[Onderzoek] Campagnes voor hogere opkomst bij verkiezingen helpen niet, meer stembussen wel

Gemeenten kunnen stoppen met het organiseren van debatten en andere acties.

[Door Yolanda de Koster, Binnenlands Bestuur]

De opkomst bij de laatste raadsverkiezingen in 2014 was met 54 procent (landelijk) weer net iets lager dan vier jaar eerder, toen 54,1 procent van de kiezers hun stem uitbracht. In een aantal (met name) grote gemeenten toog zelfs minder dan helft van de kiezers naar de stembus. En dat terwijl veel gemeenten diverse instrumenten in de strijd hadden gegooid om die opkomst te verhogen.

Digitale media
In ruim de helft tot driekwart van de gemeenten werden voor de verkiezingen van 2014 verkiezingsmarkten, debatten, persoonlijke brieven aan inwoners, digitale media en krantenberichten ingezet. Gemiddeld besteedden gemeenten hier ruim 10.000 euro aan. Maar al die inspanningen leveren niets tot nauwelijks iets op, zo blijkt nu uit het onderzoek Verbetering op komst dat deze week in het Rotterdamse stadhuis is gepresenteerd.
‘Deze inzet heeft nauwelijks effect op de hoogte van de opkomst’, concluderen de onderzoekers van de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur, verbonden aan Tilburg University.

Gemeentelijke communicatie
De onderzoekers kunnen geen positief effect vaststellen ‘tussen de gemeentelijke communicatie-inzet en de hoogte van de opkomst.’ ‘De hoogte van de lokale opkomst wordt voornamelijk bepaald door factoren die losstaan van de inzet van gemeenten om inwoners te bewegen naar de stembus te gaan’, stelt bestuurskundige Julien van Ostaaijen, een van de onderzoekers. ‘Het gaat dan om sociaal-demografische factoren, sociale factoren en politieke factoren.’

Eenzaam of ongelukkig
Zo laten jongeren, etnische minderheidsgroepen en bewoners van grote gemeenten vaker de stembus links liggen. Ook inwoners die eenzaam of ongelukkig zijn, weinig vertrouwen hebben in anderen of hun gezondheid als slecht ervaren, zijn minder geneigd om te stemmen. Mensen met minder vertrouwen, interesse en ontevredenheid over (de kwaliteit van) het gemeentebestuur laten het stemhokje eveneens vaker links liggen.

Kort verkiezingsfeestje
Gemeenten hebben op al deze factoren geen tot nauwelijks invloed. Dit vergt structurele inzet. Van Ostaaijen: ‘Je moet niet gedurende zes weken voorafgaand aan verkiezingen laten zien hoe geweldig de gemeente is en de raadsverkiezingen zijn. Een kortdurend verkiezingsfeestje heeft geen zin. Op maatschappelijke betrokkenheid bijvoorbeeld kun je wel invloed hebben, maar dat is een proces van lange adem.’

Praktische belemmeringen
Opvallend is de relevantie van praktische belemmeringen, stellen de onderzoekers. Geen tijd hebben om te stemmen, vergeten zijn te stemmen, de oproep kwijt zijn, afwezigheid of ziekte heeft een (grote) invloed op de opkomst.
Het kwantitatief onderzoek onder de 272 gemeenten wijst daarnaast uit dat het aantal stembureaus relevant is voor de hoogte van de opkomst. Gemiddeld zetten gemeenten 0,6 stembureau per duizend inwoners in.

Bedankje
Ten slotte onderscheiden de onderzoekers, op basis van diverse literatuuronderzoeken en evaluaties, ondanks alles een aantal instrumenten die nog het ‘meest kansrijk’ zijn: het sturen van brieven, inclusief een bedankje voor eerder uitgebrachte stemmen én informatie over de naderende verkiezingsdatum, met inwoners in gesprek gaan (bij voorkeur deur-aan-deur), een verkiezingsfestival, de inzet van een digitale stemhulp en het sturen van herinneringsberichten.

is redacteur bij Binnenlands Bestuur.

Op de foto: stemontbijt in Amsterdam, 2014.

FOTO: ANP

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie