Dat zegt Henk Borst, directeur van Magazines.nl, en in die rol verantwoordelijk voor de promotie van mediumtype tijdschriften als advertentiedrager. Alhoewel hij naar eigen zeggen bij voorkeur uitgaat van eigen kracht en zich dan ook liever beperkt tot uitlatingen over zijn eigen mediumtype heeft hij natuurlijk wel een mening over televisie. Omdat televisie als advertentiemedium te goedkoop is, maken er volgens Borst veel ‘oneigenlijke partijen’ gebruik van. Borst: ‘Het gevolg is, blokken die zo lang zijn dat ze niet te consumeren zijn en en masse vermeden worden.’ De ingezonden reactie van John Faasse op Adformatie spreekt wat Borst betreft boekdelen. ‘Het mediumbereik van televisie neemt misschien wel toe, maar het reclamebereik staat zwaar ter discussie. Kijk ook maar naar de ontwikkeling van het uitgestelde kijken en de toename van het aantal harddiskrecorders binnen huishoudens.’
Het zou volgens Borst voor de grotere adverteerders een zegen zijn als de prijzen omhoog gaan. Borst: ‘Dan gaat de kwantiteit naar beneden en dat gaat absoluut een positief effect hebben op de kwaliteit, ook inhoudelijk en creatief houd je dan beste reclame over. Kortom, een hogere drempel zou voor iedere betrokkene goed zijn.’
Borst vindt dat de berichtgeving over de oplageontwikkeling van tijdschriften in Adformatie nuancering behoeft. Hij wil daarmee niet weglopen voor de werkelijkheid. ‘Maar’, zegt Borst, ‘over de hele linie is het niet dramatisch.’ De oplages staan wel onder druk, maar niet overal. Hij noemt een aantal voorbeelden. Reed’s Elsevier stijgt met 5 procent, ANWB Media en Weekbladpers Tijdschriften blijven nagenoeg gelijk. Vrijwel het gehele Hearst portfolio stijgt. G+J realiseert een dikke plus dankzij de lancering van Vogue (eerste verschijningsdatum 22 maart, eerste rapportage door HOI op 25 september, red.). Dan zijn er nog een aantal uitschieters op titelniveau zoals De Groene Amsterdammer (+1,5 pct), 100%NL Magazine (+23 pct). (Borst gaat uit van de door HOI gerapporteerde ‘totaal verspreide oplage’. Adformatie rapporteert altijd de ‘totaal betaalde oplage’.)
Het beeld dat door de naakte weergave van de oplagecijfers kan ontstaan, is die van kommer en kwel. De werkelijkheid is anders volgens Borst. ‘Uitgevers zijn ook niet alleen afhankelijk van de advertentiemarkt, de lezersmarkt is gemiddeld genomen belangrijker. Vooral de abonnementen houden prima stand. Uitgevers zijn vaak ook multimediaal actief.’ Daarbij komt volgens Borst dat uitgeverijen vaak onderdeel zijn van internationale netwerken en bedrijven. Borst: ‘De Europese markt voor tijdschriften zucht en Amerika geeft nu ook iets prijs, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de groei die we bijvoorbeeld in Zuid-Amerika en Azië zien.’
De ‘ongekende communicatiekracht van tijdschriften’ blijven voor Borst als een paal boven water staan. ‘Ik sprak zeer onlangs met een bureaudirecteur over het mediumtype tijdschriften en die was er ook positief over. Je bouwt toch een unieke relatie op met consumenten die bewust voor een tijdschrift betalen. Tijdschriften zijn en blijven het medium voor inspiratie en informatie.’
Over de ontwikkeling van tijdschriften op de tablet is Borst nog altijd enthousiast. ‘Dat heb ik vanaf het begin met name vanuit het oogpunt van innovatie gesteund.’ Maar van het businessmodel is Borst iets minder geporteerd. ‘Dat is en blijft slecht rond te krijgen. Niet in de laatste plaats vanwege ons kleine taalgebied.’
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!