Premium

'Ik zie heel veel dingen waarvan ik denk: dat kan nooit lekker zitten'

In de serie Creative Achievers vertelt Guillaume Philibert hoe hij de ‘elitaire’ modewereld wist te veroveren.

Guillaume Philibert
Adformatie

Tien jaar geleden bedacht Guillaume Philibert het luxe sneakermerk Filling Pieces. Het was tijdens zijn studie bouwkunde dat hij zijn schetsen naar China stuurde om er een eerste batch schoenen te laten maken. Inmiddels ligt Filling Pieces in winkels in New York, Parijs en Tokio.

Toen ik vorige week bij je op kantoor was, stond je te dj’en tijdens de lunch. Is muziek belangrijk voor jou?
GP:

‘Superbelangrijk. Ik zie het als een vorm van kunst die ­mensen connect. Net als bij mode en andere vormen van kunst. En het is voor mij een fijne manier om even te ­ontspannen, om dingen los te laten.’

Maar in plaats van een muzikale carrière ging je bouwkunde studeren. Wat is de brug tussen bouwkunde en sneakers?
GP:

‘Ik was op jonge leeftijd al bezig met mode. Dan kocht ik bootschoentjes en daar schilderde ik op om ze te customizen. Ik was bezig met een unieke stijl, mixte verschillende soorten kleding met elkaar, designer pieces met fast fashion.

'Maar omdat mijn opa architect was, wilde ik dat ook worden. Ik vond de studie echter te theoretisch en dacht: wanneer gaan we nou schetsen? Tegelijk was ik op zoek naar een paar schoenen tussen high-end en streetwear in, en toen ben ik die zelf maar gaan schetsen. Een fabriek in China heeft samples gemaakt.; 

Had je toen al een commerciële gedachte erbij?
GP:

Nee, de insteek was: ik wil een product maken dat er niet is. Het businessgedeelte was secundair. Ik vond het gewoon tof om te doen.’
 

Met ‘Filling Pieces’ legde je de positionering al in de merknaam, dus het commerciële zat er wel snel in…
GP:

‘Precies, het verhaal moest kloppen.’
 

Hoe lang duurde het voordat je echt een bedrijf werd?
GP:

‘We hebben drie collecties in China gemaakt, toen zijn we na twee, drie jaar naar Portugal verhuisd. Dat was dichterbij, de kwaliteit was beter, we hadden meer creatieve vrijheid en de communicatie ging makkelijker.

'De tipping point kwam in 2013, toen ik mijn huidige businesspartner tegenkwam. Hij bracht zijn expertise in voor het bouwen van een bedrijf. Ik kreeg toen mijn handen vrij om te ontwerpen en na te denken over het merk. Daarna zijn we snel gegroeid.’

Aan wat voor soort winkels verkocht je je schoenen in het begin?
GP:

‘Voornamelijk high-end winkels waar de top van de sneaker-accounts werd ­verkocht. Een Baskèts bijvoorbeeld in Amsterdam. En een van de eerste ­winkels was OntFront op de Haarlemmerdijk, een toffe Nederlandse winkel.’

En ging je dan zelf langs de deur?
GP:

‘Ja, dan ging ik zelf met samples langs. En ik heb ook heel veel winkels gemaild. Ook in Parijs, Londen en New York. In het begin was het overal ‘nee’.’ 

Hoe ging je daarmee om?
GP:

‘Voor mij is dat juist motiverend geweest. Mijn ouders zijn als immigranten uit Suriname hierheen gekomen. Ik ben opgevoed met het idee dat ik twee keer zo hard mijn best moest doen om hetzelfde te kunnen bereiken. Die mentaliteit zit heel erg in mij.’

Was er een moment dat je dacht: dit gaat het worden?
GP:

‘Dat was toen ik werkte met een winkel in Amsterdam die heel veel schoenen verkocht. Ik leverde om de twee, drie weken op zaterdag aan ze. Ze hadden steeds een wachtlijst van bijna honderd man.

'Eén zaterdag kwam ik te laat, met een volgepropte Seat Leon uit Heemskerk aangereden – ik woonde nog bij mijn ouders – toen er al een lange rij mensen voor de winkel stond. Maar in plaats van geïrriteerd waren ze superblij en hielpen ze me de schoenen uit te pakken. Toen dacht ik: dit gaat hem worden.’

Je bent geïnspireerd door onder anderen Pharrell ­Williams, omdat hij ook stijlen mixt. Heb je al wel eens een van die voorbeelden op jouw schoenen zien lopen?
GP:

‘Pharrell Williams of Kanye West nog niet helaas, maar The Weeknd, een artiest die ik heel hoog heb zitten, heeft Filling Pieces in zijn videoclip gedragen. En zo zijn er heel veel toffe artiesten, modellen en atleten die het dragen.’

Heb je dan even een yes-moment?
GP:

‘Ja, maar ik blijf daar niet te lang in hangen. Ik vind het supertof, maar dan is het meteen: let’s go on. Ik vind het jammer dat ik er te weinig bij stil sta.

Vanmorgen werd ik wakker met een e-mailtje dat ik in de ‘30 under 30’ lijst van Forbes sta (een lijst met 30 veelbelovende, innovatieve geesten, WB). Ik ga naar het office, zit de hele dag in meetings en pas toen ik net hier binnenkwam en iemand me een berichtje erover stuurde, besefte ik: dit is supertof.’

Ik las in een interview met modeontwerper Monique van Heist dat tegenwoordig iedereen Instagram als virtuele winkelpui gebruikt, maar dat marketing echt wat anders is dan modeontwerpen. Hoe kijk jij daarnaar?
GP:

‘Het internet heeft een revolutie teweeggebracht. Ik sta met mijn ene voet in begrip voor de oudere garde en met mijn andere in de realiteit van nu. Zonder internet was er geen Filling Pieces geweest.

'Dat geldt voor nog heel veel andere merken die een bepaalde toegevoegde waarde hebben. Het elitaire van mode is er een beetje vanaf, omdat de regels zijn veranderd. En je moet het spel nu eenmaal spelen via de regels.’
 

Dus je hebt de formele scholing in de mode nooit ­gemist?
GP:

‘Nee. Als je mij vraagt: maak een galajurk, dan kan ik dat niet. Maar ik weet wel heel goed hoe die eruit moet zien.’

De gatekeepers van het creatieve domein zijn weg?
GP:

‘Ja, en dat is heel goed want het geeft mensen de creatieve vrijheid om te maken wat ze willen. En zichtbaar te worden. Vroeger was je pas ontwerper als die en die je een ‘go’ gaven. Maar je kunt een merk pas een merk noemen als het zich een bepaalde tijd heeft bewezen.’

Dus je kunt eindeloos op Instagram posten, maar als het niet deugt wat je maakt, breek je toch niet door?
GP:

‘Precies, daar geloof ik heel erg in.’

We hadden het net over het spel volgens de regels ­spelen. Zijn de regels van de architectuur en mode verschillend?
GP:

‘Ik denk dat functionaliteit binnen de architectuur van groter belang is dan in de mode. Ik zie heel veel dingen waarvan ik denk: dat kan nooit lekker zitten. Maar het ziet er wel mooi uit. En dan is het mode.’

Als je mij vraagt: maak een galajurk, dan kan ik dat niet. Maar ik weet wel heel goed hoe die eruit moet zien'
Huur je daar specialisten voor in?
GP:

‘Vroeger ontwierp ik elke schoen, maar helaas kan ik niet overal meer bovenop zitten. Ik weet wel de juiste mensen binnen te halen. Ik heb een keer een opdracht gegeven aan een industrieel ontwerper uit Denemarken die net klaar was met zijn studie om twee zolen te ontwerpen.

'Op een gegeven moment dacht ik; deze guy is veel beter dan ik. Uiteindelijk heb ik hem de verantwoordelijkheid ­gegeven om het footwear designteam te leiden, zodat ik me kon ­focussen op ready-to-wear. Ik omring me graag met ­mensen die beter zijn dan ik.’
 

Je hebt een keer gezegd, ik ben een slow cook, ik wil niet groeien om het groeien. Maar iedereen trekt aan je, hoe balanceer je dat?
GP:

‘Ik geloof heel erg in de long run, maar ben ook super ongeduldig. Dus dat is wel moeilijk. Het heeft mij zes jaar gekost voordat ik bij Barneys lag (een luxe warenhuis in New York, WB) en vier jaar bij Colette in Parijs.

'Als je er hard genoeg voor werkt, dan komen dingen wel. Op die manier geloof ik echt in de lange termijn. De moeilijkheid is wel dat mode met momentum werkt. Als je iets te pakken hebt, moet je doorknallen.’

Guillaume vertelt dat hij 16 was toen hij voor het eerst bij Barneys in New York kwam, waar toen al high-end streetwear werd verkocht. Hij was danig onder indruk. Dáár wilde hij met Filling Pieces liggen. Eindeloos stuurde hij mailtjes naar de inkoper, maar het antwoord was steeds ‘nee’.

Uiteindelijk lukte het. En het warenhuis stelde op een gegeven moment zélf voor om een ready-to-wear collectie exclusief bij Barneys te lanceren. Dat is hoopgevend voor mensen die altijd ‘nee’ als antwoord op hun e-mails ­ontvangen.

Het kan dus toch allemaal nog goed komen. Guillaume: ‘No is not the final answer. Barneys zei de eerste seizoenen dat Filling Pieces ‘not yet ready for Barneys’ was. Maar als je er hard voor werkt en vernieuwend bent, komt er vanzelf een moment dat je uitsteekt boven de rest.’ 

In de serie Creative Achievers gaat Wouter Boon op zoek naar de geheimen van creatief succes. Luister naar het volledige interview via creative-achievers.com of een van de vele bekende podcastplatforms.

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie