Aantal vakanties in 2003 licht gedaald

De daling deed zich zowel voor bij binnenlandse als buitenlandse vakanties. Het aantal binnenlandse vakanties daalde met 3 procent; het aantal buitenlandse vakanties met 2 procent. Dit blijkt uit de meest recente resultaten van het ContinuVakantieOnderzoek (CVO). Het CVO is een gezamenlijk project van het Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme (NRIT), TNS NIPO en Toerisme Recreatie Nederland (TRN).

In de periode van 1 oktober 2002 tot en met 30 september 2003 is bijna 82 procent van de Nederlanders minstens één keer op vakantie geweest. Daarmee komt het aantal vakantiegangers op 12,5 miljoen, iets meer dan het jaar daarvoor (12,3 miljoen). Vakantiegangers gingen in 2003 echter niet zo vaak op vakantie als in 2002 (gemiddeld 2,8 keer; in 2002 was dit 2,9 keer). Het totaal aantal ondernomen vakanties komt hiermee uit op 34,6 miljoen, ruim 900.000 vakanties minder dan in 2002. Bijna de helft van de vakanties (48 procent) werd doorgebracht in het buitenland; vorig jaar was het aandeel van buitenlandse vakanties nog iets lager (47 procent).

In het vakantiejaar 2003 werden door Nederlanders bijna 16,5 miljoen vakanties in het buitenland doorgebracht, 2 procent minder dan in 2002. Hoewel Frankrijk evenals in andere jaren de meest bezochte buitenlandse bestemming is, is voor dit land een flinke daling in het aantal door Nederlanders doorgebrachte vakanties genoteerd (-12 procent). Vorig jaar werden in Frankrijk nog ruim 3,3 miljoen vakanties doorgebracht. In 2003 daalde dit aantal tot een kleine 2,9 miljoen. Duitsland en België houden hun positie als tweede en derde vakantieland vast, waarbij het aantal vakanties naar België nog toenam met 5 procent. Turkije zette het afgelopen jaar de stijgende lijn voort, en heeft inmiddels een aandeel van 4 procent op de buitenlandse vakantiemarkt.

In 2003 hebben Nederlanders 18,1 miljoen vakanties in eigen land doorgebracht, 3 procent minder dan in het voorgaande jaar. Het mooie zomerweer zorgde toeristisch gezien voor een tweedeling in Nederland. In de kust en de watersportgebieden ontwikkelde het aantal vakanties zich positief; terwijl in de niet-waterrijke toeristische regio's het aantal vakanties daalde, met uitzondering van de Veluwe en Veluwerand alsmede Twente, Salland en de Vechtstreek.