Premium

'Het uitdijende apparaat voorlichters is een kwalijke ontwikkeling'

Interview met SP-Kamerlid Peter Kwint over de 'uit het lood' geslagen verhouding tussen communicatie en journalistiek

De SP wil dat er flink gesnoeid wordt in het aantal woordvoerders bij het Rijk en gemeenten. Het  bespaarde geld moet naar de noodlijdende  lokale en regionale journalistiek. 

Peter Kwint, die  zelf ooit persvoorlichter en communicatiemedewerker van de Tweede Kamerfractie SP was, deed dat voorstel aan mediaminister Arie Slob tijdens de behandeling van de mediabegroting 2018. Hij legt de achtergrond van zijn motie uit.

Waarom heb je dit voorstel gedaan?

Kwint: 'Je ziet dat er de afgelopen jaren veel taken op de gemeente zijn afgekomen, zoals de jeugdzorg, maar ook op het gebied van wonen, werken of  armoedebeleid. Daar is van alles  fout gegaan, terwijl er steeds minder mensen zijn om dat kritisch te controleren. Ik hoor van gemeenteraadsleden dat de journalistiek er verdwenen is, en er nooit pers bij de raadvergaderingen aanwezig is. Ik vind dat een slechte ontwikkeling.'

Dat is een probleem van de journalistiek, los het op zou ik zeggen. Maar wat heeft het aantal communicatiemedewerkers ermee te maken?

Ik heb zelf een paar jaar in de hoek van de communicatie gewerkt. Het gaat mij er helemaal niet om dat zij geen nuttig werk doen of allemaal met persvoorlichting bezig zouden zijn, dat is namelijk niet zo. Maar er is een astronomische toename van communicatie geweest bij de overheid, en die staat niet meer in relatie tot wat er te communiceren of voor te lichten valt.’ 

Je vindt het uit de klauwen gegroeid?

‘Ik vind de verhouding scheef. Dat verwijt ik geen enkele voorlichter of communicatiemedewerker, maar het gaat om een politieke keuze: wil je vooral investeren in vertellen wat je doet? Of investeer je in controle op wat je doet? Natuurlijk heb je beide nodig, maar als je de groei van communicatie afzet tegen de afname van de journalistiek, dan is dat uit het lood geslagen.’

De SP heeft dit onderwerp vaker aangesneden, tevergeefs. Denk je dat er nu wel politieke wil is?

‘De minister is het eens met de analyse, maar niet bereid de stap te zetten. Die vindt het aan de gemeenten zelf. Dat is ook zo, maar ik heb gezegd: ga er over in gesprek. Er zijn nog steeds gemeenten die het niet lukt om het minimale bedrag dat ze ervoor uit het gemeentefonds krijgen te investeren in lokale media. Dat terwijl ze wel een uitdijend voorlichtingsapparaat hebben. Ik vind het kwalijke ontwikkeling, ook al omdat ik denk dat de overheid er beter van wordt als die kritisch wordt gevolgd. Nu ligt de nadruk op voorkomen van negatieve berichtgeving.’

Er is te veel aandacht voor reputatiedenken?

Ja, dat merk je bij bestuurders, de wethouders en landelijk de ministers: voor het deel is het je brand opbouwen en in stand houden. Er is niks mis met aandacht voor je uitstraling. Maar er is een grens, en die is nu wel bereikt.

Om hoeveel geld gaat het eigenlijk als je een derde snijdt in communicatie

‘Dat kan ik zo niet zeggen. Het is een maatregel die je over langere tijd moet uitspreiden, je verandert niet zomaar een derde van je personeelsbestand op communicatie. Ik heb gezegd: ga in gesprek over wat op korte termijn mogelijk is en zorg dat die ene journalist per gemeenteraadsvergadering aanwezig kan zijn door te investeren in lokale media. Maar het is lastig daar een bedrag aan vast te plakken.’

Communicatie is niet voor niets gegroeid. We leven in een hyperige mediasamenleving met veeleisende  bewoners. Die willen gewoon goede en snelle communicatie als hun straat wordt opgebroken of als ze een vraag hebben.

‘Natuurlijk vraagt de burger een steeds beter communicerende overheid, maar dat kan je juist prima via de lokale journalistiek doen. Als je de bezoekcijfers van veel lokale en regionale media bekijkt, dan zijn die een stuk hoger dan die van de gemeentelijke websites. Als je de hoofdstraat van Krommenie gaat openbreken bereik je veel meer bewoners door ze via Krommenie24 te informeren dan via Krommenie.nl. Dit voorbeeld is volkomen fictief overigens.’

In Maastricht heeft de raad een verslaggever ondergebracht bij de  lokale zender RTV Maastricht, die valt onder het redactioneel statuut. Is dat een oplossing?

‘Nee, dat vind ik niet. Ik zou zeggen: subsidieer gewoon je lokale media en laat die bepalen wie ze er voor aannemen. Dat een gemeente of raad zelf mensen aanneemt om die dan nog als een soort voetballer te verhuren, lijkt me niet de weg.’

Foto: ANP REMKO DE WAAL

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie