Verslaafd aan Twitter

Prangende zaken? Hanneke Verburg (Winkelman & Van Hessen) schrijft er een brief over. Aan Rocco Mooij, hoofdredacteur van Communicatie. Of Rocco schijft aan Hanneke. Als de actualiteit daar om vraagt. Of gewoon als ze er zin in hebben.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Beste Rocco,

Schreef ik je de vorige keer dat ik moeite had jou aan te spreken op het lanceringsfeestje van de vernieuwde communicatie en de confrontatie met je aan te gaan, overkwam me afgelopen week een soortgelijke situatie. Nou ken je me inmiddels een beetje. Ik ben niet het type verlegen vrouwtje en bezoek netwerkgelegenheden niet om als muurbloem vervolgens zinloos de tijd uit te zitten. Afgelopen woensdag toog ik opgewekt naar het tiende Nederlands Medianetwerk Event om een aantal interessante sprekers te horen in het nieuwe NRC gebouw aan het Rokin, waarvan Peter Vandermeersch zei "Met de verhuizing naar ons nieuwe gebouw brengen we de kranten en de sites daar waar de journalistiek waar wij voor staan thuis hoort: midden in de stad. Het glazen gebouw is inderdaad zo transparant dat ik de hoofdredacteur zelf vanuit mijn plekje op de 2e rij kon zien werken. Maar het was niet Peter Vandermeersch zelf die ik wenste aan te spreken, hoewel ik hem via een tweetje liet weten dat ik hoopte dat hij nog zou afdalen naar beneden en zich zou mengen onder zijn gasten. Maar ik behoor niet tot de uitverkorenen die hij volgt op de uiterst succesvolle sociaalnetwerksite, die Twitter heet.

Wie mij wel volgt is Jan Bennink, niet te verwarren met de huidige topman van DE.
Deze Jan, reclameman en fanatieke twitteraar was een van de sprekers waar ik naar uitkeek en hij bleek ook mijn verwachting waar te maken want hij stak , zoals hij ook pleegt te doen op Twitter, in behoorlijk van wal en overtuigde de aanwezige ‘ mediahelden’ in het hol van de leeuw dat de papieren krant alleen nog bestaansrecht heeft als het internet op zwart wordt gezet of onder curatele wordt geplaatst.
Geïnspireerd door zijn scherpte pakte ik mijn I-Phone om hem een tweetje te sturen. Ik zocht op en staarde verbaasd naar het scherm. Ik was geblokkeerd door hem. Verbouwereerd keek ik nog eens naar mijn favoriete spreker van de dag. Waarom in vredesnaam wilde hij mijn tweets niet meer lezen? Ik kom me niets bedenken behalve misschien dat hij ze niet interessant vond. Ik ben immers niet een schreeuwer, want volgens Bennink schreeuwt “ Goed volk wel” getuige zijn reactie op de laatste reclameuitingen van de Volkskrant.
En dat wilde ik hem dus vragen na afloop. Ik wilde op hem afstappen en vragen waarom ik zijn tweets niet meer mocht lezen. Maar blijkbaar was ik niet de enige en stonden er naar mijn smaak te veel wachtenden voor mij en legde ik me er maar bij neer dat ik het antwoord op mijn vraag wel nooit zou krijgen.

Maar juist Twitter bracht het antwoord. Al gauw kwam ik erachter dat niet alleen ik maar alle volgers van superjan afgesneden waren van zijn 140 tekens. In eerste instantie , las ik dat hij het niet meer kon opbrengen vanwege getreiter en bedreigingen en dat hij de haatmails zat was. Maar een dag later blogte hij zelf “ waarom ik met Twitter ben gestopt” .
Wat volgt is een bekentenis over zijn verslaving aan een medium dat zijn leven overnam en een tijdrovende, verslavende emotionele en creatieve drain werd.
En sindsdien loop ik met een prangende vraag rond. In ons vak wordt Twitter inmiddels als een serieus communicatiemiddel gezien. Maar hoe kan een communicatiemiddel dat we adviseren om in te zetten om op een persoonlijke manier met de buitenwereld te communiceren tot een verslaving leiden?

En Jan Bennink is niet de enige. Wist je bijvoorbeeld dat Marvin Sordell, spits van een Engelse voetbal club, behandeld wordt om van zijn Twitterverslaving af te komen en dat verslavingsklinieken steeds vaker hun deuren openen voor mensen die verslaafd zijn aan sociale media? En dat zijn dan nog de mensen die niet meer in de ontkenningsfase zitten. Femke Halsema stopte ooit tijdelijk met twitteren vanwege het inhoudsloze gebabbel dat niet samen zou gaan met het formatieproces waar ze toen in zat.
Is dat de reden waarom het tot verslaving leidt? Of gaat het, zoals in jouw laatste nummer van Communicatie, Laurent de Vries grapte dat hij meer volgers had dan zijn bedrijfsaccount, om het aantal volgers en meten we hoe belangrijk we zijn daaraan af? Tijdens de laatste presidentsverkiezing werd Mitt Romney ervan beschuldigd dat hij volgers had gekocht. Maar ook onze eigen BN-ers en politici schromen niet om op deze manier hun status van social influencer te verhogen.

Hoe het ook zij, ik denk nog steeds dat in essentie communicatie over inhoud, geloofwaardigheid en vertrouwen gaat. Over begrip en relevante context. Om die reden , en alleen om die reden kan Twitter een effectief medium zijn.
Wanneer verslaving optreedt lijkt me dat het middel belangrijker is geworden dan het doel.

Groet van ">

Beste Hanneke,

Je bent aan het juiste adres. Want als er iemand is die het getwitter om zich heen met argusogen bekijkt, ben ik het wel. Ik heb daar wel eens een praatje over gehouden. In een zaal vol communicatieadviseurs gezegd dat ik liever ’s avonds met de gordijnen dicht een goed boek lees, dan foto’s van mezelf in mijn zwembroek op Facebook plaats. Of luidkeels commentaar lever op het overhemd van Jeroen Pauw. Dat was vier jaar geleden. Inmiddels Twitter ik regelmatig. Ik zie dat het soms heel leuk kan zijn je mening met anderen te delen. Of klinkt dat truttig? Haha. Soms – als ik heftig geretweet word – voel ik me bijna net zo opgetogen als mijn dochter van 17 na een populaire post op Facebook.

Ik zie ook dat Twitter soms hele interessante ‘content’ op kan leveren – want inhoud schijn je tegenwoordig ‘content’ te moeten noemen. Of nieuws. Maar ik zie ook de excessen. De Twitteraars die het medium gebruiken als meningmitrailleur. De Wouke van Scherrenburgen en Jan Dijkgraven. Zeer Eenzame Mensen, denk ik. Mensen met een chronische behoefte aan aandacht. Voor hen is Tweetdeck de huiskamer die ze kennelijk missen. En ik zie de veeltweeters die zichzelf een statuur willen aanmeten. De zelfbenoemde reputatiegoeroes die diepe, diepe overpeinzingen over imagomanagement de wereld inslingeren. En dan heel wijs kijken op hun bijgeplaatste profielfoto.

En het erge is: het helpt ook nog. Want veel is belangrijker dan wat op internet. Statuur is vooral een kwestie van kwantiteit, zo lijkt het. Hoe meer tweets, hoe meer volgers. Nog even en je virtuele ‘ik’ is belangrijker dan je werkelijke persoonlijkheid.
Geen wonder dus dat mensen met een behoefte aan aandacht- zij het uit psychologische gemankeerdheid , zij het uit commerciële motieven - verslaafd raken. En geen wonder dat die verslaving aan jezelf, dat gelul over jezelf in de virtuele ruimte, je op een zeker moment gaat tegenstaan.

Ik zou mijn klanten, als ik jou was, het advies geven alleen te twitteren als ze echt iets te melden hebben. Misschien niet goed voor hun rating, maar wel voor hun gemoedsrust.
En wat die superjan betreft. Ik zag dat hij net gedebuteerd is met een column in het stok- en stokoude medium Adformatie. Op hetzelfde papier dat hij in die gesproken column zo dapper naar de prullenbak verwijst. Need I say more?

Groet van ">

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie