De sector media/communicatie, of, breder nog, de creatieve industrie, is een exemplarische netwerkeconomie; en een bron van hoogwaardige economische groei – in Nederland zelf, en door export. Innovatie in deze sector wordt sterk gevoed door cross-overs (samenwerking tussen verschillende typen bedrijven) en laat zich exporteren.
Twee belangrijke zaken wil ik hier aan de orde stellen: de vorming van een publieke content exchange, en verbetering van de ‘financierbaarheid’ van creatieve initiatieven.
Eerst iets over de financierbaarheid: de creatieve industrie is innovatie-gedreven. Innovatie is een onzeker, soms ongrijpbaar fenomeen. Conventionele vormen van financiering voldoen maar ten dele: banken zijn beperkt bereid, zeker in deze tijden van financiële stagnatie. Durfkapitaal is essentieel. Dat komt makkelijker los als de overheid het risico beperkt, met name voor de ‘kleine deelnemer’. Dus: een regeling als ‘tante Agaath’ wordt grootschalig beschikbaar gemaakt en luidruchtig aangeprezen, gericht op een breed spectrum van creatieve projecten. Van tv-formats tot mobiele advertentieplatforms, van architectuur tot mode, van design tot muziek. Vooral kleinere investeringen worden zo aangemoedigd. Ook de ‘technostarters’-regeling blijft, maar wordt wel vereenvoudigd en daardoor toegankelijker. Dat laatste geldt overigens voor alle vergelijkbare faciliteiten.
En dan de content exchange. De Publieke Omroep (PO) speelt hierin een hoofdrol. Er zal een bruisende proeftuin komen voor nieuwe formats en concepten. De mediawet wordt aangepast om de PO en commerciële partijen ruimte te geven voor samenwerking, in experimenten en hergebruik van bestaande producten. Publieke mediacontent wordt opgenomen in een open ‘bank’ die voor iedereen toegankelijk is: hergebruik om niet. Dus mogen bijvoorbeeld commerciële media voortaan beeldmateriaal van het NOS Journaal gebruiken. Deze en andere vormen van hergebruik stimuleren niet alleen publiek gefinancierde creativiteit, maar geven ook een groter bereik aan schaarse onderzoeksjournalistiek.
Dan is er nog een aantal andere, generieke maatregelen, met als belangrijkste de ‘kwartering’ van onze economie: 25K belastingvrije voet, 25 procent flat-rate inkomstenbelasting, 25 procent vennootschapsbelasting, 25 procent btw. Ongeveer alle aftrekposten worden geschrapt.
Het JSF-project wordt beëindigd. In de Randstad komt een fijnmazige metro en we gaan veel meer investeren in onderwijs en onderzoek. Met name in ‘toegepast-kwantitatieve’ kennisgebieden, die zo belangrijk zijn voor nieuwe digitale creativiteit.
De economie gaat groeien, mede dankzij de creatieve sector.
Michiel Buitelaar is vertrekkend directielid van Sanoma Nederland en lid van de Creative Council. Hij schreef deze column op persoonlijke titel.
Nederland staat voor een opgave die om grote veerkracht vraagt’, sprak prinses Beatrix in haar laatste Troonrede, vorig jaar. In de weken voor de eerste Troonrede van koning Willem-Alexander, dringt de vraag zich op of de veerkracht deze keer van de marketing-, communicatie en mediabranche zal moeten komen. Want de huidige crisisaanpak blinkt niet echt uit in effectiviteit en creativiteit… Dus vroegen Adformatie, Tijdschrift voor Marketing en Communicatie 24 experts naar hun mening over 2014. Bij welk beleid zijn onze vakgenoten – en alle andere Nederlanders – het meest gebaat?
Onder anderen de volgende vakgenoten leveren een bijdrage aan deze serie: Ton Planken, Michiel Buitelaar, Rik Heijmen, Lot Keijzer, Ronald Pont, Reyn Jongenelen, Steven van Belleghem, Pieter Meijer, Ge Key, Polle de Maagt, Betteke van Ruler, Jaap van Ginneken, Wesley Terhaar en Ron van der Jagt.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!