Open deuren intrappen over pers en politiek

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Donderdag 20 november stond in NRC Handelsblad met GPD chef redactie Frits Bloemendaal, naar aanleiding van zijn boek Communicatieoorlog, over hoe de politiek de pers in haar greep probeert te krijgen. Het interview geeft mijns inziens weinig aanleiding om naar de boekhandel te lopen voor het boek, omdat de bekende algemeenheden en clichés komen voorbij, inclusief het populaire Haagse-voorlichtertje-tellen. Aan het einde van het interview uit Bloemendaal toch nog enige zelfkritiek: "De pers zou meer een eigen agenda moeten volgen onafhankelijk van de overheid.". Maar laat ik nu op deze site een jaar of vijf geleden die aanbeveling over precies de andere partij hebben gelezen: En in dat licht krijg je ineens een heel ander verhaal.

Met de observaties van Bloemendaal kan ik een heel stuk meegaan. Met zijn visie en conclusies niet. Ik denk zeker dat overheid en politiek anders met pers en media omgaan dan vijf tot tien jaar geleden. Een stuk professioneler, vakmatiger, hoe je het ook wilt noemen. Dat is op zich helemaal niet erg. Maar dat vraagt wel om een andere opstelling van de pers. Niet eentje waarin wordt geklaagd dat het in het beklaagdenbankje zetten van de media bijdraagt aan het beeld dat de media het slecht doen. Voor zover dat beeld namelijk bestaat. Sinds een jaar of vijf verantwoorden media zich steeds meer over wat ze doen. Zie en . Volkomen terecht. Niet omdat ze het per definitie slecht doen, maar omdat het goed is dat er zo'n aanspreekpunt is. Dat werpt ook zijn vruchten af: regelmatig krijgen klagers in de media het deksel op hun neus, omdat het algemeen publiek de gotspe van sommige klachten inziet. Check wat dat betreft maar eens de (regelmatig ongenuanceerde) opmerkingen in het reactieforum van bijvoorbeeld de Telegraaf als een (al dan niet bekende) Nederlander zijn beklag doet over hoe hij of zij is neergezet in de media. Het is ook te zien op een heel ander vlak. Wie het volgt, kan zien dat het type onderwerpen daar verschuift: steeds minder beklaagdenbank gesprekken en veel meer gesprekken over de inhoud en techniek van media, voorlichting en communicatie.

Nu kun je als journalist verongelijkt in een hoekje gaan simpen dat je een voorlichter te spreken krijgt (of juist niet); of dat je wordt benaderd door een woordvoerder die een belang heeft bij het op een bepaalde manier onder de aandacht brengen van zijn boodschap (het moet toch niet gekker worden, een woordvoerder met een eigen wil!). Dan is het inderdaad zinniger om je eigen agenda op te stellen. Met je eigen strategie. En je eigen tactieken. Hoewel dat ook weer niet hoeft te beteken dat je per definitie alles ultra kritisch moet benaderen, vol wantrouwen en achterdocht. Want over dat type journalist kan ik dan weer een galerij van open deuren intrappen.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie