Jonge app-ontwikkelaars stelen show bij opening Appril

Verschillende organisaties die in april hun krachten bundelen en events, workshops en lezingen over apps presenteren. Dat is Appril, a festival all about apps. In januari startte de organisatie met vijf creatieve breinen, onder aanvoering van initiatiefnemer Jacqueline de Gruyter. Inmiddels bestaat Appril uit twaalf mensen uit verschillende vakgebieden. Zondagmiddag 1 april vond de officiële opening plaats. Hoewel de presentaties van de uitgenodigde professionals in goede aarde vielen, werd de show gestolen door 3 teenage app ontwikkelaars.

Op nuchtere wijze vertelden zij (Midas Kwant, Yakim van Zuijlen en Damiaan Twelker) over hun (nog) niet goedgekeurde app AppMemory. Met dit spel is het mogelijk het vertrouwde memoryspel te spelen met app-icoontjes en de bewuste apps gelijk te downloaden. Professionals in het publiek, die hierbij allerlei commerciële kansen zagen, werden verrast door hun mededeling dat ze er geen geld mee wilden verdienen. “Dat doen we al met onze andere apps”, liet Midas Kwant zich ontvallen. Het verhaal over hun app maakte wel duidelijk dat er praktisch gezien nog wel wat haken en ogen zitten aan een in App Store krijgen van een app. Door de 170 icoontjes die zijn in hun app gebruiken, hebben zij vanwege eventuele rechtenkwesties afgezien van een verdienmodel met hun app.

Techniek
Aan het bereiken van de App Store zitten ook nog wel wat technische aspecten vast. Dat werd duidelijk uit het verhaal van Eduard Mossinkoff van App-etiser, die de agenda-app voor Appril heeft gemaakt en die vanaf 1 april te downloaden is! Als software architect ziet hij zowel bezwaren kleven aan de ‘huiskamer’ ontwikkelaars van apps, maar tegelijk ook de kansen die het bijvoorbeeld biedt aan de aanwezige jonge honden. Het deed hem ook denken aan zijn eigen eerste stappen op het programmeerpad (met de befaamde Commodore 64). Mossinkoff betrekt trouwens ook ‘groene’ argumenten om voor een bepaald platform te kiezen, veelal iOS van Apple, bijvoorbeeld om redenen van dataverkeer en energie. Een mobiele website kun je mobiel bekijken, maar dat vraagt om meer stroom van je apparaat en om een continue verbinding met een server.

Gebruikers
Native app, iOS, Android, of HTML5. Technisch kan zo’n beetje alles, maar Tip 1 van interaction designer Rogier Brakshoofden van Vormfout is: Alles draait om de gebruiker. Dat maakt hij op een geestige manier inzichtelijk aan de hand van apps die òf erg leunde op techniek òf op vormgeving.

Platform
Dat de keuze voor een platform ook door andere factoren wordt beïnvloed, bleek uit het verhaal van Martin Voorzanger van Toogethr. Met Toogethr wil hij een community bouwen van ‘meerijders’, want het woord ‘carpoolen’ vermijdt hij vanwege alle mislukte campagnes liever. Het is dus een nieuwe benadering van een ouder probleem, van al dat solo autoverkeer een nieuw soort liftcentrale maken. Zodoende is hij vooralsnog aan de slag met een website en een mobiele app, geen native app.

Het nieuwe uitgeven
Vanwege het seminar op 18 april door Competence Factory blikte Wouter Schröder van dat bedrijf vooruit op de indrukwekkende mogelijkheden van de Digital Publishing Suite van Adobe. Hij legde een grote verantwoordelijkheid bij het onderwijs om meer nieuwe technologie te gebruiken. Hierbij werd vanuit het panel en de zaal toch flink tegengas gegeven, want moet het onderwijs wel bij technologische vernieuwing vooroplopen? Moet het onderwijs niet gewoon kinderen leren leren? Het was duidelijk dat die discussie bij deze opening van Appril niet volledig gevoerd kon gaan worden. Het is wel een agendapunt voor de volgende editie, hoopt de organisatie.