Premium

Jimmy Nelson: ‘Ik investeer steeds alles in één foto'

De fotograaf is wereldberoemd dankzij zijn gestileerde beelden van oorspronkelijke bewoners in de meest afgelegen gebieden ter wereld.

Jimmy Nelson
Beeld: Michael Floor

Fotograaf Jimmy Nelson is wereldberoemd dankzij zijn gestileerde beelden van oorspronkelijke bewoners in de meest afgelegen gebieden ter wereld. Zijn kostschooljeugd heeft hem veel ellende gebracht, maar ook de drive gegeven voortdurend het avontuur op te zoeken. En om zijn leven zó in te richten dat hij alleen nog maar doet waar hij echt gelukkig van wordt.

Laten we beginnen bij jouw kostschooltijd; niet de prettigste uit je leven…

‘Ik wil eerst nog iets verder teruggaan. Mijn vader werkte voor Shell en we woonden elk jaar ergens anders; Zuid-Amerika, Azië, Papoea-Nieuw-Guinea. Ik was een soort eigentijdse Mowgli; vrij, wild, naakt, grenzeloos; zoals een kind hoort op te groeien. Het was fantastisch. Maar toen ik zeven was, besloot mijn vader om me naar een kostschool te sturen in het Noorden van Engeland, vlak bij de grens met Schotland. Erg geïsoleerd, met honderd kinderen en vierhonderd Jezuïeten. Een deel van die priesters had toegang tot die kleine jochies, met hun kleine, strakke onderbroekjes. We leefden daar in constante angst.’

Alsof dat niet genoeg was, gebeurde er nóg iets dramatisch…

‘Toen ik zestien was, kreeg ik in Sierra Leone cerebrale malaria. Als gevolg van een enorme hoeveelheid stress en het verkeerde medicijn had ik ineens geen haar meer, toen ik op een ochtend in de spiegel keek. Ik zag eruit als een alien. Dat was een shock. Ik dacht: ik ben dezelfde persoon, maar onder leeftijdsgenoten merkte ik dat dat toch niet het geval was. Het maakte me eenzaam, maar het heeft me ook iets gebracht. Ik kwam op een pad van durf, geen grenzen voelen, gewoon in het diepe springen. Dus op mijn zeventiende rende ik weg.’

Was er ruimte voor creativiteit op de kostschool?

‘Ik tekende en schilderde, maar dat werd gezien als tijdsverspilling. Daarbij dacht men dat ik achterlijk was omdat ik op mijn zevende nog niet kon lezen en schrijven. Dat kwam omdat ik voor die tijd niet naar school was geweest, maar kano’s bouwen en in bomen klimmen kon ik wel. Ik was creatief, maar dat werd niet gewaardeerd.’

Zag je je creativiteit niet als een vaardigheid?

‘Nee, ik zag het als een handicap. Maar ik had wél voortdurend de innerlijke drang om de dingen die ik zag en voelde op papier te krijgen.’

Ze zeggen wel eens dat een moeilijke jeugd een goede bron is voor creativiteit.

‘Als die moeilijke jeugd op zo’n extreme manier aan je wordt opgedrongen, dan is dat natuurlijk nogal ingewikkeld. Dat gezegd hebbende, door die extremiteiten leef ik nu een buitengewoon bijzonder leven.’

Kuifje werd letterlijk mijn avatar
Zorgde de kostschool ervoor dat je naar Tibet ging?

‘Ja, absoluut. Ik vluchtte voor de angst. Op kostschool had ik Kuifje-boeken en Kuifje werd letterlijk mijn avatar. Zoals jongeren nu online verdwijnen, zo verdween ik in Kuifje. Nog steeds ken ik elk boek uit mijn hoofd.’

Wilde je net als Kuifje fotograaf of journalist worden?

‘Nee, toen ik in de spiegel keek en kaal was, dacht ik, waar kan ik me thuis voelen? Ik werd geïnspireerd door Kuifje in Tibet. Daar woonden allemaal kale mensen. Ik kocht een enkeltje, vertelde het aan niemand en pas twee jaar later kwam ik terug. Ik kwam daar in een cultuur terecht die me weer tot leven bracht. Ze voedden me, leerden me dingen, hielden van me en accepteerden me zoals ik was. Ik had een oud, Russisch cameraatje mee en vier rolletjes Kodak Color Gold, waarmee ik uit dankbaarheid portretten van de Tibetanen maakte.’

Vervolgens lukte het je om deze portretten aan een magazine te verkopen.

‘De foto’s werden niet gepubliceerd vanwege hun kwaliteit, maar omdat ik levend terugkwam uit een land dat dertig jaar gesloten was geweest. Ik kreeg er wat geld voor. Iemand zei toen tegen me: je zou fotograaf kunnen worden. Dat klonk wel aantrekkelijk, want betekende dat ik niet hoefde te studeren, niet in London hoefde te blijven en het avontuur kon voortzetten. Ik ging daarna drie à vier jaar oorlogen vastleggen. Om preciezer te zijn: dichtbij mensen wonen die het mentaal nog slechter hadden dan ik. Ik was geen journalist, ik had geen opleiding, was geen autoriteit. De enige missie die ik had was de pijn die nog in mij zat verdoven. Ik ging naar Afghanistan, Somalië, Nicaragua, El Salvador, Joegoslavië.’

Werd je wel een betere fotograaf?

‘Ik had vooral ruimtelijk inzicht, dat zat in mij. Ik hoefde ook niet zozeer te leren hoe een camera werkte, ik leerde vooral communiceren. Daar investeerde ik tijd in. Ik vroeg me steeds af; wat is het verhaal dat ik probeer te vertellen?’

Dacht je ook: ik heb niets te verliezen?

‘Ja, volledig. Ik durfde dingen te doen die een normaal mens niet in zijn hoofd haalt. Als je dat op een semi-gecontroleerde manier doet, doe je heel bijzondere ervaringen op.’

Hoe kwam je weer terug bij je ‘Tibetaanse’ portretten?

‘Ik kwam mijn ex-vrouw tegen en die zei: deze manier van leven wordt nog eens je dood, dus laten we een gezin beginnen. Zo verhuisde ik naar Amsterdam. Om het gas en licht te kunnen betalen, ging ik in de reclame werken. Niet per se als een goede reclamefotograaf, maar als iemand die interessante situaties kon creëren. Ik werkte ook altijd op tijd en binnen budget. Op een gegeven moment had ik een midlifecrisis en dacht ik: ik ga fulltime doen waar ik echt in geloof - en dat is contact leggen met andere volkeren.’

Wanneer nam je de beslissing om het boek ‘Before they pass away’ te gaan maken?

‘Dat gebeurde ook weer organisch. Ik ben niet op een dag een businessplan gaan schrijven.’

Maar het kan toch dat je opeens het idee kreeg om dat boek te maken?

‘Het ging niet om het maken van de foto’s. Ik wilde alleen maar gelukkig zijn met wat ik deed. Het project heeft zich om dat gevoel heen gevormd.’

Ik geloof dat het publiek die emotionele investering voelt

Hoe lang zit er tussen het leggen van het allereerste contact met een vreemd volk tot het maken van de uiteindelijke foto?

‘Dat kan weken duren. Tegenwoordig neem ik de grootste analoge camera mee die je kunt dragen; een 10 x 8 inch plate camera. Daarmee maak ik één foto van elke gemeenschap die ik bezoek. Het gaat dan echt om één beslissend moment. Om de opwinding van álles investeren in één foto, die ik geeneens kan zien als ik hem neem, maar pas weer als ik in Amsterdam ben en hem ontwikkel. Dat vind ik de meest spannende reis die er is. En ik geloof dat het publiek die emotionele investering voelt.’

Voor je tweede boek ‘Homage to humanity’ ging je terug naar de gemeenschappen die je eerder fotografeerde. Waarom deed je dat?

‘Ik heb iets van ze genomen en wil ze ook iets teruggeven. Ik heb een stichting en daarmee investeer ik wat ik verdien terug in deze gemeenschappen. De tweede reden is meer egoïstisch. Het beslissende moment dat ik steeds probeer te vangen in mijn foto’s, kan altijd beter, dus probeer ik mijn creatieve lat steeds hoger te leggen.’

Wat vinden die mensen van hun eigen foto’s?

‘Ze zijn grappig genoeg niet heel geïnteresseerd in hun eigen foto. Ze zijn wél geïnteresseerd in het feit dat ik terug ben gekomen. Als persoon.’

Toen je eenmaal had bedacht dat je een boek wilde maken, lukte het toen om je concept aan een uitgever te verkopen?

‘In 2013 kende niemand mij. Ik ging langs elke koffietafelboekenuitgever en ze wezen me allemaal af. Ze zeiden drie dingen: niemand koopt nog koffietafelboeken, niemand is geïnteresseerd in exotische stammen en wie ben jij eigenlijk? Ze googelden Jimmy Nelson en toen bleken er twee Jimmy Nelsons te zijn: de één was buikspreker en de ander een gehandicapte, Canadese honkballer. Vandaag zijn er dus drie Jimmy Nelsons. Gelukkig was er één uitgever, het Duitse Te Neues, die bij wijze van experiment wel een paar exemplaren wilde drukken, omdat ik er zoveel werk in had gestoken. Maar maak je geen illusies, zeiden ze, onze bestseller binnen dit thema heeft dertigduizend exemplaren verkocht en daar kom jij niet in de buurt.’

Wat was er anders aan het tweede boek?

‘Dat alles wat ik gemaakt heb ook digitaal toegankelijk is, via een app. Deze gratis app wordt door de foto’s geactiveerd en geeft toegang tot meer content, 360-graden video’s, interviews, et cetera.’

Je fotografeert nog steeds analoog, is dat vanwege de kwaliteit?

‘Analoge foto’s raken je op een andere manier. De korrel, het perspectief, en de vervorming van een technische camera. Dat kun je nooit bereiken met een digitale camera. Daarbij gaat het mij om de emotionele investering in de analoge foto.’

Je werkt graag in je team met vrouwelijke collega’s, waarom is dat?

‘Allereerst omdat ik me niet comfortabel voel in groepen met mannen. Mijn littekens zijn wat dat betreft nog niet weg. Ten tweede is mijn bedrijf klein en net winstgevend. Ik kan dus geen hoge salarissen betalen en dat lijkt jonge mannen af te schrikken. Zij willen hoge salarissen en grote auto’s, simplificeer ik even. Vrouwen zijn meer intrinsiek gemotiveerd om voor mij te werken.’

Hoeveel maanden per jaar ben je eigenlijk in Amsterdam?

‘Ik ben ongeveer tachtig procent van de tijd op reis. Vijftig procent ben ik in echt afgelegen gebieden en creëer ik nieuw materiaal. En dertig procent van de tijd ben ik aan het tentoonstellen, presenteren, promoten en probeer ik het kleine bedrijfje dat ik heb op gang te houden.’

Wat is succes voor jou?

‘Het vinden van het pure geluk. Als ik tien procent van mijn tijd achter mijn camera mag staan, nadat ik gedurende drie weken een berg op ben gelopen, met een storm en een regenboog en vervolgens een menigte om me heen heb die mij niet begrijpt, maar wel mijn passie voelt, dan ben ik echt gelukkig.’

Over Creative Achievers

In de serie Creative Achievers gaat Wouter Boon op zoek naar de geheimen van creatief succes. Luister naar het volledige interview met Jimmy Nelson via creative-achievers.com of een van de andere bekende podcastplatforms.

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie