What Design Can Do For…

Naast toneelstukken stonden in de Stadsschouwburg zo’n dertig ontwerpers geprogrammeerd. Tijdens de tweedaagse internationale conferentie ‘What Design Can Do’ toonden zij ons hun inspirerende oplossingen voor maatschappelijke onderwerpen.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Tekst: Viveka van de Vliet

In Nederland gebeurt veel, maar multidisciplinaire conferenties over ontwerpen bestaan hier in tegenstelling tot het buitenland nauwelijks. Richard van der Laken en Pepijn Zurburg van de Designpolitie besloten daarom zelf de activistische conferentie (26 en 27 mei) te organiseren. De manifestatie fungeert als inspirerend platform voor ideëen, visies, oplossingen en statements van al die architecten, grafisch ontwerpers, productvormgevers, modeontwerpers en fotografen die het als hun verantwoordelijkheid zien designoplossingen te zoeken voor enegieproblemen, welvaartsverschillen, het milieu, de crisis. Architect Jacob van Rijs van MVRDV denkt na over alternatieve manieren van bouwen die de negatieve effecten van ons consumptiegedrag kunnen compenseren. Zoals: kan New York autarkisch worden, CO2 neutraal of veranderen in een groot bos? Of hoe kan het project Pig City - biologische vakensflats in de stad - als oplossing dienen voor het feit dat we meer vlees produceren dan we eten. Die enorme vleesproductie in combinatie met grootschalige export, heeft als consequenties dat je hoge varkensflats moet bouwen, anders zou je 75% van de oppervlakte van Nederland nodig hebben.

Schapenmagen-lampen
Ook ontwerper Frank Tjepkema van Tjep. bedenkt als designer wat hij kan toevoegen aan maatschappelijke discussies. Hij bedacht ‘Oogst’, een autarkische pretpark als duurzame entertainment. Hij rekende uit hoeveel ruimte, koeien, varkens, de bewoners nodig zouden hebben om in zo’n mini-biosfeer met molen, grasveldjes met koeien en varkens en een reuzenrad, volledig zelfvoorzienend te kunnen leven. Zijn plan is vooralsnog een utopie, want het is te kostbaar om te realiseren.
De Duitse Julia Lohmann toonde het publiek weer een andere kijk op design. De productdesigner, wiens manier van werken wat weg heeft van die van de Nederlandse Christien Meindertsma, bevestigde bijvoorbeeld vijftig doorschijnende schapenmagen-lampen aan een galerie-plafond. Discusting is veelal de reactie, maar klopt die reactie wel als we zonder probleem andere delen van een schaap eten?, stelt ze kritisch. Provoceren is niet haar intentie maar een gevolg, zegt ze. Door het materiaal uit de oude context te halen, laat ze ons nadenken over ons gedrag.

Eatock
En dan was er nog grafisch ontwerper en conceptueel kunstenaar Daniel Eatock die zegt: ‘Design nothing (or as little as possible)’ en ‘look for existing, found and readymade solutions’. Want design is het dagelijks leven, het ligt op straat, als je maar goed kijkt. Het gaat hem niet zozeer om de stad maar om de mensen waardoor dingen gebeuren die hij vastlegt op foto’s. Die plaatst hij op zijn website en daar reageren anderen weer op. Zodoende gaat het over oneindigheid gevat in een reeks hilarische, vervreemdende, op elkaar reagerende dingen. Van een winkel die Falcon heet en waar een duif op zit tot een plaatje van een vrouw aan een terras met precies dezelfde kleuren en dessin jurk als het tafelkleedje.

Daily Dump
Aan de andere kant van de wereld spelen andere problemen en oplossingen. De Indiase Designthinker M P Ranjan, gepensioneerd docent van de academie in Ahmedabat toonde zijn visie: design kan een machtig wapen zijn om veranderingen te brengen in alle mogelijke sectoren van de Indiase economie. ’Design is een zaadje dat groeit, mits de maatschappij er goed voor zorgt. Dan kan het de wereld veranderen.’ Zijn blog ‘Design for India’, als platform met 150.000 bezoekers, draagt daaraan bij. Ook zette hij twee designscholen op, waarvan er één gericht is op de bamboe-sector. In het arme Noordoost India wordt het lokale materiaal bamboe met succes gebruikt om met oude ambachten designproducten te maken. De ‘Daily Dump’ in Bangalore is een ander voorbeeld van wat design en designthinking kan doen voor de maatschappij. In de stad wordt 70% van het huiselijke afval organisch door een simpele designoplossing waarmee je kunt composteren. Weldenkende mensen als politici en zakenmensen overtuigen om in design te investeren, is echter nog altijd een lastige opgave, is zijn bevinding.
De Indiase architect en urban designer Rhan Shivkumar verhaalt met kritische ironie over de projectontwikkelaars en regering die Mumbai explosief willen uitbreiden met Shanghai als voorbeeld. Hij toonde ons het resultaat: lelijke zielloze Oostblokachtige wijken, zonder licht en ventilatie en eendimensionale kitsch in de vorm Thaise kartonnen hutjes tegen mozaïekwanden als expressie van hun zogenaamde tribal roots. ‘Dat heet dan architectuur en design’, zei de architect. ‘En dat op een klein eilandje met twintig miljoen inwoners waarvan 60% in de informele bouw in de slums woont.’ Om daar iets te doen vormde hij samen met studenten een design cell in samenwerking met gemeente, communities en researchers die in kaart bracht wat mensen daar doen en waar behoefte aan is. Daaruit kwam een masterplan om opnieuw de slums in te delen (infrastructuur). Shivkumar: ‘Wij zijn niet zo naïef om te denken dat wij ons kunnen verplaatsen in mensen die daar leven, maar je kunt alleen begrip krijgen hoe het informele werkt als je je erin verdiept.’

Toscani
De Israëlische designer-architect Dror Benshetrit nam de omgekeerde weg en bedacht uit een experiment met een vorm een stevige, opklapbare geometrische constructie waarmee je met lokale materialen stevige huizenframes voor in de sloppenwijken zou kunnen realiseren. Maar evengoed liet hij de luxe kant van zijn werk zien: een 1.2 biljoen dollar project van villa’s en een hotel op een stuk grond van 135.000 vierkante meter in Abu Dhabi. Hoe ver kan een idee gaan? Ver, toonde Benshetrit aan. Hij schetste een overkapping die als een deksel van een schoenendoos over het huis getrokken kan worden waardoor je met schaduw, licht en privacy kunt spelen en huizen die letterlijk ‘onder het tapijt zijn geveegd’. Zonder ervaring, maar met de juiste toegevoegde kennis werd het project gerealiseerd en waren zes maanden later alle 72 villa’s verkocht.
Als uitsmijter van de dag hield de inmiddels zeventigjarige Oliviero - Benetton-fotograaf -Toscani een lang betoog. Hij noemt design de ‘voice of culture’. ‘Creativiteit moet subversief en moedig zijn, want zekerheden, risicoloos gedrag en angst leiden tot consensus en middelmatigheid en dat zijn de grootste vijanden van creativiteit. Bureaucraten en (marketing)managers moesten het ontgelden: die leveren volgens Toscani commerciële boodschappen waarmee ze onze levens vervuilen.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie