Premium

Communicatie van Havenbedrijf Rotterdam, tussen sentimenten en samenwerking

Een gesprek over de ‘licence to operate’ van communicatiedirecteur Richard van der Eijk en 'zijn' haven van Rotterdam.

Havenbedrijf Rotterdam heeft te maken met  grote maatschappelijke vraagstukken. Van energietransitie en Brexit tot digitalisering en disruptieve innovaties. Interview met directeur Communication & External Affairs Richard van der Eijk over steun van bewoners, slimme samenwerking en waarom hij niet bij slagerij Van Kampen op de hoek werkt.

Op 15 hoog van het World Port Center in Rotterdam ziet het werkterrein van Richard van der Eijk er overzichtelijk uit. Hij hoeft maar uit het raam naar links te kijken en ziet er zich het havengebied met zijn kranen en containers uitstrekken. Daar gebeurt het allemaal, tot zover het oog reikt. ‘Tot aan de Tweede Maasvlakte is het ruim 40 kilometer lang‘, rekent hij voor.

De ‘uitdagingen’, in de woorden van Van der Eijk, zijn minder eenvoudig te overzien. Een aantal van de grootste maatschappelijke vraagstukken komt samen aan de oevers van de Maas, of het nu de Brexit, de energietransitie of de digitalisering en mondiale concurrentiestrijd betreft. Ze hebben grote invloed op de keuzes die er in de Rotterdam moeten worden gemaakt.

Complicerend daarbij is dat er weliswaar één Havenbedrijf is, maar er tegelijkertijd een verzameling van belangen is van ondernemingen, bewoners, politieke instanties, investeerders, overheden en ngo’s. Aan Van der Eijk de schone taak deze ‘buitenwereldse’ discussies en sentimenten ‘naar binnen te halen’ en mee te nemen in de besluitvorming van het Havenbedrijf Rotterdam.

Sentimenten bij de buren

Van der Eijk - licht gebruind, strak gekapt, in pak en met Rotterdamse tongval – is er ogenschijnlijk rustig onder. De communicatiebaas vindt zichzelf als lid van de directie goed gepositioneerd. Hij zit aan tafel waar de beslissingen worden genomen, kan daar invloed uitoefenen, vertelt hij.

Een voorbeeld? Ach dat zijn er meer natuurlijk. Het gaat erom dat er bij de besluitvorming al oog is voor de consequenties op reputatie, op de sentimenten in de samenleving, aldus Van der Eijk: ‘Die  afweging maak je continu. Als er een windmolen in een bepaald gebied komt, heb je grote kans dat dit invloed heeft op bewoners rondom het havengebied. Dan moet dat wel direct worden meegenomen. Het draagvlak voor communicatie is erg groot in de organisatie, juist omdat het zo’n cruciaal onderdeel is van de haven. We opereren tussen stedelijk gebied en dorpskernen, hebben hier petrochemie en zijn afhankelijk van de steun van bewoners rond dit gebied. We worden heel serieus genomen.’

Vier poten om op te staan

Van der Eijk is nu vier jaar in dienst van het Havenbedrijf Rotterdam. Waar de communicatie voorheen versnipperd was valt die met zijn komst onder één hoofdafdeling van zo’n 50 mensen. Er is een team  dat zicht richt op corporate communicatie en er is een onderdeel voor de commerciëlere marketingcommunicatie. De lobby en belangenbehartiging richting stakeholders zijn ondergebracht bij external affairs, terwijl er voor de beurzen, feestjes, evenementen en bijeenkomsten er ‘hospitality & events’ is. 

‘Het is erg belangrijk dat we dit bij elkaar hebben gebracht’, benadrukt Van der Eijk. ‘Waar er voorheen soms langs elkaar werd gewerkt, en soms zelfs tegen elkaar, want er kunnen verschillende belangen zijn binnen afdelingen, kunnen we dat nu veel beter regisseren.’

Neem de aanleg van een nieuwe havenspoorlijn, zegt hij, terwijl hij naar de grote landkaart van het Rotterdamse havengebied achter zich loopt, iets wat hij enkele keren zal doen tijdens het interview. ‘Kijk, die gaan we over een lengte van ongeveer vier kilometer omleggen, het begin van de Betuwelijn. Er verdwijnt veel geluidsoverlast van het spoor bij Rozenburg, maar het spoor komt ook wat meer in de buurt van andere dorpskernen. Corporate communicatie bekommert zich om de omwonenden, samen met ProRail. Ook krijgt de omlegging de nodige persvragen te verwerken, de media-aandacht voor dit soort infrastructurele projecten is altijd groot.’

Marketingcommunicatie zal daarnaast de betere achterlandverbindingen en toegang van de haven over het voetlicht brengen, terwijl external affairs onder meer in het voortraject een belangrijke bijdrage leverde met de lobby, die zich voor een belangrijk deel op Brussel richtte. Dat betaalt ruim 60 miljoen aan subsidie mee.

Van der Eijk: ‘Als laatste is hospitality & events betrokken bij de diverse  evenementen en officiële momenten tijdens de aanleg, zoals de start van de bouw en over een paar jaar de oplevering. Zo’n groot project steunt op alle vier de poten van onze communicatieafdeling.’

Een LNG-tanker
Een LNG-tanker Danny Cornelissen

Transitie en tegenstellingen

De samenwerkingsgedachte die het Havenbedrijf intern hanteert is er ook met de buitenwereld en belanghebbenden. Dat vormt een complex geheel, met soms ook harde tegenstellingen en weerstand tegen het beleid van het Havenbedrijf. Een van de meest dominantie onderwerpen daarbij is het milieu, de energietransitie.

Zo werd begin dit jaar het huurcontract met een onderneming die zich bezighoudt met  de opslag en doorvoer van steenkool met 25 jaar verlengd, ondanks protest van milieuorganisaties en sommige lokale politieke partijen. Het Havenbedrijf gaf aan het niet te kunnen tegenhouden, en heeft er begrip voor dat het betreffende bedrijf EMO nog 25 jaar doorgaat met de kolenoverslag. Als de doorvoer via Rotterdam wordt verboden, komen de kolen wel via andere havens bij de Duitse centrales.

Een zelfde lijn van woordvoering is te zien rond de klimaatdoelstellingen voor CO2. Allard Castelein, directeur van het Havenbedrijf, gaf aan zich ter ergeren aan het ‘wantrouwen’ van milieuorganisaties als Greenpeace die aandringen op een Nederlandse CO2-heffing. Castelein is daar geen voorstander van, omdat die ten koste zou gaan van de concurrentiepositie.

Slagerij van Kampen op de hoek

‘We hebben de neiging heel hard te lopen in Nederland’, zegt Van der Eijk, ‘maar we zijn hier niet slagerij Van Kampen van op de hoek.  Sommige mensen denken dit een soort nationaal cluster is, we hebben hier echter internationale spelers die investeringsbeslissingen nemen in bijvoorbeeld Houston. Dat gaat over miljarden. Hier zitten de Shells de BP’s, de Exxons, de grote containerterminals. Dit moet je internationaal bekijken. Het is belangrijk dat we een level playing field hebben en ons niet uit de markt prijzen met een nationale CO2-belasting.’

De vraag is hoe Van der Eijk en de zijnen deze twee werelden samenbrengen; de concurrentie mag dan een internationale scope vereisen, het draagvlak is er vooral lokaal evenals de politieke werkelijkheid? Het antwoord is communicatie, onder meer via een lobby in Den Haag.

‘Wij investeren daar veel tijd in om onze positie duidelijk te maken. Bovendien zijn we zelf ook enorm ambitieus. De Nederlandse overheid wil dat in 2030 de CO2-uitstoot ten opzichte van 1990 met 49 procent is afgenomen, en daar doen we vol aan mee. Zonder ons zou het ook niet lukken, we zijn als Rotterdamse haven bijna voor 20 procent verantwoordelijk voor de CO2-uitstoot in Nederland. In 2050 willem we haven zelfs CO2-neutraal zijn.’

Milieu en haven: Zeehonden bij de Rotterdamse Nijlhaven
Milieu en haven: Zeehonden bij de Rotterdamse Nijlhaven Kees Torn

Lege gasvelden

De energietransitie vraagt van het Havenbedrijf en de communicatieafdeling, veel innovatie, samenwerking en partnercommunicatie. Van der Eijk geeft het voorbeeld van de CO2-opvang in lege gasvelden diep onder de Noordzeebodem.

‘Daar hebben we als Communicatie een belangrijke rol in, juist vanwege het draagvlak. Kijk maar naar wat er in Barendrecht is gebeurd, waar de bevolking de ondergrondse CO2-opslag tegenhield. We werken samen met de Gasunie en EBN. Wij als Havenbedrijf kunnen het faciliteren, zorgen dat de infrastructuur er is, partners bij elkaar brengen. Bedrijven moeten op hun beurt CO2 afvangen. Samen is het te doen, waar het voor een afzonderlijk bedrijf als Shell tien jaar geleden niet haalbaar bleek. Dat maakt precies duidelijk wat onze waarde is als Havenbedrijf; bedrijven bij elkaar brengen om meer te bereiken. Daar mag mijn afdeling aan bijdragen, mensen van external affairs voor lobby en subsidies en van corporate communicatie voor bijvoorbeeld de media-aandacht die er altijd is bij dit soort innovatieve projecten.’

Naar de haaien

Die innovatie strekt zich een stuk verder uit dan duurzaamheid en een toekomstige infrastructuur voor elektriciteit, waterstof en CO2 . Wil de haven concurrerend blijven dan zal het een stapje voor moeten blijven en zorgen voor technische vernieuwing. Dat betreft digitalisering van onder meer de logistieke processen, het binnenhalen van vernieuwende startups en scale-ups.

Dat concentreert zich onder meer op de plaats van de oude scheepswerf RDM waar veel startups en onderwijsinstellingen zijn te vinden en een zogeheten makers space is waar bedrijven bezig zijn met de ontwikkeling van nieuwe producten. Dat levert prachtige staaltjes innovatie op, zegt Van der Eijk. Een van zijn favorieten is de Waste Shark van Richard Hardiman, een ondernemer uit Zuid-Afrika. Die zag in zijn thuisland jongens in de haven met een bootje en een schepnet plastic uit het water vissen, en bedacht dat dat veel sneller en slimmer moest kunnen. Hij ontwikkelde een concept om met een drone-haai plastic uit het water te vissen. In Zuid-Afrika liep hij vast met zijn idee, maar hij kwam via het netwerk van het Havenbedrijf in contact met startups en faciliteiten op RDM. Hij sloot een contract met het Havenbedrijf om zijn prototype verder te ontwikkelen. Inmiddels zwemmen er vier van deze ‘afvalhaaien’ door de Rotterdamse haven.

 Beeld uit het Innovation Dock van de oude sacheepswerf van RDM
Beeld uit het Innovation Dock van de oude sacheepswerf van RDM Foto: Eric Bakker

Platooning

Van der Eijk: ‘Dat is natuurlijk een prachtig verhaal, zoals er veel meer zijn. Wat je vaak ziet bij startups is dat technische kennis hebben en een enorme drive, maar dat ze tegelijkertijd over weinig communicatiekracht beschikken. Wij kunnen helpen ze groter te maken. Voor ons is het tegelijkertijd een belang, om ons te positioneren als innovatiehub.’

Het Havenbedijf is daarvoor een paar jaar geleden SmartPort gestart, een samenwerking met  onder meer de Erasmus Universiteit Rotterdam, de gemeente,  TU Delft en TNO.  Deze richt zich op slimme infrastructuur, industrie en energie en logistiek. Zo wordt er gewerkt aan truck platooning waarbij zelfsturende vrachtwagens direct achter elkaar in konvooien van 3 tot 5 trucks rijden.

Van der Eijk: ‘Dat past perfect bij de slimme haven. Het is effectiever en bespaart veel tijd en brandstof, en is bovendien veiliger. Een ander project waarmee we bezig zijn met containerrederijen is de inzet van blokchain-technologie. Dat is voor hen erg interessant, omdat het processen enorm vereenvoudigt en transparantie brengt in de logistieke keten. Ook wordt sjoemelen onmogelijk. Wij betalen als Havenbedrijf een deel van de projecten en faciliteren het onderzoeksprogramma. Hoofdaannemer is de ‘Erasmus’. Ik vind het fantastisch om universiteit en haven zo dicht bij elkaar te zien.’

Buitengrens

Er zal nog wel wat water door de Maas stromen voordat  de zelfrijdende trits vrachtwagens en  blokchain grootschalig worden toegepast. Een ontwikkeling die zich waarschijnlijk sneller zal melden is de Brexit, die de Rotterdamse haven hard kan raken. Het beeld van rijen werkeloos wachtende vrachtwagens doemt op. De haven is voorbereid, stelt Van der Eijk  gerust. ‘We zijn heel druk geweest met voorlichting en hebben bedrijven de informatie gegeven om zich  voor te bereiden.’

De belangstelling was groot, ook van de media. ‘We hebben persreizen gehad waarbij er 70 tot 80 journalisten op een schip zaten om te zien wat we allemaal ter voorbereiding doen. Het staat nu even stil, maar zodra het nodig is komen we weer in actie om te zorgen dat we hier blijven draaien vanaf  dag 1 van de Brexit. Dat doen we voor een belangrijk deel samen met de Douane en Rijkswaterstaat. Als Brexit doorgaat, gaan we weer met een derde land  handelen en komen we aan de buitengrens van de Europese Unie te liggen. Dat zal een bijzonder moment worden.’

De directeur Communicatie en zijn afdeling

Richard van der Eijk werkt sinds 2014 als Directeur Communications & External Affairs bij het Havenbedrijf Rotterdam. De 13 jaar daarvoor was hij werkzaam bij Unilever, eerst als woordvoerder, daarna als verantwoordelijke voor het communicatiebeleid van Unilever Nederland, de Benelux en Europa.  Hij kwam bij het fmcg-bedrijf terecht nadat hij voor Euro2000 (het EK Voetbal) als woordvoerder had gewerkt. Van der Eijk begon zijn communicatieloopbaan aan bureauzijde, bij Winkelman en Van Hessen, toen nog met lidwoord in de naam.

De  hoofdafdeling Communications & External Affairs van het Havenbedrijf bestaat uit 50 mensen, die uit vier 4 ‘onderafdelingen’ is opgebouwd. Corporate communicatie heeft als primaire doelgroep het algemene publiek en omwonenden, en bedient de media.  Marketing Communications is vooral  op de commerciële  communicatie gericht, terwijl External Affairs zich grotendeels richt op de lobby en belangenbehartiging richting stakeholders, van de Nederlandse overheid en omliggende gemeentes tot de ministeries, Brussel en achterland Duitsland. De vierde tak is Hospitality & Events; dit team zorgt onder meer voor de ontvangst van de nodige presidenten,  premiers en en internationale handelsdelegaties en zet daarbij het eigen vaartuig de Nieuwe Maze in. ‘Daar maken we 250 vaarten per jaar mee.’

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie