Kunstmatige intelligentie: verlosser of dief?

Paola Cassone windt er geen doekjes om: 'We moeten ons schamen dat we AI vertrouwen boven het menselijk oordeel.'

Paola Cassone

Zoals met alle hypes - en eigenlijk tegenwoordig met alles – kent AI twee tegenstrijdige kampen: de fanaten die niet kunnen wachten op de volgende release van Dall-E en ChatGPT, en de haters die AI  als de duivel beschouwen die hun baan gaat stelen en de mensheid kapot gaat maken. In welk kamp ik zit, zal in de volgende alinea duidelijk worden.

 

Op mijn leeftijd ben ik niet bang dat AI mijn baan steelt. Sterker nog, ik zou graag willen dat een AI mijn werk zou verlichten, al was het maar omdat ik nooit aan meer dan de helft toekom van wat ik zou willen doen. Maar de langdurige staking (onlangs beëindigd, red.) van schrijvers en acteurs in California, toont aan dat de bedreiging reëel is. Vooral als je je al magere kost verdient met het schrijven van eindeloze, middelmatige series voor het grote publiek van de digitale platforms. Idem dito met de massaproductie van graphic novels.

Een AI kan dit werk zeker sneller doen, al dan niet beter. Dat er nu een akkoord over de rol van AI in de entertainmentindustrie bereikt schijnt te zijn, is zeker goed nieuws. En hoogst noodzakelijk. Want AI is de zoveelste doos van Pandora die open is gegaan. Aaron Mirck, oprichter van Aandachtswerk, TEDx-spreker over (bewuster omgaan met) technologie en vooral schrijver van een tweewekelijkse nieuwsbrief met verfrissende inzichten over technologie, heeft helemaal gelijk wanneer hij de makers van de atoombom vergelijkt met die van AI.

Beiden hebben overhaast iets enorm gevaarlijks op de markt gezet zonder enige gedachte aan de consequenties en zonder regulering. De atoombom was zelfs door de overheid gesponsord. AI is dat wellicht niet, maar wordt wel gedoogd en dat is al slecht genoeg. En de spijtbetuiging van de AI-ontwikkelaars lijkt ook op de spijtbetuiging van alle wetenschappers sinds Nobel, wiens uitvindingen een behoorlijke contributie hebben gegeven aan onze (zelf)destructie.

Maar goed, AI is here to stay en we moeten ermee dealen. Net zoals we nu dealen met de schade van sociale netwerken, gamen, binge watching en smartphones trouwens. En laten we alleen maar hopen dat de metaverse nog lang niche blijft, zodat we hopelijk in de tussentijd ons ertegen kunnen wapenen. Want laat het duidelijk zijn – de metaverse is onze volgende dystopie.

Terug naar AI. Er zijn zeker domeinen waar AI ons kan helpen problemen op te lossen. AI blijkt erg bedreven in het in kaart brengen van eiwitstructuren – een enorme doorbraak in de biologie. Ook zijn afwijkingen in hersenscans beter in kaart te brengen – een enorme doorbraak in de neurochirurgie. Echter, onze neiging om alle nieuwe technologieën te gebruiken ter voordeel van onze collectieve vernieling, blijkt sterker. Het is dus geen verrassing dat AI nu vooral wordt gebruikt met kwade bedoelingen (deep fake, oplichterij) en om verkeerde beslissingen te nemen, zoals het vervangen van het menselijk intellect.

Een aantal jaren geleden, toen AI nog niet zo populair was maar het toverwoord ‘big data’ was, vermaakte ik me kostelijk over een interview met de toenmalige rijzende ster Will Smith over zijn volgende project (zo noemt men films in Hollywood). Die was 100 procent door big data bepaald. De data voorspelden dat een bepaalde mix van personages, een bepaald plot, een bepaalde fotografie en setting, bepaalde kleuren, noem het maar op, de perfecte formule waren voor succes. En dus had de goedgelovige Will, miljoenen in dit project gestoken. De film was een enorme flop en verdween binnen twee weken van de schermen. Hij staat niet eens in IMdb, zo groot is de schaamte van Will en zijn collega’s.

AI-schaamte zou ons allemaal sieren

We zouden ons moeten schamen dat we van AI een hype hebben gemaakt. Dat wij op AI blind vertrouwen boven het menselijk oordeel. Dat we oprecht denken dat AI onze bedrijven van menselijke werknemers zal verlossen. Dat we opzettelijk AI gebruiken om ons intellectueel werk te jatten. Dat we vergeten dat AI een product is van ons intellect, niet andersom.

En we zouden moeten eisen dat we allemaal door de producenten van AI-tools worden gecompenseerd voor onze voortdurende bijdrage aan de databanken waarmee AI’s zich voeden.

Als de regulering van AI in Hollywood de eerste stap is in de goede richting – tenminste, dat hoop ik – zouden we die als voorbeeld kunnen gebruiken om onmiddellijk soortgelijke maatregelen vast te stellen ter bescherming van ons intellectuele eigendom tegen AI’s. Dat wordt volgens mij het leidmotief van 2024.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie