De bomen, het bos, en transparantie

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Over transparantie verschijnen zoveel berichten dat je bijna door de bomen het bos niet meer ziet. Vandaag wordt in Amsterdam de nieuwe versie van de GRI-richtlijnen gepresenteerd. De GRI-G4 moet de kwaliteit van maatschappelijke jaarverslagen verder omhoog brengen. Afgelopen maand kwam de Europese Commissie met een voorstel om bedrijven te verplichten te rapporteren over niet-financiele gegevens, en publiceerde de IIRC de eerste versie van een het framework voor geintegreerde verslaglegging. Om wat transparantie aan te brengen in al het nieuws van de GRI, de IIRC en de EC geef ik een korte schets van de drie verschillende initiatieven.

De GRI (Global Reporting Initiative) bouwt met de voort op de rapportagerichtlijnen voor duurzaamheidsverslagen die al sinds 1997 in ontwikkeling zijn. Bij de GRI zijn honderden organisaties betrokken, van goede doelen tot multinationals en van overheden tot kennisinstellingen. In de afgelopen jaren zijn de GRI-richtlijnen uitgegroeid tot de meest invloedrijke standaard voor maatschappelijke verslagen. In de nieuwe versie van de richtlijn ligt meer dan ooit de nadruk op stakeholderbetrokkenheid, ketenverantwoordelijkheid en materialiteit. Dat betekent dat er wat meer afstand genomen wordt van de lange lijsten indicatoren op allerlei terreinen die vroeger de basis vormden van het GRI-raamwerk. Ook de ‘application levels’ vervallen: er zijn dus geen verschillende rapportageniveaus meer.

De IIRC (International Integrated Reporting Council) is een tamelijk nieuwe organisatie, die speciaal opgericht is om ´integrated reporting´ van de grond te krijgen. In een geïntegreerd jaarverslag worden financiële gegevens gekoppeld aan niet-financiële informatie, zodat geldschieters en beleggers een veel betere risico-inschatting kunnen maken. Zeker voor de langere termijn geeft alleen informatie over omzet of winst te weinig houvast. Het van de IIRC benoemt zes inhoudelijke hoofdonderwerpen (capitals) waarover gerapporteerd moet worden: financial, manufactured, intellectual, human, social en natural. Vogens het IIRC moet ieder bedrijf kunnen uitleggen hoe het deze ‘kapitalen’ inzet en welke invloed de organisatie heeft op de kwaliteit van die kapitalen. Zo wordt duidelijk dat bijvoorbeeld de groei van financieel kapitaal ten koste gaat van menselijk kapitaal.

Bedrijven zijn niet verplicht de richtlijnen van de GRI en de IIRC te gebruiken, voor ligt dat uiteraard anders. De Europese Commissie wil met regels afdwingen dat grote ondernemingen meer inzicht gaan geven in niet-financiële gegevens. Dan gaat het om transparantie over bijvoorbeeld corruptie, mensenrechten, milieu en diversiteit. De Commissie laat de uitwerking van de wetten over aan nationale overheden, zodat iedere lidstaat zijn eigen regels en standaarden kan gebruiken. De rapportageverplichting gaat alleen gelden voor bedrijven met meer dan 500 werknemers, en een balanstotaal van meer dan 20 miljoen euro of een omzet hoger dan 40 miljoen. In Nederland vallen waarschijnlijk zo´n 700 bedrijven in de categorie – precieze cijfers ontbreken nog.

Uiteraard hebben de EU, de IIRC en de GRI allemaal hun eigen invalshoeken en uitwerking gekozen, maar in grote lijnen zit er toch veel overlap in hun visie. Dat deze drie pogingen om de transparantie van bedrijven te vergroten nagenoeg samenvallen in de tijd is wellicht toeval, het illustreert wel hoe sterk de ontwikkeling is dat van bedrijven steeds vaker gevraagd wordt zich te verantwoorden over hun maatschappelijke impact.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie