Waarom Humberto Tan niet boos mag worden

Presentator gedraagt zich zoals hij dat van zijn moeder geleerd heeft: als een gast

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Op woensdagavond 18 februari 2015 gaf Humberto Tan in RTL Late Night commentaar op een racistisch incident dat de dag ervoor plaatsvond in Parijs. Chelsea supporters duwden een donkere man herhaaldelijk uit de metro terwijl ze de tekst ‘We’re racist, we’re racist and that’s the way we like it’ zongen. Tan reageerde als volgt:

 

 

De dag erna verscheen onderstaand artikel in de media:

In het videofragment zie je dat Tan een ferme uitspraak doet en oprecht verontwaardigd is. Dat doet hij even beschaafd als altijd: nergens verliest hij de controle, nergens wordt hij echt boos. Maar blijkbaar ziet de schrijvende pers iets heel anders. Zij kopten dat Tan ‘woedend’ was, of ‘emotioneel’ of ‘razend’. Woorden met een heel andere associatie dan met Tan’s gedrag. Blijkbaar is het schokkend dat Tan boos wordt. Het ligt voor de hand om deze schok toe te schrijven aan het feit dat Tan zich meestal zachtaardig gedraagt, maar er is hier meer aan de hand. Wat precies wordt duidelijk als we naar Tan’s achtergrond kijken.

Messentrekkers
De Surinaamse Humberto Tan (voluit Tan-A-Kiam) groeide 45 jaar geleden op in de Bijlmer, samen met twee broers, een zus en een alleenstaande moeder. Destijds was de beeldvorming rond Surinamers uitgesproken negatief. Tan zegt hier zelf over: "Er werd naar Surinamers gekeken zoals nu naar Marokkanen. We hadden echt een heel slechte naam. We waren messentrekkers, dealers." Met andere woorden: Surinamers werden gezien als sterk maar niet betrouwbaar. Of in de terminologie van sociaal psychologen: competent maar niet warm. Wie nu naar Tan kijkt, ziet een man die gedragsmatig vol inzet op warmte: hij toont zich in alles betrouwbaar. Van de manier waarop hij zijn gasten benadert tot aan de wijze waarop hij zich kleedt. Daarin heeft hij een hele mooie balans gevonden. Hij glimlacht veel maar is geen onderkruiper. Hij is charmant maar nooit sexy. Hij is sterk maar nooit agressief, erudiet maar nooit elitair. Zelfs zijn persoonlijk leven oogt onkreukbaar: hij lijkt met niemand ruzie te hebben en is een familieman van onbesproken gedrag.

Ze zetten jou en mij op de boot
Is hij daarmee groter dan God? Nee hoor. Het zal enerzijds een kwestie van karakter zijn (‘Het moet in de genen zitten: mijn zoon is ook zo zacht’), anderzijds denk ik dat hij geleerd heeft om zich goed aan te passen. Zijn moeder wees hem al jong op de noodzaak hiervan. Zij zei het volgens Tan als volgt: ‘Wanneer ze ons wegsturen, zetten ze jou en mij op de boot. Als je niet uit Suriname komt, ga je niet op de boot. Dus je moet wel weten: je bent te gast hier!’ Tan gedraagt zich tot op de dag van vandaag zoals hij dat van zijn moeder geleerd heeft: als een gast. Beleefd, voorkomend en hoffelijk. Hier dringt zich de vergelijking met Obama op. In zijn memoires ‘Dreams of My Father’ zegt hij over zijn jeugd in Hawaii ‘People were satisfied so long as you were courteous and smiled and made no sudden moves. Such a pleasant surprise to find a well-mannered young black man who didn&;t seem angry.’

Angry black man
De reden waarom veel zwarte mannen zich hyperbeleefd gedragen is het gevaar van anger backlash. Volgens onderzoekers triggert woede negatieve stereotypen over zwarte mannen. Het laten zien van woede betekent dat je je onaangepast gedraagt, dat je je kracht toont. Hierdoor wordt het beeld van de angry black man opgeroepen: de sterke zwarte buitenstaander die de blanke ingroup bedreigt. Het gevolg is sociale afwijzing. Niet alleen Tan, maar ook Obama had last van anger backlash. In 2010 vond de olieramp in de Mexicaanse Golf plaats. Obama kreeg hierna het verwijt dat hij niet boos genoeg werd. CNN publiceerde vervolgens het artikel ‘Why Obama can’t be the angry black man’. Obama wilde wel boos worden, maar hij kon het niet: hij zou in sociaal opzicht afgewezen kunnen worden. Daarmee bevond hij zich in een lastige positie: als leider móest hij zijn kracht tonen, maar als zwarte man mòcht hij dat niet. En dat is iets waar een blanke leider geen last van heeft. En Jeroen Pauw trouwens ook niet. Ik durf te wedden dat er veel minder ophef geweest zou zijn als Pauw boos geworden was.

Zelfbeheersing
Vandaag de dag is het nog steeds een realiteit voor iedere minderheidsgroep die zich wil profileren: je moet je aanpassen als je gehoord wilt worden. Uit onderzoek weten we dat de meeste etnische Nederlandse minderheidsgroepen als minder competent gezien worden. En voor sommige groepen zoals Marokkanen geldt zelfs dat ze ook nog als minder warm gezien worden. Het is niet eerlijk, maar van al deze groepen wordt verwacht dat ze op tegenslag reageren met een hoge mate van zelfbeheersing, dat ze hun grenzen kunnen aangeven terwijl ze hun woede controleren. Dat ze enerzijds hun kracht kalm tonen, terwijl ze anderzijds hun warmte laten zien om de sympathie te winnen. Het is veel gevraagd, maar wel mogelijk. Dat laat het indrukwekkende succesverhaal van Humberto Tan zien. 

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie