Premium

Wij hoeven niet na te denken over de koloniale periode en mogen jullie best uitmaken voor rif-apen

Hans Laroes verdiepte zich in de zogeheten participatieverklaring en schreef er zijn column over

De Eerste Kamer was akkoord gegaan en ik was een tikje geroerd. De participatieverklaring was nu definitief en voortaan wisten nieuwkomers wie en wat wij zijn, hier in Nederland.

‘Participatie vinden we in Nederland heel belangrijk. Evenals de waarden vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Met deze waarden hangen rechten samen waarop u een beroep kunt doen.’

Dat zegt de verklaring dus. Zij toont ook impliciet hoe Nederland in elkaar steekt. Dat we snel amicaal worden met elkaar bijvoorbeeld. Of een beetje uit de hoogte. Want nadat de participant één keer met ‘u’ is aangesproken is het daarna klaar en is hij, of zij, meteen ‘je’ geworden:

‘Je mag bijvoorbeeld niet iemand met opzet beledigen, discrimineren of aanzetten tot haat.’

Dat zegt de verklaring ook en daarmee wordt meteen duidelijk dat zij alleen bedoeld is voor nieuwkomers. Degenen die hier al waren – wij en alle andere Batavieren – hoeven zich er niets van aan te trekken.

Wij mogen wel schelden en tieren en uitschelden en discrimineren. Daar hebben we Twitter voor, Facebook en een aantal andere sites. Overigens is hier ook een zeker verschil in uitgangspositie. De linksmensch is immers een volksverrader, een cultuurrelativist, een subsidieslurper en een bedenker van de klimaathoax. Die moet helemaal zijn mond houden. Die paar anderen ter rechterzijde, degenen dus die in bezit zijn van gezond verstand, mogen alles. Zij zijn de laatste der patriotten.

Leg dat maar eens aan een nieuwkomer uit. Onbegonnen werk, zeker als-ie uit Barbaristan komt.

Maar ook hoogopgeleide nieuwkomers hebben het moeilijk. Denk aan die keer dat Máxima de Nederlandse identiteit zo boeiend beschreef, en wij allemaal ontregeld raakten, omdat dat relatief nieuwe prinsesje onze voortreffelijkheid van een kanttekening voorzag. Hoe durfde ze.

Toch is het verstandig voor nieuwkomers om een aantal basisregels te leren kennen.

Wij doen inderdaad (grazia, Máxima) aan één koekje bij de thee. Niet meer.

We kunnen onverwachte bezoekers echt niet vragen te blijven eten, want daarvoor hebben we te weinig aardappels geschild.

We staan volkomen in ons recht als we onze middelvinger opsteken als u – uh, je – niet snel genoeg van rijbaan verandert. Wij kúnnen (Zwarte Piet) niet racistisch zijn want, hé, zo zitten wij niet in elkaar.

Wij hoeven niet over de slavernijgeschiedenis en de koloniale periode na te denken. Want hé, wij hebben het altijd goed bedoeld.

Wij mogen jullie best uitmaken voor terroristen en rif-apen, want hé, er moet benoemd worden wat er echt aan de hand is. Dat noemen we VVMU (zoek dat eerst maar eens op, dat begrip kennen jullie niet).

Er moet natuurlijk getekend worden. Dit is de slotzin. En hier verandert de verklaring aan het slot plots in fictie:

‘Ik verklaar dat ik actief een bijdrage wil leveren aan de Nederlandse samenleving en reken erop dat ik daarvoor ook de ruimte en medewerking krijg van mijn medeburgers.’

Op de foto: Nationale herdenking van het slavernijverleden in het Oosterpark, Amsterdam.

FOTO: ANP/REMKO DE WAAL

Hans Laroes is hoofdredacteur bij KRO-NCRV.

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie