Een minilobby tegen een onzinnig misverstand

Nabestaanden moeten een maand wachten op het as van een gecremeerde dierbare. Zonder goede reden. Een minilobby maakte er een eind aan.

Foto: 123rf, Dolgachov

De Tweede Kamer nam deze week zes moties aan om de spelregels voor uitvaarten te moderniseren, vooral om meer keuzevrijheid te bieden. Het was de finale van een mooi staaltje politiek handwerk van D66-Kamerlid Monica den Boer, die de initiatiefnota ‘Naar een moderne uitvaartwet’ schreef.

Eén van de moties zorgde voor een tevreden glimlach: het verdwijnen van de verplichte wachttijd van een maand voordat de as van een overledene mag worden opgehaald. Een minilobby die ik meer dan twee jaar geleden begon, behaalde daarmee de eindstreep. De status quo is verslagen.

Trappistinnen

Het leuke van werken als externe-communicatieadviseur is de grote verscheidenheid aan klanten. Een van mijn meest bijzondere opdrachtgevers zijn contemplatieve kloosterzusters, om precies te zijn Trappistinnen van abdij Koningsoord in Arnhem. Om de stilte in de directe nabijheid van de abdij zeker te stellen, kochten de zusters enkele jaren geleden een grote maisakker. Het was wel de bedoeling om daar een economische bestemming voor te vinden. Kloosterlingen krijgen geen subsidie en moeten in hun eigen levensonderhoud voorzien.

Uit de Verenigde Staten waaide een verrassend plan over: monniken van de mannelijke tak van de Trappistenfamilie waren daar een natuurbegraafplaats begonnen. Een briljant idee. Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen in optima forma. Dienstbaar aan mensen die op een mooie plek begraven willen worden (en hun nabestaanden). En een stillere bedrijfsvoering is nauwelijks denkbaar.

Kruistochtje

Natuurlijk was het ook publicitair een buitenkans. “Monniken brouwen, nonnen begraven”, kopte De Telegraaf in een paginagroot artikel. Eind augustus gaat de begraafplaats (eindelijk) open, ruim twee jaar nadat het initiatief werd aangekondigd omdat de bureaucratische molens iets langzamer draaiden dan de ondernemingslust van de zusters.

De belangstelling is groot. Niet alleen om in het ontwikkelde natuurgebied begraven te worden, maar ook voor de mogelijkheid om een urn met de as na een crematie in het veld te begraven. Op dat laatste punt leidde mijn betrokkenheid bij ‘Koningsakker’ tot een bijzondere ontdekking en persoonlijk kruistochtje.

Om mij in de uitvaartsector te verdiepen, was het boek ‘Dood, wegwijs in de Nederlandse uitvaartcultuur’ van de Nijmeegse wetenschappers Claudia Venhorst en Brenda Mathijssen een onmisbare bijbel. Zij laten daarin soms opvallende verschillen zien in de mores rond een uitvaart. In Nederland is dat een bijzondere wettelijke bepaling die onze omringende landen niet kennen: na een crematie moeten nabestaanden een maand wachten voordat zij de as van hun dierbare mogen ophalen.

Gifmengster Goeie Mie

Waarom? Toen de discussie aan het einde van de 19de eeuw over crematie in ons land op gang kwam, speelde de opmerkelijke zaak van de Leidse gifmengster Goeie Mie die ten minste 102 buurtgenoten vermoordde om daarmee erfenissen en levensverzekeringen op te kunnen strijken. Wanneer de as van een vergiftigde dode meteen zou worden vrijgegeven, zou dat forensisch onderzoek onmogelijk kunnen maken, betoogden sommige politici. De wettelijke wachttijd van een maand was nodig om eventuele moorden op het spoor te kunnen komen, concludeerde de wetgever.

Navraag in mijn directe omgeving leerde dat nabestaanden die verplichte wachtkamer vaak heel vervelend vinden. Je laat je dierbare op de dag van de crematie achter in een anonieme bewaarkast, terwijl je hem of haar het liefst gewoon mee naar huis wilt kunnen nemen. Na een maand moet je weer terug naar het crematorium. En je eerste reactie nadat die bus met as voor je neus staat, is toch: hoe weet ik nou zeker dat dit de as van mijn dierbare is? Ook een bevriende ouderenorganisatie inventariseerde hoe mensen deze wetgeving ervaarden en kwam tot dezelfde conclusie. Het is een verdrietige noodzaak waar niemand op zit te wachten.

Meer dan triviaal

Hoewel ik natuurlijk ook op gitaarles had kunnen gaan, vond ik het uitdagend genoeg om hier een lobbyprojectje van te maken. Met eigenlijk geen andere reden dan de irritatie dat wij ons allemaal neerleggen bij bestaande wet- en regelgeving zonder nog de vraag te stellen waarom we het zo geregeld hebben. Ik vond het ook wel meer dan een triviaal dingetje. Cremeren is de nieuwe norm. Waar in 1914 nog slechts één crematie op zo’n 78.000 begrafenissen plaatsvond, werden vorig jaar 100.000 overleden van de 150.000 doden gecremeerd.

Het bleek al snel een weerbarstige en dus leuke uitdaging. De uitvaartsector is conservatief; op de momenten dat ik op fora het balletje opwierp dat we misschien iets aan die verplichte wachttijd moesten doen, reageerde die steevast afhoudend. ‘Nabestaanden hebben al genoeg aan hun hoofd dus gun ze die rust om even goed na te denken wat ze met de as willen doen.’

Maar het is helemaal niet de bedoeling om het wachten te verbieden, maar om mensen de keuzevrijheid te geven. Ook omdat het aantal ‘spontane’ overlijdens steeds kleiner wordt en de dood zich vaak al lang van tevoren aankondigt. Daardoor hebben mensen ruim de tijd om over hun eigen uitvaart na te denken, inclusief de bestemming voor de as na een crematie. ‘Maar de as meteen meegeven kan helemaal niet want die heeft een paar uur nodig om af te koelen.’ Oké, dan maken we van een maand een dag. Het leidde vooral tot hoofdschuddende reacties. Waarom alles anders doen? We krijgen nooit klachten!

Recept voor stilstand

Ook in politiek Den Haag springen de lichten niet snel op groen bij veranderingen in de uitvaartwetgeving. De Wet op de Lijkbezorging valt onder drie departementen: Justitie en Veiligheid, Binnenlandse Zaken en VWS. Iedereen met Haagse lobby ervaring weet dat zodra een interdepartementale werkgroep zich met zaken bezighoudt, er altijd wel iemand is die op een rode knop drukt. Het is het beste recept om de motor voor verandering voortdurend stil te laten vallen.

Iedere keer dat de Tweede Kamer zich met de Wet op de Lijkbezorging bezighield, kwam de minister van Justitie dan ook met hetzelfde argument om de wijziging van de verplichte wachttijd van een maand tegen te houden: onmogelijk, want dat zou forensisch onderzoek in de weg kunnen staan.

Verbijsterende conclusie

Tijd om eens naar het Nederlands Forensisch Instituut te bellen met de vraag hoe vaak er de laatste tien jaar forensisch onderzoek op de as van een overledene was ingesteld. Het werd stil aan de andere kant van de lijn. Om die vraag te kunnen beantwoorden, was eerst toestemming van het ministerie van Justitie nodig. Uiteindelijk kwam de reactie: ‘Wij hebben geen gegevens dat dit in de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden.’

Contact met een prominent forensisch patholoog maakte duidelijk waarom. ‘Destijds was het idee dat sommige giften misschien nog aantoonbaar zouden zijn maar dat is onzin. Er is mijns inziens geen enkel probleem als de as diezelfde dag (na afkoelen en indien gewenst zuiveren) gewoon kan worden meegegeven’, mailde hij.

De verbijsterende conclusie was dat ambtenaren al decennialang aan een minister een argument meegeven dat op geen enkele feitelijke grond berust en een relikwie is van een strafzaak die meer dan een eeuw geleden speelde.

De waarom-vraag

Het initiatief van Monica den Boer om de Wet op de Lijkbezorging te toetsen aan deze tijd kwam dan ook precies op het juiste moment. Als zelfbenoemde lobbyist en onbetaalde belangenbehartiger namens anonieme nabestaanden lukte het om het as-issue op de agenda te krijgen.

Het is mooi dat een archaïsche bepaling waar mensen onnodig last van hebben dankzij een Kamermeerderheid van maar liefst 147 voorstemmers (!) binnenkort sneuvelt. Voortaan mogen mensen al na enkele dagen, ‘bij voorkeur binnen een week’, de as komen ophalen. De grommende bureaucraten haalden nog wel de toevoeging binnen dat de officier van justitie ‘in zeer specifieke gevallen, zoals onduidelijkheid over een natuurlijke dood’ de uitgifte van het as tijdelijk kan tegenhouden. Het valt ook niet mee om toe te geven dat opeenvolgende justitieministers jarenlang met een fabeltje naar de Kamer zijn gestuurd..

De les voor communicatieprofessionals? Wij worden ingehuurd om van buiten naar binnen te denken en bestaande conventies ter discussie te stellen. Stel iedere dag de waarom-vraag en neem met de status quo geen genoegen.

Reacties:

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Avneesh Panwar
This is my favorite games website https://wordunscrambler.online and you are apply the more games are here and you are enjoy the next level games more user are like the conformation on demand.
Lees meer Lees minder
**Bold** _italic_
Uw emailadres wordt uitsluitend gebruikt om mogelijk contact met u op te nemen naar aanleiding van uw bericht en is alleen zichtbaar voor de redactie.
Advertentie