Maar die AutoRAI was ook te saai en zinloos bovendien

Erwin Wijman weet waarom de AutoRAI niet meer bestaat: hij was saai, bloedeloos en overbodig.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

door Erwin Wijman

Amsterdam RAI heeft de 2017-editie van de tweejaarlijkse tentoonstelling geschrapt vanwege te weinig inschrijvingen van automerken.

Sterker nog, de AutoRAI – al een fenomeen sinds 1895 – verdwijnt definitief van de beursagenda. In 2013 ging de AutoRAI ook niet door vanwege een te laag aantal aanmeldingen van auto-importeurs, en dat was de eerste keer sinds de Tweede Wereldoorlog.

De laatste editie van de AutoRAI, in april dit jaar, trok 291.717 bezoekers, 8 procent meer dan de editie van 2011. Maar dat is niks vergeleken bij de dik 553 duizend bezoekers die de autobeurs in 1983 nog trok, of de 490 duizend in 2001, en de nog altijd 390.000 in 2007.

Waar zijn al die mensen gebleven?

Ergens anders dan op de AutoRAI, overal elders. Ze bleven weg want de AutoRAI is saai, bloedeloos en vooral overbodig.

Dit zijn de zeven redenen.

1. De AutoRAI is eenvormig en saai. Alle stands zagen er in 2015 hetzelfde uit door de uniforme standaard standbouw, om de kosten voor de exposanten te drukken. Van tevoren werden mensen warm gemaakt voor de ‘Klassieke AutoRAI’ met wel honderd old- en youngtimers maar die stonden veel te dicht op elkaar samen treurig te zijn.

De showroom van een autobedrijf in Purmerend of Pijnacker is verrassender ingericht.

2. Er staan geen of nauwelijks primeurs op de AutoRAI. Autofabrikanten vinden Amsterdam niet belangrijk, hun echt nieuwe modellen bewaren ze voor de salons van Genève of Frankfurt.

Er was wat reuring rond de nieuwe McLaren 570S, de enige Europese primeur, maar die mocht maar twee dagen in Amsterdam staan. De opmerkelijkste Nederlandse primeur in 2015 was de nieuwe Superb van Skoda.

De laatste echt verrassende nieuwe RAI-primeur was in 1991 de Yue Loong Feeling uit Taiwan. Dat is 25 jaar geleden.

3. Stáán er leuke auto’s, mag je er niet inzitten.

Rond de Ferrari’s, Bugatti’s, Rolls-Royces, Aston Martins, kortom de smaakmakers van zo’n beurs, staan hekjes en bewakers.

En dan betaalde je 18 euro voor een toegangskaartje, en nog eens 20 euro voor parkeren. Daarvoor mag je wél in de Hyundai i20 en de Kia Venga kruipen. Alfa Romeo en Jeep waren er niet eens dit jaar, evenmin als Fiat en Lancia.

4. Je mist grappen en grollen.

De leukste tekst van de hele AutoRAI las je op de wc, waar het blad Autoweek advertenties ophing voor een winactie: ‘Een keertje écht lekker doortrekken? Ga naar Hal 6 en win deze Porsche 911.’ Die 911 was trouwens, hoe symbolisch, al ruim tien jaar oud.

5. De kooplust werd totaal niet aangewakkerd door de AutoRAI, integendeel zelfs.

De personenautoverkoop over april dit jaar viel 4 procent lager uit dan in diezelfde maand in 2014. Zelf had de autosector gerekend op een positief AutoRAI-effect, maar dat bleef dus uit.

6. De verkoop van nieuwe auto’s in Nederland is anno 2015 vooral fiscaal gestuurd.

Niet het aantrekkelijke model, niet het fraaie panoramadak maar het aantal grammen CO2-uitstoot is bepalend voor de aanschaf of lease van een auto.

Van de nieuwe leaseauto’s valt bijna de helft in de 14%-bijtellingcategorie, een derde heeft 20% bijtelling en ongeveer vijf procent is volledig elektrisch en heeft dus 0% bijtelling. Wat zou je nog naar de AutoRAI gaan als je keuze al vastligt: of een obligate hybride Volvo V60 of een plompe Mitsubishi Outlander PHEV met benzine- en elektromotor. 

Veel bezitters van dit soort auto’s hebben ‘m zelfs niet eens bij de dealer gezien voor ze hem kochten, hooguit in de folder op internet.

7. Sowieso kiest een Nederlander niet zelf zijn auto.

Hij of zij rijdt in de auto die van hem of haar verwacht wordt. Mensen denken vrij te zijn in hun autokeuze maar kopen een auto die past bij hun peergroup oftewel hun buren, baas, collega’s, broers, vrienden en schoonfamilie.

Dat blijkt ook uit een recent onderzoek door onderzoeksbureau No Ties/Peil.nl: Nederlandse autobezitters rijden een Volkswagen (8%), Peugeot (7%), Renault, Opel of Ford (alle 6%), maar ze zouden veel liever een Audi (9%), BMW (9%) of Volvo (8%) willen terwijl slechts 3% zo’n Audi of BMW hééft en 4% een Volvo.

Met andere woorden: al gaan ze naar de AutoRAI of niet, Nederlanders zijn niet uit hun Volkswagen, Peugeot of Opel te bránden.

Dat is ook het erge en in feite meest pijnlijke van alles: de auto-importeurs beseffen dat laatste zelf ook. Daarom deden ze kennelijk nooit hun best om een écht spetterend feestje van de AutoRAI te maken. En trekken ze er nu maar de stekker uit.

Meer op de van Erwin Wijman. 

 

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie