Verdere daling consumptieve bestedingen aan voedings- en genotmiddelen

Het aandeel van voedings- en genotmiddelen in de totale consumptie daalde in 2000 naar 17,1 procent. Dat was goed voor 73,8 miljard gulden.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

In 1999 was het aandeel nog 17,4 procent en in 1997 zelfs 18,2 procent. De groei van de consumptie van voedings- en genotmiddelen blijft daarmee trendmatig achter bij die van de totale particuliere consumptieve bestedingen, concludeert ACNielsen in zijn vademecum van de levensmiddelenindustrie 2000-2001, dat vorige week verscheen. De totale particuliere consumptie groeide in 2000 nog met 3,7 procent, terwijl die van voedings- en genotmiddelen bleef steken op 1,7 procent. Met name de duurzame consumptiegoederen, zoals doe-het-zelf, woninginrichting en huishoudelijke en electronische apparaten stijgen bovengemiddeld.

Voor 2001 voorspelt Nielsen een verdere daling van het aandeel van voedings- en genotmiddelen in de totale consumptie naar 16,8 procent. In 2005 is het aandeel naar verwachting nog slechts 15,7 procent. De cijfers van ACNielsen maken ook duidelijk dat de speciaalzaken in rap tempo terrein verliezen. In 1991 hadden speciaalzaken nog een marktaandeel in voedings- en genotmiddelen van 39,3 procent. In 1995 was dat 37,5 en voor 2000 verwacht ACNielsen op 35,9 uit te komen. In 2005 zal dat niet meer dan 34,4 zijn. De supermarkten wonnen marktaandeel door van 60,7 procent (1991) naar 62,5 (1995) en 64,1 procent (2000) te groeien. De verwachting is dat in 2005 65,5 procent van alle bestedingen in voedings- en genotmiddelen bij de supermarkt worden gedaan. Het marktaandeel groeit dus, maar het aantal supermarkten daalt wel. In 1994 waren er 6.599 levensmiddelenwinkels. In 2000 waren dat er nog maar 5.583.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie