Premium

Jos Govaart: ‘Het communicatievak heeft zich steeds meer teruggetrokken’

Jos Govaart is een halfjaar voorzitter van beroepsvereniging voor communicatie Logeion. Een voortgangsgesprek.

Jos Govaart

Hij had nooit nagedacht over een functie bij Logeion totdat hij bestuurslid Rosalinde van der Wall van de Omnicom PR Group sprak. Het gesprek kwam op het voorzitterschap van Logeion, beiden zaten wat hardop te denken.

Jos Govaart: ‘Op een gegeven moment vroeg ze: zou je je daar niet voor willen kandideren? Ik zei: oké, maar ik weet niet of de achterban op mij zit te wachten. Ze zei: ‘One way to find out... probeer het gewoon’. Dus die avond ben ik in de pen geklommen en heb een briefje geschreven. Een dag later werd ik uitgenodigd voor twee gesprekken, een week later kreeg ik een telefoontje dat ik zou worden voorgedragen. Zonder dat ik eigenlijk heel goed had nagedacht wat het van me zou vragen. Maar goed, dan krijg je de hele boel overgedragen en kom je daar vanzelf achter.’

Govaart is nu een halfjaar voorzitter van de beroepsvereniging. Tijd voor een voortgangsgesprek. De vereniging is klaar voor de toekomst, zegt hij, maar moet het stof van zich afkloppen. Waar de afgelopen jaren het communicatievak professioneel zijn waarde heeft bewezen, heeft het zich steeds meer teruggetrokken, vindt Govaart, 'We vergeten dat je het vak ook moet eren en moet vieren.'  

JM: Wat kwam je tegen toen je begon bij Logeion?
JG:

‘Een vereniging met een goed aanbod, maar die een gekke tijd achter de rug had. De voorzitter Wieneke Buurman was gestopt, daarvoor had je André Manning die als directeur was vertrokken, gevolgd door programmamanager Folkert Reith. Ook de termijn van de interim-directeur Pierre Wimmers was afgelopen… Er moest een heel nieuwe lichting aan bestuurders en managers komen. Maar om eerlijk te zijn vond ik dat ook een kans. We konden fris opnieuw beginnen.’

Dat klinkt alsof het op zijn gat lag.

‘Misschien dat dat zo lijkt, maar het vorige bestuur heeft heel veel werk onder de motorkap gedaan met een moderne opvatting van wat een vereniging zou kunnen zijn. Er zijn meer mogelijkheden gekomen om mee te doen. Dat kan variëren van de meest extreme vorm dat je in het bestuur zitten tot aan een project met een kop en een staart voor drie of vier maanden. Misschien is al dat werk niet zo sexy, niet zo zichtbaar, maar ze hebben het goed achtergelaten. En helemaal verdwenen is alle kennis ook niet. Mariëtte Pasman zit nog een jaar in het bestuur, zij is ons geheugen.’  

Vooral een gelijkvormig clubje van relatief wat oudere collega's, veelal werkzaam in de overheid en non-profitsector is actief
Moet er verder nog veel gebeuren?

‘De positieve kant is dat het er bij Logeion qua programmering, onderwerpen, website en magazine best oké uitziet allemaal. Ook het Centrum van Strategische Communicatie, dat een brug slaat tussen wetenschap en het werkveld, vervult een belangrijke functie. Dat is de ene kant van het verhaal. Tegelijkertijd is er, vooral uit de hoek van het bedrijfsleven, het beeld dat Logeion een wat stoffige club is waarvan onduidelijk is wat er precies gebeurt. Ik had dat zelf ook als ik eerlijk ben.’

En klopt dat beeld?

‘Gedeeltelijk. Er zijn een hoop leden, zo’n 4300, maar als je kijkt wie er binnen de vereniging actief zijn, dan is dat best een gelijkvormig clubje van relatief wat oudere collega's, veelal werkzaam in de overheid en non-profit sector. Mensen uit de commerciële hoek zien we te weinig. Ik denk dat de grote taak die nu voor ons ligt is om Logeion een plek te maken die ook voor hen aantrekkelijk is, waar zij beter kunnen worden en elkaar kunnen ontmoeten.’

Hoe ga je dat doen?

Ik steek mijn tijd en energie nu vooral in het ordinair opbellen van collega’s uit het bedrijfsleven om te vragen wat ze van Logeion verwachten en of ze willen meedoen. Dat was aanvankelijk vooral op de samenstelling van het nieuwe bestuur gericht, dat onlangs is aangesteld. We hebben daarin Celine van de Haterd van zorgverzekeraar VGZ, Annelies Houtzagers, die als zelfstandig ondernemer werkt, en Nathalie Soeteman, business-director bij Omnicom PR Group. Ikzelf werk natuurlijk ook als ondernemer. De marktsector is geen blinde vlek in ons bestuur. Ik krijg in die telefoongesprekken ook terug dat dat communicatieprofessionals in het bedrijfsleven het aanbod in de breedte goed en uitgebreid vinden, maar vaak ook niet specifiek genoeg. Je zou om het echt interessant te maken bijna per niche een aanbod moeten hebben.

Hoe stel je je dat voor?

‘Als een onderwerp als artificial Intelligence opdoemt zouden we op verschillende kennisniveaus een aanbod moeten hebben. Dat je kunt zeggen, op dit onderwerp bieden we een training op grootmeesterniveau, waarvoor deelnemers je na afloop niet een voldoende geven, maar een 9, en ook weer willen terugkomen. Als we in staat zijn dat ook te combineren met de nieuwe tool van de beroepsniveauprofielen, die echt enorm verbeterd is, dan zou dat perfect zijn.’

In mijn beleving gebeurde een kleine tien jaar geleden veel meer in het communicatievak... Er hing een soort van sexyness omheen.’
Dat betekent dat je veel inzicht moet hebben in specifieke behoeftes van je leden.

‘Inderdaad, we zouden meer moeten segmenteren, maar zover is de vereniging nog niet. Iedereen krijgt bijvoorbeeld dezelfde nieuwsbrief. Als je lid bent dan krijg je soms zes mails in de week, waarvan er vijf niet echt interessant voor je zijn. Ik denk dat het goed is dat we daar gerichter in kunnen zijn.’

Logeion zelf bracht altijd naar buiten dat leden zo tevreden zijn. Klopt dat niet?

‘Jawel, als je leden vraagt wat ze van het aanbod vinden, of van het blad C, dan krijg je resultaten waarvan je denkt: het gaat best wel goed eigenlijk. Voor de clubmensen is dat waarschijnlijk ook zo. Maar als we de vereniging willen verbreden en ook buiten die groep interessant willen zijn, dan moeten we ons daardoor niet in slaap laten sussen. Zoals gezegd, ik denk dat we specifieker moeten zijn in wat we die mensen bieden en tegelijkertijd ook het communicatievak in de breedte beter over het voetlicht brengen. Dat het een tof vak is waar veel gebeurt. Iets waar mensen bij willen horen.’

Gebeurt dat volgens jou niet?

‘Niet genoeg. Ik denk dat we in het communicatievak een stap terug hebben gedaan. In mijn beleving gebeurde een kleine tien jaar geleden veel meer. Dat was natuurlijk de tijd van de opkomst van social media; dat gaf een gevoel van urgentie, van: we missen de boot als we hier niet bij horen. Er hing een soort van sexyness omheen.’

Dat is bijna tegengesteld aan het belang van het vak. Dat is niet bepaald minder geworden.

‘Inderdaad. Er zijn zware thema’s en grote dossiers waar communicatie mee heeft te maken. Leiderschapskwesties, milieu en duurzaamheid, technologische transitie. Toch trekt het vakgebied zich juist meer terug. We hadden als vak een eigen journalistiek vakblad Communicatie, dat is er niet meer. De bureauvereniging VPRA is ter ziele gegaan, de Dutch PR Awards worden niet meer georganiseerd en de prijs voor Communicatieprofessional van het Jaar is ook niet uitgereikt.’

We zijn zo inhoudsgedreven dat we vergeten dat je het vak ook moet eren en moeten vieren.
Dat laatste heb ik als jurylid van dichtbij meegemaakt. Er was al jaren twijfel over de opzet en het leek of niemand een beslissing durfde te nemen. Dan maar niks.

‘Ja, dat is toch zonde. Ik heb hiervoor in het bestuur van de VIA gezeten, waar ook reclamebureaus deel van uitmaken. We zouden wel een beetje kunnen leren van het opportunisme van die sector. Daar denken ze gewoon: we vieren het vak en hebben zes award-gala's. In het communicatievak vergaderen we zes jaar over die ene award en gebeurt er nog niks. En ik begrijp dat veel mensen het bij zo’n Communicatieprofessional van het Jaar vervelend vinden dat er één persoon geëerd wordt in plaats van het hele team. En het zal best ingewikkeld zijn daar wat aan te doen. We zijn zo inhoudsgedreven dat we vergeten dat je het vak ook moet eren en moet vieren. Bovendien: elk vakgebied heeft helden nodig. Ik zou nu niet kunnen zeggen wie dat zijn.’

Tijd dat de vereniging zich uitspreekt. Dat werd vermeden of gebeurde nogal zouteloos.

Ja, dat klopt. Logeion is daar altijd voorzichtig in geweest en loopt niet voorop bij belangrijke onderwerpen. Wij hebben als bestuur nu wel gezegd: als lid moet je ergens achteraan kunnen lopen. Dat Logeion een club wordt die de toekomst duidt en daarin stelling en voorsprong durft te nemen.'

Maar hoe doe je dat bij onderwerpen als fossiele brandstof?

‘Ja, dat is een lastig onderwerp waar je leden hebt die daar verschillend tegenaan kijken. In die discussie zijn de posities wel ingenomen. Je hebt activisten en die vinden grote fossiele bedrijven het kwaad op aarde. Je hebt die grote bedrijven die zich hebben verschanst achter metershoge dossiers. Toch kun je daar best wat over zeggen. Dat bijvoorbeeld elkaar wegzetten niet de oplossing zal zijn. Je hebt activisten nodig om het op de agenda te zetten. Je hebt de grote fossiele bedrijven nodig omdat verandering daar toch de meeste impact heeft op de transitie. Ik vind het een maatschappelijke verantwoordelijkheid om balans in dat vastgelopen debat te brengen.'

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie