Misbaar maken over foute beloningen vergt eerst een redelijke maatstaf voor iedereen

‘Niet uit te leggen!’ roepen Kamerleden. Maar alleen omdat ze zich willen profileren als de partij die giftige kinnesinne uit de samenleving ruimhartig wil waarderen.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

‘Wat zíjn we toch bevoorrecht, wij van de media. Mogen we niet alleen die ‘bankiers’ van ABN Amro de grond in stampen, maar tegelijkertijd minister Dijsselbloem eens flink als draaikont wegzetten. Simultaan nog wel! En als bonus (let op ons woordgebruik, haha!) krijgen we ook nog eens de kans om de communicatiestoornis tussen De Nederlandse Bank en het ministerie van Financiën te hekelen. Zolang Nederland zulke zakkenvullers, opportunisten en bureaucratische beunhazen blijft voortbrengen, zitten wij gelukkig niet zonder kopij!’.

Tja, dit lijkt wel zo’n beetje de gedachtengang van de modale mediamaker te zijn. ‘O, hebben wij mediamakers géén gelijk dan? Er wás toch massale verontwaardiging? En die rol van Dijsselbloem, moeten we dat nou echt nog uitleggen?’. Dus ja hoor, al die nobele commentatoren en columnvullers hebben natuurlijk het grootste gelijk van de onderbuik.

• Kamerbesluit zomaar intrekken?

Maar is het nog wél toegestaan een klein aandachtspuntje naar voren te brengen? De Tweede Kamer was toch akkoord gegaan met dat nieuwe beloningssysteem van de staatsbank? Sinds wanneer denkt een Kamermeerderheid een eenmaal genomen besluit op elk willekeurig moment weer te kunnen terugdraaien? Bij hoeveel gemeten decibel van de ‘onderbuikers’ is dat dan geoorloofd? Die drempel zouden velen toch graag even in een wet zien vastgelegd. Dan kun je je daar als werkgever tenminste op instellen…

O, de tíming was verkeerd? Dus foute timing van een onderneming is een criterium om ijlings een politiek meerderheidsbesluit terug te draaien, of althans te doen alsof en alvast maar represailles te nemen?

• ‘Dat is toch niet meer uit te leggen!’

‘Maar je snapt toch wel dat die ton salarisverhoging gewoon niet is uit te leggen?’ Nou dat kan moeiteloos zakelijk en juridisch worden uitgelegd, hoor. Maar wanneer is iets in politieke zin ‘niet uit te leggen’? Als een Kamerlid onvoldoende hersens heeft om een zelfgenomen besluit toe te lichten? Of als hij onvoldoende ruggengraat heeft om voor zijn eerdere toestemming te staan?

Of bedoelt hij met ‘niet uit te leggen’ dat hij zijn partij wil profileren als degene die giftige kinnesinne uit de samenleving ruimhartig wil waarderen?

Ja, dat ‘niet uit te leggen’ lijkt me wel een bruikbaar criterium om als politiek haastig de continuïteit van beleidsvorming en de betrouwbaarheid van de overheid voor de beleidssubjecten overboord te mieteren zodra gehuil opstijgt.

• Bepaal nou eerst eens wat de norm moet zijn

Wordt het nu niet eens tijd om allereerst eens te bepalen hoe de beloningsverhoudingen idealiter zouden moeten zijn? Mag de hoogstbetaalde in een organisatie (bank, woningcorporatie, omroep, telecomprovider, minister) nou 5 keer, of misschien wel 50 keer zoveel verdienen als de laagstbetaalde? En waarom dan? Verschil in verantwoordelijkheden?

Dus zelfs los van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Of nog ongeacht vermeend risico van wegkopen door - of weglopen naar - het buitenland van schaars talent.

Dan zal ik niet zo flauw zijn om te beginnen over getatoo-eerde gastjes van 21 jaar, die al miljonair zijn omdat ze zo aardig tegen een bal - een zak lucht dus - kunnen trappen. Noch over John de Mol. Okay?

• Prik dat sprookje van ‘wegkopen’ dan ook eens door

Maar prik dan wel meteen dat sprookje door, dat toptalent in Nederland wordt weggekocht als het niet conform buitenlandse niveaus wordt beloond en dat dat schadelijk voor ons zou zijn. Onderzoek dat nou eens. Ontneem de remuneratie-commissies dat argument nu eens, en/of stel de uitzonderingen vast voor wie een hogere beloning wel degelijk verantwoord is.

Onhaalbaar, omdat zo’n verhoudingsgetal altijd een puur-politieke keuze is? Nee hoor, niet onhaalbaar, en ja hoor, het blíjft een politieke keuze. Zelfs een maatschappelijke. Maar als een meerderheid, zeg van tweederde van elk van de kamers van het parlement na brede maatschappelijke discussie een norm bepaalt, dan hebben we tenminste een maatstaf. Dan weten we tenminste wanneer we ons moeten opwinden en wanneer vooral niet. En kan met recht een beroep worden gedaan op ‘moraliteit’ als we een beloningsverandering niet aan de breed aanvaarde norm vinden voldoen.

Op dit moment echter is het volkomen unfair om medewerkers die functioneren in beloningssystemen die in minstens decennia zijn gegroeid en die volkomen normaal in die branches zijn, meteen maar bij elke voorgenomen verandering bij het grof vuil te zetten.

• Haalt het iets uit?

Wat de vraag oproept, wat al die commotie dan uiteindelijk voor de samenleving oplevert. Zeker niet gemotiveerde mensen.

Evenmin een aanpassing van inkomenverhoudingen over de volle breedte van de samenleving. En al helemaal niet het verdwijnen van de afgunst om wat een ander verdient. Zolang een ander meer verdient dan jij, terwijl ook jij uiteraard ‘keihard’ werkt, zal er kinnesinne blijven. De issue is dan ook: moeten de politiek en moeten de media die kinnesinne voeden of niet?

Het netto resultaat lijkt nu alleen maar de zelfverminking van de politiek en veel zinloze bladvulling. Dus mag ik vragen: wat wíl de politiek nou eigenlijk? Alleen maar betere opiniepeilingen, of toch wat meer?

FOTO: ANP

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie