Dogmatische Milieudefensie remt de ontwikkeling van duurzaamheid

Milieudefensie wil het aanbod van duurzame producten in de supermarkt stimuleren. Door de dogmatische wijze waarop zij dat doen, bereikt men echter het tegendeel.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Jaarlijks telt Milieudefensie het aantal duurzame producten in het assortiment van supermarkten. De supermarkt met de meeste duurzame producten krijgt een prijs. Dit doen ze om “de verbreding van het assortiment duurzame producten in de supermarkt te stimuleren”. Tot zo ver alles prima.

Maar hoe gaat Milieudefensie te werk? Ze tellen producten met specifieke duurzaamheidslabels. Alleen producten met een Max Havelaar / fairtrade-logo en producten met een EKO-keurmerk zijn voor Milieudefensie goed genoeg. Producten met bijvoorbeeld een label van Utz Certified, Rainforest Alliance, MSC of Beter Leven gaan niet mee in de telling. Ook concepten als ‘scharrel’, Erkend Streekproduct, of merken als Willem & Drees met groenten en fruit uit de buurt en Gijs met ambachtelijke regioproducten zijn voor Milieudefensie niet goed genoeg om meegeteld te worden. Merken (vaak de hele grote) met een eigen duurzaamheidsaanpak evenmin.

Milieudefensie telde dit jaar gemiddeld per supermarkt 116 biologische producten en 28 FairTrade producten. Ze rekent voor dat het aanbod het afgelopen jaar significant gegroeid is en kopt boven haar . Terwijl we het hier hebben over nog geen half procent van het totaal aantal producten in de supermarkt. Als je de wereld wilt veranderen, mag je met stijgingen van 30 tot 40% in zo’n geweldig kleine niche natuurlijk niet bepaald tevreden zijn. Daar komt nog bij dat op zowel FairTrade als biologisch nog wel het een en ander is af te dingen als het gaat om hun duurzame impact. Toch houdt Milieudefensie het tellen van duurzame producten op de manier zoals ze dat doen al veertien jaar vol.

Waarom doet Milieudefensie dat? Waarom tellen ze alleen FairTrade en biologisch? Daar is deels een praktische verklaring voor: als je elk jaar hetzelfde telt, zijn de cijfers vergelijkbaar en kun je dus een ontwikkeling meten. Maar dat is schijn, omdat duurzaamheid in andere richtingen niet meegeteld wordt. Dat moeten zij zelf ook zien. Dus: waarom blijft Milieudefensie hangen op die twee systemen? Mijn verklaring is: Milieudefensie is een dogmatische club. Ik heb het nog even opgezocht, en ‘dogmatisch’ betekent inderdaad dat ik bedoel: het hebben van onbuigzame geloofsovertuigingen zonder open te staan voor rationele argumenten.

Milieudefensie is echt niet te enige die één bepaalde aanpak van duurzaamheid verabsoluteert als de enige echte weg. Dogmatiek komt in meer of mindere mate veel voor in het MVO- en duurzaamheidswereldje. En daar is een verklaring voor.

Er zijn drie mechanismen die samen leiden tot dogmatiek. De eerste is een universeel menselijke neiging om consistent te zijn: hebben we ons eenmaal ergens aan gecommitteerd, dan wordt het moeilijker en moeilijker dit los te laten. Hierdoor verlies je aan openheid voor nieuwe inzichten, maar je krijgt er ook wat voor terug: focus en energie om aan te tonen beter te zijn en beter te blijven dan anderen die een andere aanpak hebben. Het gevoel van competitie stuwt innovatie. Prima dus.

Maar dan, dan speelt er nog een volgend mechanisme mee. En dat is dat de richting van denken wordt gevangen in een set van regels. Het betreft dan een dichtgetimmerd systeem waar men zich aan te houden heeft. Hierdoor ontstaat uniformiteit wat de dupliceerbaarheid sterk vergroot en objectiviteit waardoor de praktijk getoetst kan worden om gesjoemel tegen te gaan. Deelnemers worden controleert of ze zich aan de voorschriften houden. Vernieuwingen of verbeteringen worden van hen niet verwacht, . Het gaat er dan niet meer om of het duurzaam is, maar of het voldoet aan de regels.

Echt dogmatisch wordt het tenslotte als er nog een mechanisme bij komt; en dat is als de eigen aanpak moreel verheven wordt boven die van anderen. Wat er dan gebeurt is dat in de strijd er niet meer op de bal, wordt. Voor de dogmaticus heeft de andere zienswijze eigenlijk geen recht om er te zijn. En dat is letterlijk wat er met Milieudefensie gebeurt: alles dat niet FairTrade of niet biologisch is telt -letterlijk en figuurlijk- niet mee: het bestaat gewoon niet voor ze.

Ik wind mij hierover op omdat het de ontwikkeling van duurzaamheid afremt. Want juist het bestaan van verschillende, strijdige aanpakken van duurzaamheid stuwen innovatie en dus de vooruitgang. Ngo’s die duurzaamheid willen stimuleren zouden òf zich expliciet moeten uitspreken voor een specifieke duurzaamheidsrichting, maar dan zonder dat te , of àlle insteken van duurzaamheid aanmoedigen.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie