Vroeger was alles beter, zelfs de crisis

De nacht is helder koud in Bethlehem. En hoewel ik absoluut geen last heb van de crisis (het is alleen maar leuker zo), zit ik puur toevallig met mijn zwavelstokjes te spelen.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Daar komt een oude man, gedrongen en gezet. Hij schoudert een bord waarop ik kan lezen: Het Einde is Nakend. Ik ril even, niet vanwege dit woord, maar vanwege het Vea-tasje aan zijn hand. En … die corpulente gestalte, dat kalende hoofd, deze neerwaartse blik, hij komt mij ook bekend voor. Als hij begint te stamelen weet ik het zeker: die ene creatief directeur die ik altijd bewonderd heb.
Hij murmelt: B-bij de bu-de-bu-de-bureaus zette eind je-je-jaren t-t-t-tachtig het grote graaien in. Reclamemememensen werden rijk. En gu-gi-ga-geld was zo belangrijk dat klalalalantenverlies het ergste kwaad werd. Dus was het zaak de klant te-te-teu-teteu vriend te houden.

Hij brabbelt verder hoe het misging. Dat bureaudirecteuren alleen maar rijk wilden worden. Bureaus verloren respect. Raakten hun trots kwijt.
Ik ben bang dat hij mij herkent, dus ik steek mijn volgende zwavelstokje niet aan. Toen begon hij de oplossing uit de doeken te doen:
Het w-w-w-woord creativiteit moet p-p-p-plaats maken voor het woord inventi-te-teu-tiveit. Er moet nagedacht worden. Slim, inventief en grondig. En als de klant het niks vindt, dan s-s-s-seutuur je hem maar weg.

Toch nog maar een zwavelstokje. Dan: ik zie het Licht! Ik ontsteek in woede, licht zijn been en als hij valt spring ik bovenop hem en schreeuw in zijn bibberende gezicht:
Gelul, Fronk (vanwege de privacy zijn alle namen in deze column veranderd). Graaiers? Je bedoelt jezelf. Als je verhaal klopt is het jouw generatie die er zo’n potje van heeft gemaakt.
Het ging jullie dus alleen maar om de poet! Jullie cashten en gingen de hort op. Naar zonnig Hoorn! Maakten hooguit nog een flauw kutstripje over wat er mis was. En lieten het vak achter met slecht georganiseerde bureaus, een graaiersimago, een verouderde visie waarbij vanwege jullie portemonnee nooit geïnvesteerd is in nieuwe communicatie.

Op dat moment keek hij mij aan en zag ik dat het Fronk niet was. Het was God. Ik viel op mijn knieën en probeerde te bidden, maar mijn communistische opvoeding schoot in mijn keelgat en harkend stond ik te spetteren in zijn rustige facie.
Ik maakte dat ik wegkwam. Thuisgekomen nam ik twee extra Oxazepammetjes. Dit is geen crisis. Dit is een depressie.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie