Premium

De wedergeboortes van Sandrine Huijgen, Ismael en Peter Hamelinck

Soms nemen marketeers en creatieven een onverwachte afslag in hun carrière. Wat is hun drijfveer? En hoe haal je het beste uit jezelf? Drie portretten. ‘Mijn levensstijl nam een duikvlucht.’

Française Sandrine Huijgen (44) was global communication director bij Heineken en werd creative partner bij Cloudfactory Amsterdam

‘Ik had zeven jaar bij Philips gewerkt en zeven jaar bij Heineken, dus de voor de hand liggende reden om iets anders te willen, is the seven-year itch, zou je zeggen. Maar het leven zit natuurlijk niet zo simpel in elkaar. Ik heb me in die veertien jaar kunnen ontwikkelen van junior advertising manager op b2b-campagnes tot director voor een van de meest iconische merken ter wereld. En als ik me verveelde, mocht ik uitstapjes maken zoals naar het WK voetbal in 2006, waar ik sponsorship manager was voor Philips. Beide bedrijven stimuleerden ondernemerschap, en ik heb verantwoordelijkheden gekregen waarvan ik van tevoren nooit had gedacht dat ik die zou kunnen dragen.

‘Maar tegelijk bekroop mij het gevoel dat ik bij Heineken niet verder kon leren. Dus ik zou of weg moeten van reclame, of voor een ander merk gaan werken. Tot ik besefte dat werken met creatieven als Mark Bernath en Eric Quennoy bij Wieden+Kennedy en regisseurs als Fredrik Bond en Matthijs van Heijningen jr. mijn hart echt sneller deed kloppen. Ik volgde dus m’n hart en besloot om creatief te worden.

‘Grappig genoeg was ik, een jaar voordat ik de beslissing nam om bij Heineken weg te gaan, al een creatieve schrijfcursus begonnen bij het International Writers’ Collective. Daarnaast besprak ik mijn ‘droom' regelmatig met mijn baas, Gianluca Di Tondo, die me mijn eerste project als creatief gaf. En ik sparde regelmatige met creatieve vrienden, zoals Jessica Kersten die vroeg of ik me aan wilde sluiten bij Cloudfactory. Toen voelde ik dat alles op z’n plek viel.

‘De realiteit was wel dat het bureau geen vaste klant had en dat we afspraken om onszelf ruim een halfjaar geen salaris te geven. Dus mijn levensstijl nam een duikvlucht… Tegelijkertijd bood de situatie me ruimte om meer tijd door te brengen met m’n kinderen en ik sprak met mezelf af om drie of vier keer per week aan eigen schrijfprojecten te werken. Ik stond regelmatig om 6 uur op, of schreef in het weekend. Dat hielp me om mijn eigen ‘stem’ te ontwikkelen.

‘Of het het allemaal waard was? Ja zeker! Ik had een professionele wedergeboorte — en dat gevoel heb ik na drie jaar nog steeds. En ik zit ook weer op m’n oude salarisniveau. Het moeilijkste was en is nog altijd om me niet onzeker te voelen en echt geloof te hebben in mezelf als schrijver.

‘Ik werk met Jessica, die zo’n ervaren artdirector is, dat ik me soms minder ‘creatief’ voel. Aan de andere kant leer ik veel van haar, motiveert het me ook juist om beter te worden en besef ik dat ik strategisch best veel ervaring heb. Maar heel af en toe voelt het alsof ik ooit nog een keer ontmaskerd zal worden.

‘Creatief zijn gaat me wel steeds natuurlijker af. De vanzelfsprekendheid waarmee ideeën komen, verbaast me soms. Daartegenover staat dat we het steeds drukker krijgen bij Cloudfactory en ik af en toe worstel met het tempo en de samenwerking met andere creatieven; dat vormt blijkbaar de volgende stap in mijn ontwikkeling.

‘Wat mij drijft, is verlangen. Het verlangen om fantastisch werk te maken, om iets goeds voor de wereld te doen met creativiteit, om aan mijn tweede boek te beginnen, al weet ik niet of mijn eerste roman ooit nog gepubliceerd gaat worden.

‘En, tot slot, droom ik ervan om een filmscript te schrijven en dat te co-regisseren. Ik droom altijd. En weet inmiddels dat ik dromen waar kan maken, als ik er maar hard genoeg voor werk en naar verlang… en mijn onzekere, innerlijke stem eindelijk eens ophoudt met praten.’

Fotografie: Olivier Teepe

Amsterdammer Ismael (47) was artdirector, werd regisseur en is weer begonnen aan een opleiding.

‘Ik heb nu even een break, omdat ik afgelopen jaar zoveel heb gedraaid. Ik heb een beetje een kruideniersmentaliteit; elke klus kan m’n laatste zijn, dat gevoel. Het leukste van creatie vind ik het haakje van een idee. Als ik dat “zie” en het zich in m’n kop plant, kan ik niet meer terug. Ik heb weleens meegemaakt dat ik een klus had afgezegd, maar er ‘s nachts achter kwam dat het al in m’n systeem zat. Toen heb ik de volgende ochtend gelijk gebeld dat ik het toch wilde doen.

‘Ik kom uit de Jordaan, was een graffitispuitertje en zat in Buitenveldert op een mavo voor moeilijke opvoedbare kinderen. Darre van Dijk (cco van TBWA\Neboko, NA) zat ook op die school en zei toen al: als we geld willen verdienen, moeten we de reclame in. Later hebben we samen de toenmalige Junior Academie gedaan en kwam ik via wat omwegen terecht bij Lowe Lintas, waar Diederick Koopal me onder z’n hoede nam. Dat was een harde, maar heel goede leerschool.

‘Maar achteraf gezien zat ik als artdirector nooit goed in m’n jasje. Als ik mijn schetsblok opensloeg, dacht ik altijd: wat moet hier in godsnaam op komen te staan? En als ik dan een idee had, rende ik mijn kamer uit om het gelijk — manisch bijna — uit te gaan werken. Tot ik tijdens een trip een raar filmpje maakte en Cor den Boer zei: de passie die ik nu in je blik zie, zie ik niet als je in dat kamertje zit. Toen Cor en Diederick Neboko begonnen, kon ik mee. Maar ik moest onder hun vleugels vandaan. In de jaren erna ‘transformeerde’ ik tot regisseur en sloot ik me aan bij productiemaatschappij Christal Palace.

‘Mijn geluk was dat producer (en huidige partner van Ismael, NA) Mireille Lampe, die mij aanvankelijk de vleesgeworden reclamelul vond, mijn drang doorzag en garant voor me wilde staan. In begin was ik ook moeilijk te plaatsen, omdat ik nog films maakte als artdirector. Het schoot qua stijl alle kanten op. Wat mij als regisseur typeert? Ik begrijp reclame, denk ik; ik ben goed in films voor een breder publiek, met humor of juist veel gevoel. Ik zoek wel altijd naar een diepere laag omdat ik vind dat je als adverteerder de realiteit van het leven mag laten zien.

‘Sinds begin dit jaar volg ik een opleiding bij Phoenix Professionele Communicatie, om mensen te stimuleren het beste uit zichzelf te halen. Ik heb zelf een behoorlijke schijtjeugd gehad en weet dat elke beschadiging impact op je eigenwaarde heeft. Ik ervaar dat nog elke dag; een ‘Ismaeliaans snappertje’ is niet voor niets een gevleugeld begrip op de set.

‘De opleiding helpt me ook als regisseur. Vroeger was ik bang voor mensen, nu weet ik beter waarom mensen zich gedragen zoals ze zich gedragen. Dan kun je ook meer gaan spelen met verhalen en acteurs beter coachen. Dat geeft meer gelaagdheid aan een commercial. Ik heb dit jaar de kerstcommercials voor Albert Heijn én Plus gedaan – ik moet zelfs oppassen dat ik niet de André Hazes van de reclame word.

‘Ja, ik heb veel keuze uit scripts. Na de Heineken-commercial ‘The Invention’ voor TBWA\Neboko gaat het internationaal ook steeds harder. Het grote voordeel is dat ik dan niet hoef te bezuinigen op postproductie. Ik ben nu nog vaak de wildcard, maar ik pitch ook al regelmatig tegen Matthijs van Heijningen jr. en internationale regisseurs als Martin de Thurah.

‘Maar hoe goed het nu ook gaat, de beslissing om die opleiding te gaan doen, heeft er ook mee te maken dat je als reclamemaker niet het eeuwige leven hebt. Ik fantaseer er met Mireille weleens over dat we een groot huis op de Veluwe kopen en een soort kuuroord beginnen – waar reclamemakers een weekje langs kunnen komen om het beste uit zichzelf en elkaar te halen.’ Lacht: ‘Want als er één groep is die regelmatig met zichzelf worstelt…’

Fotografie: Olivier Teepe

Fotografie: Martijn van Marle (Ogilvy)

De Zeeuw Peter Hamelinck (47) was creative director en is nu Head of Art en lid van het Marketing Leadership Team bij Scotch & Soda.

‘Ik heb dat altijd wel een beetje gehad, van die scharniermomenten in mijn carrière. Ik heb ook een ongebruikelijke achtergrond voor de reclamewereld: ik heb de AKI in Enschede gedaan, richting modevormgeving. Daar leerden we, volgens de principes van Bauhaus, om verschillende ambachten, technieken en materialen vooral door elkaar heen te gebruiken – craftsmanship werd heel belangrijk gevonden.

‘Direct na mijn afstuderen ben ik gaan fotograferen, voor bladen als Dutch en Nieuwe Revu. Maar ik vond heel veel dingen leuk; ik vond het moeilijk om te kiezen, ergens voor te gaan. Tot ik op een gegeven moment begreep dat je je als artdirector in de reclamewereld met allerlei disciplines mocht bemoeien. Toen heb ik letterlijk aangebeld bij StrawberryFrog. Daar heb ik gewerkt op merken als Onitsuka Tiger en met mensen als Marc Chalmers (die tot voor kort bij Vice zat, NA), Andrew Watson (nu The Martin Agency) en Corinna Falusi (nu Mother New York). Dat was een te gekke tijd. Work hard, play hard. Maar op een gegeven moment dacht ik: wat valt er nog meer te beleven?

‘Toen heb ik eerst een jaar voor Y&R in Lissabon gewerkt, waar de kwaliteit van leven hoger lag dan het niveau van het werk. Daarna vormde ik bij FHV BBDO een team met Mark Muller, met wie ik als fotograaf — hij als journalist — al had samengewerkt. Daar heb ik geleerd om commercials te maken, voor Interpolis Glashelder bijvoorbeeld, en daar ontstond ook het idee om creative director te worden. Dat kon bij Havas, samen met Thijs de Boer. Het duurde wel even voordat ik dat onder de knie had — opeens ben je trainer, in plaats van speler — maar we werkten hard en wonnen goud en brons in Cannes met ‘Tweetphony’, het twitterconcert van het Metropole Orkest om de overheid te overtuigen van het belang van cultuur.

‘Rond die tijd werd ik opgepikt door G-Star. Dat leek een match made in heaven. Ik kon daar alles gaan combineren wat ik leuk vond en geleerd had, en ik was ook nog eens afgestudeerd als modevormgever! Ik heb daar ook mijn mooiste werk gemaakt, de ‘Eyewear Masks’ met productdesigner Bertjan Pot en fotograaf Bert Teunissen. Maar ik rende vooral van meeting naar meeting en vond het een heftige, koude organisatie. Zat ik daar in mijn Audi A6 in de parkeergarage van een van de hipste merken ter wereld een beetje ongelukkig te wezen. Na een jaar ging ik weg.

‘Dat ik nu bij Scotch & Soda zit, lag dan ook niet voor de hand. We hebben eerst heel lang met elkaar gesproken, verspreid over meer dan een jaar. Ik freelancete als creative director voor bureaus en rechtstreeks voor merken. Ik speelde ook wel met de gedachte om een eigen bureau te beginnen, maar dan moeten de juiste mensen op het juiste moment bij elkaar komen — en dat gebeurde gewoon niet. Scotch & Soda is een heel positief merk, heel warm. Ze staan open voor allerlei invloeden, en ik leer weer nieuwe dingen: over branding in de winkel, window design, packaging, marketing, finance zelfs… Er gaat een wereld voor me open, ik voel me weer een kind. Daar doe ik allemaal het voor.

‘Ik heb altijd willen bewegen, willen weten wat er aan het eind van het strand te zien is. Nog een keer jezelf uitdagen, op je bek gaan. Daarnaast ben ik een paar jaar geleden gaan hardlopen. Door het trainen voor marathons leer ik ook om grote processen op te delen in stukjes en zo het maximale uit mezelf te halen. En mezelf steeds weer uit te dagen voor het volgende scharniermoment.’

Fotografie: Olivier Teepe

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie