CMC tegen beperking kredietreclame

In een brief aan de Raad van State spreekt het CMC zijn zorg uit over het initiatiefwetsvoorstel van CDA en PvdA om kredietreclame op tv drastisch te beperken

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Het CMC zet niet alleen vraagtekens bij de effectiviteit van een dergelijk , de brancheorganisatie plaatst ook kanttekeningen bij de juridische haalbaarheid ervan. Zo zegt het CMC een goede analyse van de achtergronden van het ontstaan van problematische schulden te missen. Daarover moet eerst meer duidelijkheid komen. Het verplicht stellen van een betere kredietwaardigheidscheck en/of onderzoek naar het risicoprofiel van een klant zou op dat vlak volgens het CMC meer soelaas bieden.

Het CMC stelt in de brief dat ‘het enkel stellen van beperkingen aan reclame-uitingen voor kredieten in strijd is met het Europees verbod om het vrij verrichten van diensten te beperken. (...) Immers dit soort wetgeving maakt het voor dienstverleners uit andere lidstaten moeilijker om toegang te krijgen tot de Nederlandse markt, omdat de mogelijkheden om de doelgroep te bereiken worden beperkt (hetgeen het wetsvoorstel ook beoogt).’

Misleidende reclame is al volgens de wet verboden. De indieners van het wetsvoorstel stellen echter dat er reclames zijn waarvan volgens de letter van de wet niet vastgesteld kan worden dat ze misleidend zijn, maar er wel heel dicht in de buurt komen. De indieners zijn het in feite dus oneens met het in de wet gedefinieerde begrip misleiding, concludeert het CMC. De branchevereniging vraagt zich af of het niet beter is om te kiezen voor aanpassing van dat begrip, in plaats van alle kredietreclame te verbieden.

Uit de memorie van toelichting blijkt verder dat CDA en PvdA niet alleen misleiding willen verbieden, maar ook verleiding. Maar, zo stelt het CMC, alle reclame is verleiding. ‘Door niet alleen misleiding te verbieden, maar ook verleiding in de vorm van het tonen van goederen en diensten die met krediet gekocht kunnen worden, stellen indieners op puur subjectieve gronden beperkingen aan reclame. Zij hebben immers niet kunnen aantonen dat problematische schulden, en de toename daarvan, ontstaan door deze commercials.’

De indieners hadden er volgens het CMC ook voor kunnen kiezen te regelen dat de consument niet onnodig wordt verleid tot overkreditering. Dat kan in een reclamecode (zelfregulering) worden opgenomen. ‘Een dergelijke maatregel was proportioneler geweest. En bovendien effectiever, omdat men dan een regeling heeft voor alle media, terwijl dit wetsvoorstel enkel over televisiereclame gaat.’ Ook het moment van indiening van het wetsvoorstel verbaast het CMC. Op 1 april is het verplicht geworden waarschuwingzinnen en -symbolen te plaatsen. ‘Waarom wordt het effect daarvan niet afgewacht?’

Naast inhoudelijke beperkingen aan kredietreclame stelt het wetsvoorstel ook beperkingen aan de hoeveelheid kredietreclame door een verbod op televisiereclame tussen 6 uur ’s ochtends en 21 uur ‘s avonds. ‘Die tijden zijn zeer arbitrair en onevenredig. Ter rechtvaardiging wordt verwezen naar de Mediawet 2008, die een dergelijk verbod kent voor alcoholreclame. Dat verbod dient ter bescherming van minderjarigen. Daarvan is in dit wetsvoorstel geen sprake. Immers kredietverstrekking aan minderjarigen is bij wet beperkt. Waarom een grens van 21 uur ter bescherming van jonge gezinnen? Men zou ook kunnen betogen dat deze juist pas na 21 uur toekomen aan het kijken naar televisie.’

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie