De politie Amsterdam ontkent dat het de journalist Ruben Munsterman en pr-consultant Arjan Drost verplicht heeft foto’s te wissen die ze kort na de liquidatie aan de Rijnstraat hadden gemaakt. ‘Het is ze verzocht’, aldus een woordvoerder van politie in een schriftelijke reactie.
Emotie en symphatie
Na de liquidatie op de Rijnstraat dinsdagavond heeft de politie beide mannen los van elkaar wel aangesproken op het feit dat ze foto’s van het plaats delict maakten, zoals CommunicatieOnline meldde.
‘Het heeft twee keer plaatsgevonden’, schrijft de woordvoerder. ‘ Een keer aan iemand die met een fototoestel in de weer was en die foto's maakte van het herkenbare slachtoffer. In de emotie en uit sympathie naar de nabestaanden toe is dat verzoek gedaan. Er was geen opdracht voor gegeven.’
Afzetlinten
Ook Ruben Munsterman werd door agenten aangesproken omdat hij bij de plaats delict foto's stond te maken. De woordvoerder: ‘Normaal hebben mensen en de media de mogelijkheid om vanachter de afzetlinten of in het geval van de media vanuit een persvak foto's te maken. Deze man woonde binnen de afzetting en kwam daardoor binnen de tweede afzetting.’
Ook Munsterman zou niet de opdracht hebben gekregen de foto’s te verwijderen, maar slechts een verzoek daartoe. Volgens de woordvoerder is het vragen aan mensen om foto’s van hun toestel te verwijderen ‘een uitzondering geweest’.
Geen keuze
Zowel Munsterman als Drost zegt niet de indruk te hebben dat er een vrijwillige keuze werd voorgelegd door de agenten. Drost: ‘Wat is dat: een “verzoek” uit de mond van een agent?’
Ruben Munsterman: ‘Aangezien ze er ook op wilden toezien - ze gingen echt in mijn telefoon meekijken of ik de foto's daadwerkelijk verwijderde -, kwam het op mij over alsof ik geen andere keuze had.’
Ook het feit dat Munsterman het nummer moest geven van een vriend aan wie hij de foto had gestuurd, vond hij ver gaan. 'De ernst deed mij vermoeden dat ik een wet had overtreden, terwijl het juist kennelijk andersom was.’
Foto: Twitter Ruben Munsterman
