Man versus Reclameman

'Thunder!' brulden dik 30 duizend man in het GelreDome bij AC/DC.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

door Martijn de Vreeze

Een concert dat voelde als een twee uur durende aardbeving met de kracht van 10 op de schaal van Richter. Een mastodont marathon op een lava spuwende rockvulkaan.

De gierende gitaarsalvo’s van Angus Young, de piepende persluchtstem van Brian Johnson en het onvoorwaardelijk meebrullende publiek. Hier werd mannelijkheid gevierd. En juist op dat moment dacht ik aan reclame. Misschien wel het minst mannelijke beroep ter wereld.

Want voor geen enkel vak is zoveel inlevingsvermogen nodig. Je moet altijd de juiste emotie toucheren. En &;het&; begrijpen. De klant. De briefing. En de doelgroep. En daar gaat het mank. Want een kerel kan of wil geen dingen begrijpen. Een kerel wil zich niet inleven. Een kerel wil geen traan opwekken. Een kerel wil doen. Maken. Gaan. Van &;begrijp je het&; gaan zijn nekharen overeind staan.

Maar niet alleen zijn nekharen. Ook zijn baardharen. En die zag je verrassend weinig. Slechts een handvol. Maar de baarden die je zag, behoorden toe aan rauwe kerels in een parfumwolk van zweet en diesellucht. Met tussen de haren het ontbijt van die ochtend. Of van de hele week. De rest van de fans was kaal, had een vierkante bonkige kop à la Jan Wouters en sprak in een niet te determineren accent. Ruwe bolster, blanke pit. Slechts één man met een exotisch tintje en 10% vrouw. Het leek wel reclame.

Tussen al die mannen stond één reclameman. Dat was ik. Waar ik mij als een moderne Sartre stijlvol verwarmde in een zwart vest met col, onder een sixties bruin lederen jack en blauwe Kangol pet, verwarmden zij zich met liters bier. Slechts gekleed in een spijkerbroek met T-shirt en werkschoenen. En shag in de bek.

Met de blik van een pijproker dacht ik ineens: dit soort mannen heeft niks met reclame. Die pakken bier uit de koelkast en gaan piss’n als de reclame komt. Allergisch als ze zijn voor kinderen die mekkeren dat ze auto’s willen stekkeren. Toen dacht ik opeens heel inlevend: &;Moeten er niet meer lekkere wijven in de reclame? Of gierende banden? Of rauwe grappen?&;. Oké, ik weet dat dit fout is. Want een echte man leeft zich niet in. Of probeert dingen niet te begrijpen. Maar ik ben copywriter in de reclame. En dan ben je een andere man. Dan ben je een reclameman.

Een paar uur later zat ik weer te headbangen. Ditmaal in de auto. Na afloop van het concert op de snelweg tussen Arnhem en Tiel. Samen met mijn zoon van 16. We reden langs het dorp waar ik opgroeide: Eck en Wiel. En we reden langs Lienden. Waar ik in discotheek Kick ’80 luchtgitaar speelde op Whole Lotta Rosie. Met 140 km per uur luisterden we naar Highway to Hell op radio 3. Volume voluit. Luid meebrullend. En schuimbekkend fulminerend op de reclame die de radio daarna uitspuwde. Weg Met Dat Saaie reclameblok. Wij Willen ReclameRock. Commercials met een Shoot to Thrill idee.

AC/DC en al die mannen hadden mij wakker geschud. Ik was weer De Echte Man. En morgen? Zoals die dingen gaan… ben ik weer de invoelende, alles begrijpende Let There Be Reclameman.

Martijn de Vreeze is copywriter bij

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie