BNNVARA stapelt blunder op blunder bij documentaire Jesse Klaver

Zelfs het besluit de uitzending af te blazen is 'wrijven in een vlek'

Het verzoek van een documentairemaker om mee te mogen tijdens de verkiezingscampagne is de lakmoesproef voor iedere politicus. Je weet van tevoren dat de maker er alleen mee genoegen zal nemen dat zij of hij overal bij mag zijn. Dat er geen enkele invloed mogelijk is op de eindmontage. Dat het onvermijdelijk is dat ook een andere kant van je te zien zal zijn dan je zorgvuldig opgebouwde imago van zelfverzekerde staatsman, inclusief momenten van boosheid, ontgoocheling en pure zenuwen.

Het enige wat je niet weet, is het verloop van de campagne en de uitslag van de verkiezingen. Wanneer het allemaal in het honderd loopt, levert dat een prachtige documentaire op maar kan iedereen zien hoe je de controle hebt verloren.

Gelukkig zijn er regelmatig (vooral linkse) politieke partijen die het toch aandurven. Voor iedere liefhebber van het politieke bedrijf zijn het pareltjes voor de eeuwigheid. The War Room over de Clinton-campagne, de keuken van Kok en De Wouter Tapes.

Het evangelie van Jesse

Het lag voor de hand dat iemand vorig jaar met het idee zou komen om ook over de verkiezingscampagne van Jesse Klaver een documentaire te maken. De sterk gepersonaliseerde campagne rond ‘Jesse’ deed on-Nederlands aan en leek geïnspireerd door de campagnes van Barack Obama en, vooral, de Canadese wonderboy Justin Trudeau.

GroenLinks trok een professionele, gelouterde en met een Gouden Kalf onderscheiden filmer aan om de campagne vast te leggen en als ‘beeldvoerder’ video’s te maken die GroenLinks via de eigen kanalen kon inzetten om het Evangelie van Jesse op eigentijdse wijze bij de doelgroep te verkondigen.

Een prima keuze die eens te meer onderstreept dat GroenLinks bij de laatste verkiezingscampagne begreep hoe je de millennials moet bereiken: met voortdurende impulsen op sociale media en snel geschoten videoclips van zinderende meet ups rond een politiek leider die inspireert, verbindt en uitdaagt om mee te doen met zijn grote avontuur om van Nederland een beter land te maken. So far, chapeau.

Wat een buitenstaander niet kan

Dat filmer Joey Boink halverwege de campagne bedacht dat hij met zijn materiaal ook een prachtige documentaire kon maken, valt nog best te begrijpen. Dat hij op de loonlijst van GroenLinks stond, zag hij daarbij zelf(s) als een voordeel. “Ik heb deze film alleen kunnen maken omdat ik bij GroenLinks werkte”, aldus Boink. “Ik zat in Den Haag in de kamer naast Jesse. Omdat ik embedded was, kon ik bij momenten zijn waar een buitenstaander nooit bij had gekund.”

GroenLinks vond het prima en gaf Boink carte blanche om het ruwe materiaal naar hartenlust te gebruiken.

Het ging mis toen Boink en GroenLinks kennelijk – al dan niet samen - tot de conclusie kwamen dat de documentaire een hogere, meer onafhankelijke en dus betrouwbaarder status zou krijgen wanneer het niet via het eigen partijnetwerk zou worden gedistribueerd maar op de publieke omroep zou worden uitgezonden.

GroenLinks zag het gewoon als een buitenkans om Jesse nog een keer te laten scoren, met door de partij betaalde en goedgekeurde beelden die nu als onafhankelijke documentaire kon worden verpakt. Het leek een meesterzet waar eerdere campagneleiders zich met terugwerkende kracht de haren voor uit hun hoofd zouden krabben. “Hadden we het zo maar aangepakt!”

Dan staar je toch even met ongeloof voor je uit…

Ik moest zelf meteen aan Greenpeace denken, die lange tijd met een gelijksoortige ‘modus operandi’ werkten (en dat misschien nog steeds doen). De sensationele acties van deze milieubeweging werden steevast vastgelegd door een eigen cameraploeg. Waarna het gratis aan onafhankelijke media werd aangeboden, die het gretig uitzonden. Maximale beeldregie was zo verzekerd. 

De echte blunder komt natuurlijk voor rekening van de Hilversummer omroepvereniging. Het is bizar dat niemand bij BNNVARA kennelijk vooraf aanvoelde dat het uitzenden van ‘Jesse’ tot grote commotie zou leiden.

Dan staar je toch even met ongeloof voor je uit… De driekoppige directie van BNNVARA – samen goed voor bijna zes ton salaris – zal zich toch als geen ander (moeten) realiseren dat de publieke omroep in het algemeen en de omroepverenigingen in het bijzonder de wind behoorlijk tegen hebben in politiek Den Haag. De kritiek van (rechtse) politici op het vermeende gebrek aan politieke onafhankelijkheid en maatschappelijke relevantie hebben geleid tot een klimaat waarin bezuinigingen op de publieke omroep nauwelijks op weerstand stuiten.

Onafhankelijkheid moet bij publieke omroep ‘Chefsache’ zijn

Dat de publieke omroep wel degelijk onafhankelijk en relevant is, zou daarom zeker in deze tijd ‘Chefsache’ moeten zijn. Met een onverbiddelijk nee voor iedere mogelijke stoorzender in de programmering.

Dat je dan geen enkel probleem ziet in het uitzenden van een documentaire die in hedendaags jargon toch alles weg heeft van ‘branded content’ door een politieke partij, is al onbegrijpelijk. Het besluit om op kosten van de belastingbetaler een standbeeld op te richten voor de glorieuze campagne van de gevierde leider van GroenLinks is hopeloos naïef of oliedom.

Het besluit in dit weekend om het dan toch maar niet te doen omdat je bij nader inzien bent gaan twijfelen aan de onafhankelijkheid is, om met ‘spindoctor’ Jack de Vries te spreken, wrijven in een vlek die daardoor alleen maar groter wordt. 

Jan-Willem Wits, is communicatieadviseur en eigenaar van Words Are Deeds

Foto: ANP JERRY LAMPEN

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie