Schrijftip #5: gebruik (sub)koppen

Het zijn de proppers voor je woordendisco, de fakkels langs je taaltuinpad, de verkeersborden op je letterknooppunt: headings en subheadings. Ze lokken de lezer naar je verhaal en wijzen aan welke informatie in welke alinea staat. Over de soorten kopregels en hoe je ze toepast, gaat de vijfde schrijfwet van escobar.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Koppensnellen
Niemand leest je tekst. Je mag blij zijn als iemand de moeite neemt om hem scannend door te nemen. Daarom zijn koppen en subkoppen zo belangrijk. Een heading, kop of titel staat boven het artikel. Een subheading of subkop zet je boven een alinea. Niet zo moeilijk allemaal. Maar bedenk er maar eens een.

Hapklare brokken
Staat je verhaal op papier en ben je er redelijk tevreden over, maak dan hapklare brokken van je tekst. Om te beginnen met alinea&;s van ongeveer gelijke lengte. Dan zet je een subheading boven elke alinea. Je lezer zal je dankbaar zijn. Maar let op: ga niet lollig lopen doen omdat dat zo creatief is. Of juist heel formeel omdat het een serieuze tekst is.

Drie niveaus
Bedenk welk type subkop je gebruikt voor een specifieke alinea. Er zijn drie communicatieniveaus: informeren, uitleggen en prikkelen. Het een is niet beter dan het ander. Het gaat erom dat je bewust kiest voor een bepaald type kop op een bepaalde plaats.

Niveau 1: informeren - UPT Zonnepaneel 300 Watt piek
Niveau 2: uitleggen - Forse besparing op uw energiekosten
Niveau 3: prikkelen - Leef van de zon

Popcorn
Bovenstaand voorbeeld is een fictieve advertentie voor een home-cinemaset. De heading in de advertentie links is heel functioneel: het is wat het is, namelijk een DAV-DZ30. Niets mis mee als je bijvoorbeeld geeks wilt bereiken. De tweede is al wat &;uitleggeriger&;. Sterke uiting die een grote doelgroep zal aanspreken en voor meer begrip zorgt. Maar niet heel creatief. De heading rechts is meer associatief dan de middelste. Je brein moet in twee stappen snappen wat het product doet én een positief gevoel oproepen.

Waar ligt de suiker?
Welke kopregel je kiest, hangt af van wie je aanspreekt, waar je merk voor staat en aan welke boodschap je lezer op dat moment behoefte heeft. Stel, je loopt met een krijsende peuter aan je kuit door de Makro op zoek naar suiker. Dan wil je een bord boven het gangpad zien met het woord &;suiker&;, niet met &;zoete smaakbeleving in je koffie&;. En de magazijnmedewerker die een DAV-DZ30 uit het rek moet trekken, kan uiteraard weinig met &;Helaas zonder popcorn&; op de doos.

Kies je niveau
Als je weet dat je lezer suiker zoekt in je tekst, geef hem dan een subheading op niveau één. Maar als je hem in zijn leesreis wilt verleiden een bepaalde alinea te lezen, gebruik dan niveau twee of drie.

Kopregel Kermit
Deze frog with horse sense draait zijn kikkerhand niet om voor een pakkende kopregel.

Schrijftips
• Zet subkoppen boven elke alinea
• Varieer in subkopniveau: informeer, leg uit of prikkel
• Kies het niveau dat bij leesmoment, doelgroep en merk past

Lees ook
: varieer in zinslengte">Schrijftip : varieer in zinslengte
: praat normaal">Schrijftip : praat normaal
: schrijf vanuit je lezer">Schrijftip : schrijf vanuit je lezer
: hou vaart in je tekst">Schrijftip : hou vaart in je tekst

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie