Waarom een warm gesprekje met de schoonmaker geen slimme communicatie is

Naar beneden praten heeft onbedoelde effecten

Hoe praat jij tegen de schoonmaker op je werk? De kans bestaat dat je warmer en aardiger tegen de schoonmaker spreekt dan tegen je directe collega’s. Misschien herken je dit gedrag, ikzelf in ieder geval wel. De grote vraag is natuurlijk waarom we dit doen. Het eerste en meest logische antwoord lijkt het feit dat we extra respect willen tonen aan iemand die dat doorgaans wat minder krijgt.

Maar volgens sociaal psychologen Fiske en Dupree van Princeton is er hier meer aan de hand. Mensen met een lagere positie (zoals de schoonmaker) worden over het algemeen gezien als warm maar niet zo competent. We vinden ze sympathiek maar niet zo capabel. Dat is natuurlijk niet zo, maar we hebben het hier over stereotypes. Mensen met een hogere positie daarentegen worden gezien als uiterst competent maar niet zo warm. Hoe hoger je in de boom zit, hoe minder buitenstaanders geneigd zijn je te vertrouwen.

Bewust van je eigen stereotype

Onderzoek laat zien dat we ons bewust zijn van ons eigen stereotype. Als we praten met iemand die een lagere functie heeft dan zijn we ons ervan bewust dat de ander ons als niet zo warm ziet. Om dat beeld een beetje te managen gaan we compenseren: we laten aan zo iemand minder van onze competente kant zien, en zetten bewust meer in op warmte. Je praat wel over je kinderen bijvoorbeeld, maar niet over die pittige bestuursvergadering.

Maar hier komt het tragische aspect: de schoonmaker heeft helemaal geen warmte nodig (dat heeft ‘ie namelijk al), maar wil vooral gerespecteerd worden. Hij wil aangesproken worden als een competente en gelijkwaardige collega. Wat hij echter krijgt is gedrag dat jouw superioriteit onbedoeld benadrukt: hij wordt ontzien. Met de beste intenties van de wereld houd je de schoonmaker dus gevangen in zijn eigen ongunstige stereotype. Oeps.

Op warmte speechen

Als spreker kun je ook in deze valkuil trappen. Dupree en Fiske onderzochten begin 2016 de speeches van zowel Republikeinse als Democratische kandidaten. Wat bleek: bij zwarte en gemengde groepen lieten de Democratische kandidaten veel meer warmte en minder competentie zien dan dat ze dat bij witte groepen deden. Gek genoeg deed dit verschijnsel zich niet voor bij de Republikeinse kandidaten.

Zwarte Amerikanen hebben een lagere sociale status dan witte Amerikanen. De Democraten willen zich meer verbinden met zwarte gemeenschap dan de Republikeinen. Tegelijkertijd zijn ze ook sterker gemotiveerd om hun eigen negatieve stereotype te vermijden. Maar door meer op warmte te speechen en minder op competentie droegen de Democraten met de beste intenties van de wereld dus bij aan de segregatie in Amerika. Oeps.

Talking down

De onderzoekers noemen dit verschijnsel ‘Talking down’, en ik denk dat het een waardevolle les is voor iedere spreker. Of je nu een praatje maakt met de schoonmaker of spreekt voor een groep waar je leiding aan geeft: geef de ander wat hij of zij nodig heeft, en wees minder bezig met hoe jij gezien wilt worden.

Foto Lex van Lieshout

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie