Dat blijkt uit promotieonderzoek van Pim Heijnen van de Rijksuniversiteit Groningen. De promovendus zette wiskundige modellen op, die strategische interacties bij milieu-economische problemen weerspiegelen. Bijvoorbeeld de activiteiten van Greenpeace. Heijnen maakt onderscheid tussen het aan het licht brengen van nieuwe, nog voor de consument onbekende misstanden, en situaties die al bekend zijn bij de consument, maar waarvan de ernst wordt onderschat. In het eerste geval stuit de milieugroepering op het probleem om de consument ervan te overtuigen dat ze de feiten niet opzettelijk verdraait. Een milieugroepering is namelijk niet zondermeer een betrouwbare informatieverschaffer. Iets eenvoudiger ligt het als er al meer kennis bij de consument aanwezig is. Neem het eten van vlees of het dragen van bont. De consument weet dat het dier hiervoor geslacht moet worden. De milieugroepering hoeft dan alleen maar de gruwelijkheid van de methode te benadrukken. De bedrijfstak kan daar echter op anticiperen en besluiten om voortaan milieu- of diervriendelijker te produceren. Dreigen met een campagne kan daarom al heel effectief zijn, concludeert Heijen.
‘Dreigen met een campagne kan al effectief zijn’
Milieuorganisaties hebben vaak al genoeg aan dreigen met een campagne om de bedrijven waartegen ze actie voeren, tot maatregelen aan te…
Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
© adformatie

Reacties:
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Abonneer nu