwoordelijkheid is de norm. Aangezien alles met elkaar verbonden is, is alles van invloed op elkaar. Alles wat je doet sorteert effect. Je hebt helemaal geen verantwoordelijkheid te nemen. Je bent slechts aansprakelijk. Ik heb het daarom liever over maatschappelijk verbonden ondernemen of persoonlijk aansprakelijk ondernemen. De kunst is niet om een soort van geïsoleerde maatschappelijke ‘bubble’ van geëngageerde gelijkgestemden te creëren. Dat is makkelijk. De kunst is om de onwetendheid weg te nemen bij niet-geëngageerde ondernemers en managers. Daar zit de primaire urgentie. In het zenboeddhisme heb je tien fases van spirituele ontwikkeling. De laatste fase heet ‘return to the marketplace’. Wijsheid manifesteer je midden in de maatschappij. Geen geïsoleerd gedoe. Het draait allemaal om bewustzijn en realiteitszin. Ik ben daarom eerst en vooral realist. Voor mij is de definitie van boeddhisme: realisme. Als je alle illusie weghaalt, dan blijft de keiharde, snoeiharde werkelijkheid over en alleen die is relevant. Met andere woorden: het gaat mij niet om ja of nee het labeltje MVO, maar om ja of nee werkelijk, wezenlijk handelen.”

Alleen constructieve merken zullen overleven
Kees vervolgt: “Als we het dan toch over het maken van een onderscheid hebben. Ik vind het onderscheid tussen ‘doen’ en ‘zijn’ wel relevant. Er zit een wereld van verschil tussen geëngageerd zijn en geëngageerd doen. Mensen die geëngageerd zijn doen er automatisch alles aan om hun professionele leven zo constructief en positief mogelijk in te vullen. Hun meedogende gedrag – doen - komt voort uit een meedogende geest. Ze herkennen en erkennen lijden en willen deze beëindigen. Dat maakt het gedrag heel intensief en authentiek. Het is een diepe, diepe drijfveer. Ook op het niveau van bedrijven. Mensen en bedrijven die alleen geëngageerd doen, maar de verbondenheid niet écht erkennen en voelen, zijn gevoelig voor ‘greenwashing’. Die doen ‘ook’ of ‘een beetje’ aan MVO. Allemaal veel meer oppervlakkig en opportunistisch.”

We staan aan het begin van een tweede verlichting
“Ik heb een hypothese. Hiervoor moeten we terug naar de middeleeuwen. In die tijd was er een systeem dat draaide om het gegeven dat de aarde plat was en werd geregeerd door de wil van God. Toen kwam de Renaissance die niet voor niets ook wel de Verlichting wordt genoemd. Wat de Renaissance kenmerkte, was dat het nieuwe denken – vertegenwoordigt door mensen als Rousseau en Voltaire – op geen enkele wijze paste in het bestaande, Middeleeuwse systeem. Het was zó radicaal anders dat het systeem moest breken. Geen evolutie maar revolutie. Of anders gezegd: er was geen sprake meer van innovatie - verandering binnen het huidige paradigma - maar van incarnatie: de geboorte van een nieuw paradigma. Er was een totaal nieuw systeem nodig om de nieuwe ideeën te grondvesten. Mijn hypothese is dat we opnieuw voor zo’n moment staan. Daarbij heeft het woord verlichting opnieuw een prachtige symbolische lading. In de Renaissance ging het licht aan na eeuwen lang middeleeuws duister; nu geldt datzelfde voor een periode van ongebreideld turbokapitalisme. De vrije markteconomie heeft ons rijker gemaakt, maar niet gelukkiger. Nu komen we tot de pijnlijke conclusie dat geluk toch echt het enige is wat telt, en moet er een systeem komen dat daar recht aan doet. Dat vereist dat het bestaande systeem waarin het draait om de prijs der dingen – je bent wat je bezit - op z’n kop gaat en plaats maakt voor een systeem waarin het draait om de werkelijke, wezenlijke waarde der dingen: je bent wat je betekent. Ik noem dat nieuwe systeem daarom de betekeniseconomie.”

Van meten naar weten
“Die betekeniseconomie draait om onmetelijkheid. Als ik jou vraag om de liefde die je voelt voor je ouders uit te drukken in een cijfer, dan kijk je me heel raar aan. En terecht. Dat kan helemaal niet. En toch weet je donders goed hoeveel je van iemand houdt. De overgang naar de betekeniseconomie kenmerkt zich volgens mij daarom ook door de transitie van een metensysteem naar een wetensysteem. Alle écht waardevolle zaken – liefde, geluk - in het leven kunnen we juist niet meten.”

Shared colaboration & shared consumption
“De gevolgen van dit nieuwe paradigma zullen enorm zijn. Als het niet meer gaat om bezitten maar betekenen, gaan productie en consumptie in een totaal nieuw daglicht komen te staan. Die zijn niet langer doel maar middel. De eerste contouren zijn al zichtbaar. Initiatieven als en draaien om wat ‘collaborative production & consumption’ wordt genoemd. De nadruk ligt zeer expliciet op delen in plaats van bezitten. Er zijn zelfs groepen jonge mensen die helemaal niets meer proberen te kopen. Deze mensen noemen zichzelf minimalisten. Hun levensstijl is gebaseerd op het gedachtegoed van het mijns inziens zeer belangrijke boek . Ze richten kleine leefgemeenschappen op met bewoners met complementaire, ambachtelijke kwaliteiten – iedereen kan iets anders - en wekken zelf hun stroom op en verbouwen hun eigen groente. Ze gaan – bewust – terug naar de basis van onze voorouders. Ze bezitten niks, maar betekenen alles voor elkaar. Ik vind dat een zeer belangwekkende ontwikkeling. Ik denk oprecht dat dit de blauwdruk voor wonen en werken van de toekomst is.”

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie