Nog geen derde Vlaamse woordvoerders houdt het langer dan 10 jaar vol

Onderzoek PR-bureau Bepublic en beroepsvereniging Kortom

Het woordvoerderschap is meestal niet voor een volledige loopbaan weggelegd: amper één op de drie woordvoerders in Vlaanderen houdt het langer dan tien jaar vol in het vak. Iets meer dan een derde van de woordvoerders geeft aan dat ze hun job nog maximaal 5 jaar willen uitoefenen.
 
Lange dagen, meer dan gemiddeld loon
 
Dat blijkt uit het onderzoek onder 130 woordvoerders.Vooral de hoge mate van bereikbaarheid en de druk op het privéleven vinden veel woordvoerders lastig. 4 op de 10 blijken meer dan 46 uur per week te werken, een vijfde werkt zelfs meer dan 50 uur per week.
 
Maar tegelijk zegt ook één woordvoerder op de drie dat dit de job zijn of haar leven is. Er staat dan ook een meer dan gemiddeld loon tegenover: meer dan twee derde van de woordvoerders verdient meer dan 4000 euro bruto per maand.
 
Het online onderzoek werd uitgevoerd door PR-bureau Bepublic in samenwerking met Kortom, de vereniging voor overheids- en socialprofitcommunicatie, en gisteren gepresenteerd op de vierde Nacht van de Woordvoerder in Antwerpen.
130 woordvoerders namen deel.
 
(Tekst gaat onder illustratie verder)
 
Grote zorgen over slordige redacties
 
De opvallendste vaststelling in het onderzoek is dat de Vlaamse woordvoerders zich toch wat zorgen maken over de manier waarop redacties met nieuws omgaan. De grootste ergernissen van woordvoerders zijn dat informatie niet gecheckt wordt, titels de inhoud van een stuk niet weergeven en dat de snelheid van de berichtgeving vaak primeert op de juistheid van de informatie, zeker online.
 
Tot slot vinden de woordvoerders ook dat de berichtgeving te veel gericht is op ‘steekvlammen’ en te weinig op onderwerpen die zij belangrijk vinden of op zaken die wél goed gaan.
 
(Tekst gaat onder illustratie verder)
 
Wat waarderen woordvoerders dan aan journalisten waarmee ze contact hebben? Niet verrassend: woordvoerders respecteren vooral journalisten die altijd hun informatie checken vooraleer die te publiceren. Ook verslaggevers die voldoende ruimte geven voor een inhoudelijke reactie van woordvoerders, én die respect hebben voor off the record-informatie worden door woordvoerders op handen gedragen.
 
Zo'n kwart werkte eerder als journalist
 
Iets meer dan de helft van de Vlaamse woordvoerders is jonger dan 40, en bijna 60% zijn mannen. Bijna een kwart van de woordvoerders was eerst journalist en ongeveer even veel hebben geen communicatie-opleiding gevolgd, maar zeggen gepassioneerd te zijn door communicatie. Slechts 22% zegt woordvoerder te zijn geworden na een communicatie-opleiding waarin aandacht was voor persrelaties.
 
Uit de bevraging blijkt ook dat er zelfs in hun eigen werkomgeving vaak een verkeerd beeld bestaat van het werk van de woordvoerder. Maar liefst 44,3% van de woordvoerders zegt dat hun collega’s verkeerdelijk denken dat de woordvoerders letterlijk berichten in de pers kunnen ‘plaatsen’. Zo eenvoudig is het natuurlijk niet.
 
Meer inzetten op nieuwswaardige verhalen
 
Woordvoerders zien het als hun belangrijkste taak om op de hoogte te blijven van wat er reilt en zeilt in de organisatie. Ook het uitwerken van nieuwswaardige verhalen en het onderhouden van goede relaties met journalisten vinden ze belangrijk. Opmerkelijk: net deze twee laatste opdrachten zijn uitgerekend de taken waarvan de Vlaamse woordvoerders aangeven er niet voldoende tijd voor te hebben.
 
Jeroen Wils, managing partner van Bepublic: 'Woordvoerders moeten vandaag veel tijd steken in de kortetermijn-opdrachten, zoals antwoorden op concrete vragen van journalisten, waardoor er vaak te weinig tijd overblijft om proactief op zoek te gaan naar nieuws in de organisatie. Nochtans ligt er bij de meeste organisaties een schat aan nieuwswaarde verborgen.'
 
(Tekst gaat onder illustratie verder)
 
Nieuws door toevallige ontmoetingen
 
Woordvoerders die op zoek gaan naar informatie in de eigen organisatie, laten zich vooral briefen door een expert. Maar opvallend is dat twee op de drie woordvoerders zeggen dat ze even goed aan informatie komen door toevallige ontmoetingen, bijvoorbeeld bij de koffiemachine of het toilet. Slechts een minderheid (24,2%) van de woordvoerders zegt dat ze via een interne ‘redactieraad’ aan nieuwswaardige verhalen raken, hoewel dit nochtans een beproefde methode is om bedrijfsnieuws naar boven te spitten.
 
Vier op de vijf woordvoerders zou trouwens willen dat de interne experten een beter besef van nieuwswaarde hebben, zodat die hen spontaner nieuwswaardige verhalen melden.
 
Cijfers belangrijkste bron van nieuws
 
Cijfergegevens zijn de belangrijkste grondstof om nieuws mee te maken over de eigen organisatie. Daarnaast is het aanbieden van een primeur aan één medium een goede manier om met nieuws in de pers op te duiken. Ook het inhaken op de actualiteit - de zogeheten newsjacking - blijkt populair te zijn.
 
Toch zetten woordvoerders vandaag nog veel minder in op de minder klassieke manieren van nieuws maken, zoals het schrijven van opiniestukken (20%) of het maken van nieuwsvideo’s (12%). 'Met opiniestukken kunnen verantwoordelijken of experts op een geloofwaardige manier hun expertise kenbaar maken aan de buitenwereld, als het maar inhaakt op de actualiteit. En nieuwsvideo’s worden alsmaar interessanter als je bedenkt dat dit jaar 70 procent van het internetverkeer uit video zal bestaan', aldus Jeroen Wils.
 
Het zijn typisch communicatietools waarvoor woordvoerders een pr-kantoor inschakelen. Uit het onderzoek blijkt dat vandaag nog minder dan een derde van de woordvoerders (af en toe) met een pr-bureau werkt.
 
Sociale media nog geen nieuwskanaal
 
Ook als we kijken naar de kanalen waarmee nieuws verspreid wordt, zien we een eerder klassiek beeld. Het traditionele persbericht, het individueel pitchen bij een journalist en het organiseren van persmomenten zijn nog steeds de meest gebruikte technieken.
 
(Tekst gaat onder illustratie verder)
 
 
Opvallend: sociale media worden voorlopig nog beperkt gebruikt. En dat terwijl ongeveer de helft van de woordvoerders denkt dat sociale media hetzelfde bereik hebben als de traditionele pers. Aan de andere kant is 84% van woordvoerders ervan overtuigd dat sociale media de kwaliteit van het nieuws steeds meer (negatief) zullen beïnvloeden.
 
Woordvoerders beseffen wel dat die sociale media alleen maar belangrijker gaan worden als informatie- en communicatiekanaal. Als nieuwsbron zijn die sociale media inmiddels van meer waarde (81,8%) dan de gedrukte krant (75,7%). Twitter is veruit het populairste sociaal kanaal. Facebook en Linkedin volgen op twee en drie.
 
Klik hier voor de volledige presentatie.

Foto: macor / 123RF Stockfoto

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie