Het prijzenfestival als dorpsplein, versplinterde media en gezonde ego’s

'Iedere creatief is voortaan koning van de apenrots, maar dan alleen en in zijn eigen bubbel.' Sikko Gerkema over toen en nu.

Flickr

Laatst hoorde ik een creatief verzuchtte: ‘Een Award Show is nog de enige plek waar je elkaars werk ziet.’

‘Dat is kut’, dacht ik gelijk.

Maar daar gelijk achteraan, ‘Misschien ook wel niet, misschien is dit juist wel heel gezond.’

Toen de wereld nog overzichtelijk was, had je print, buitenreclame, radio en televisie. Dat was het eigenlijk wel zo’n beetje.

Nichezenders zoals Zee Cinema of Pebble TV waren er niet dus we over het algemeen keken we braaf wat iedereen keek en lazen we braaf wat iedereen las.

Ik weet nog goed dat ik mijn eerste advertentie had gemaakt, volgens mij voor een Sony Handycam, ik liep op Pinkpop en zag een weggegooide Nieuwe Revu op de grond liggen. Die was precies zo opgewaaid dat mijn Sony adje zichtbaar was. Daar kon ik echt van genieten. Heel eventjes weliswaar want iemand stampte mijn baby met zijn Dr. Martens maat 49 diep in de Limburgse modder.

Anyway. Wanneer je als creatief iets bedacht had, wist je één ding zeker, binnen een paar dagen zou heel Nederland en zeker al je vakgenoten het gezien hebben.

Omgekeerd gold uiteraard hetzelfde.

En daar kon ik goed nerveus van worden.

Terwijl jij eind april met drie afgekeurde campagnes zat en een 'Lampwaardig' idee, ja hoor dat wist je zeker, in de uitvoering totaal verkloot was, nou ja misschien was het überhaupt nooit echt goed geweest maar durfde je dat niet tegen elkaar te zeggen, kwam je op straat fucking briljante posters tegen van team Y en leek het commercialblok volledig gevuld te zijn met VW-pareltjes die team X al jaren moeiteloos uit z’n mouw schudde.

Zo ergens rond augustus werden binnen de bureaus de verhoudingen al in kaart gebracht. Teksten als ‘KDG&A heeft echt geen ruk gemaakt of Poblicus loopt mijlenver voor.’ vlogen over tafel. Wilde je straks niet als klapvee voor de andere Silverbacks eindigen dan was er werk aan de winkel. Met rode stress-koontjes, werkweken van 60 uur en een hoop gevloek op accountmensen die jouw briljante werk niet verkocht kregen, ging je de laatste paar maanden van het jaar in.

Het grappige was, achteraf bezien, dat het werk er bijna nooit beter van werd. En jijzelf ook niet. Als een irritante, opgefokte, verwende kleuter ging je het eind van het jaar tegemoet.

Het was druk op de apenrots en je wist precies van elkaar wie er onder je, naast en boven je zat.

Dat laatste is nu dus totaal anders geworden

Een beetje marketeer smeert zijn communicatiebudget uit over Instagram Stories, banners, Facebook-campaigns, content, storytelling, social influencers, Youtube, PR, events, nieuwsbrieven en podcasts en probeer dan maar eens in de kroeg uit te leggen wat jij precies gemaakt hebt.

Bovendien al je vrienden hebben het nog nooit of misschien een stukje gezien (Oh ja, volgens mij heb ik daar een pre-roll van gezien) en laten we eerlijk zijn, niemand kijkt meer casefilms want: te lang, te veel en gedoe.

Iedereen is voortaan koning van de apenrots maar dan alleen en in zijn eigen bubbel.

Daar is natuurlijk geen lol meer aan. Je ego kijkt wanhopig om zich heen en vraagt zich af: ‘Waar zijn al die andere apen die ik mijn rode reet kan laten zien?’

Die zijn er dus niet meer. Tenminste niet dag in dag uit. Sporadisch kom je nog tegen. Zoals vanavond bij de ADCN. En 25 april bij de Spin Awards.  Maar de rest van het jaar heeft je ego alle tijd om rustig in een hoekje sudoku’s te gaan maken.

Wie nu in de reclame zit, is zijn eigen jurylid.

Niet alleen over zijn werk maar ook over zijn leven.

Maak er wat moois van.
Doe er wat goeds mee.
Wees trots op jezelf.

Sikko Gerkema is freelance creatief bij Ceci n'est pas un bureau

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie