Politici vinden het normaal om hun leider af te vallen en de eigen partij te beschadigen

Bussemaker die Asscher afvalt, het zoveelste voorbeeld van nestbevuiling in de politiek

Onverschilligheid als het om goede beeldvorming van hun partij gaat, blijft kenmerkend voor teveel politici. Nu weer bij minister Jet Bussemaker (PvdA) en het net vertrokken Tweede-Kamerlid Sharon Gesthuizen (SP). Ook zij zien het kennelijk als hun taak om hun politieke leider(s) af te vallen, hun partij te beschadigen en burgers die daar niet op zitten te wachten een blik op hun zieleroerselen te verschaffen.

Honderden miljoenen

Jet Bussemaker is nota bene onze minister van Onderwijs, ik herhaal: onderwijs. Nu wist haar politieke leider Asscher bij dit of het volgend kabinet zowaar honderden miljoenen los te branden voor een salarisverbetering van onderwijzers en dan heeft mevrouw B. de euvele moed op de radio wat negatiefs te zeggen van de manier waarop dat is gegaan! Terwijl Asscher binnen enkele weken op dit punt méér wist te bereiken dan mevrouw in haar hele vier jaar ministerschap.

Kakelen

Bovendien zou iemand op ‘Onderwijs’ toch moeten weten wat het educatieve effect op de kiezers is als je je leider zo onbeschaamd afvalt. Je zegt op die manier immers: in onze partij is het een zootje, wij kakelen maar wat door elkaar heen, en van complimenten en respect hebben we nog nooit gehoord.

Wat een armoe! Mevrouw Bussemaker studeerde nog wel cum laude af op ‘Politieke theorie en de moderne staat’; promoveerde ook nog eens in datzelfde vakgebied en denkt sindsdien kennelijk de wijsheid in pacht te hebben.

Schrikbewind

Sharon Gesthuizen van de SP beschrijft in haar recente boek het ‘schrikbewind’ dat Jan Marijnissen jarenlang over de SP-Tweede-Kamerfractie heeft gevoerd. Dat wisten we allang, maar in deze politiek windstille periode van de kabinetsformatie krijgen zulke uitlatingen weer eens buitenproportionele aandacht.

Rellerig vertrek

Genoemde dames zijn niet de enige nestbevuilers. Omvangrijke beschadiging van je eigen politieke partij is schering en inslag geworden. Met Geert Wilders natuurlijk als het meest prominente voorbeeld, gezien zijn indertijd rellerige vertrek uit de VVD. Hij kreeg overigens later het ene na het andere koekje van eigen deeg, met al die weglopers uit de PVV. Wat een beeld schiep van een volstrekt instabiele beweging onder een hysterische leider.

37 afsplitsingen

Na de Tweede Wereldoorlog mochten we maar liefst 37 (!) afsplitsingen van politieke partijen noteren, dus personen of groepen die voor zichzelf begonnen. Hun oude partij beschadigd achterlatend. Met honderden kwalijke interviews en optredens in praatprogramma’s. Het meest recent waren naast eenlingen als Monasch die twee van ‘Denk!’, Özturk en Kuzu, die ook al de PvdA misbruikten zolang dat in hun - ditmaal met Turkse vlaggen getooide - kraam te pas kwam.

Overschreeuwen

Meestal ging het om iets te grote politieke ego’s die eerder slechts op de slippen van een hoogwaardige lijsttrekker de Kamer wisten binnen te komen. Terwijl ze zelf nog geen flard van de kiesdeler wisten te halen. Maar zich na hun vertrek uit de fractie natuurlijk de trotse eigenaar van die zetel(s) verklaarden, met alle recht om die te blijven bezetten… Waarna zij zowel in de Kamer als in de media toch de vloer kregen, zich nog harder gingen overschreeuwen, goud geld kostten, en het politieke bedrijf voor de burger nog onoverzichtelijker maakten. Bovendien, beleidsmatig maken ze sowieso weinig klaar. Dus wat schieten wij als burgers er mee op?

Veelkoppig monster

Hierin orde op zaken stellen is lastig. Want het is een veelkoppig monster: politiek, psychologisch, ethisch… De huidige politieke mores werken ook niet mee. Welbewust ‘lekken’, partijgenoten die elkaar publiekelijk beleidspunten betwisten, of karaktermoord op een andere andere kandidaat plegen, het hoort allemaal tot het ‘normale’ politieke handwerk. Daardoor is het voor politici volkomen aanvaardbaar als een van hen achteraf in een boek of interview wild om zich heen slaat, om zijn of haar frustraties kwijt te raken. Daar kunnen we dan wel een fatoensnorm op loslaten. Maar dat helpt ook niet echt.

Psychologische test

Een psychologische test voor aanstaande politici zou misschien tot het verplichte arsenaal voor hun beoordeling moeten behoren. Naast een AIVD-onderzoek en de aanbieding van geloofsbrieven, die nu eenmaal weinig meer bevestigen dan dat de kandidaat Nederlander is en geen functies bekleedt die onverenigbaar zijn met het lidmaatschap van de Tweede Kamer.

Je zou overigens meer geneigd zijn een psychologisch onderzoek te bepleiten dat ook naar enkele ethische aspecten kijkt. Dus is de kandidaat loyaal? Of rancuneus? Verbergt hij een ongewenste politieke agenda? Heeft hij bewezen enig fatsoen in zijn bast te hebben? Maar ja, zo’n test is natuurlijk niet haalbaar.

Harder ingrijpen

Aan al die afsplitsingen van Kamerleden is overigens wél wat te doen. Afsplitsen zou moeten betekenen: zetel(s) inleveren en wegwezen! Dat zou een hoop nodeloze politieke ruis voorkomen. Het is echt onbegrijpelijk dat de partijen en het kabinet ter zake niet veel harder ingrijpen. Al die spindoctors, communicatieadviseurs, voorlichters, staatsrechtgeleerden, staatscommissies, en verbolgen commentatoren in de media, hebben kennelijk geen invloed als het gaat om de machthebbers op dit punt tot actie te bewegen. En zo veel van die politieke en communicatieve serieverkrachting te helpen voorkomen.

Mocht iemand dus eens een mechanisme willen zien waarmee een democratie zich de vernieling in werkt, dan zou hij eens een tijdje naar het huidige politiek Den Haag kunnen kijken.

Foto: ANP / Bart Maat

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie