Zo kan de Nederlandse overheid een platform als Facebook aanpakken

Grote Amerikaanse platforms lijken ongrijpbaar voor de Nederlandse overheid. Maar dat hoeft zeker niet zo te zijn.

John de Mol sleept Facebook voor de rechter omdat het bedrijf ondanks herhaalde verzoeken van zijn kant nepadvertenties voor bitcoins bleef plaatsen. Advertenties met zijn naam en beeltenis.

Grote Amerikaanse platformen kunnen dit soort zaken lang rekken. Vanwege de aard van de Amerikaanse wetgeving hebben deze platformen de neiging om de grens op te zoeken, net zolang totdat een groep mensen ze tegenhoudt. Dit terwijl handhaving door de Nederlands wet uitblijft, omdat de autoriteiten geen idee hebben waar ze moeten beginnen.

Als de Nederlandse authoriteiten al een platform aanpakken vanwege overtreding van de regels, dan is het eerder een Nederlandse bv met lokale hosting. Dat is stukken eenvoudiger.  Nederlandse platformen staan zo op achterstand van concurrentie uit de VS

Accreditatie

Facebook beweert geen publisher te zijn, maar staat wel het plaatsen van advertenties of content toe waar auteursrechten op zitten. Als Facebook het onderwerp auteursrechten zou respecteren, dan zou er minder (goede) content op staan. Het platform zou afzakken tot het niveau van Myspace, veel minder bezoekers trekken en  merken zouden zorgvuldiger willen adverteren.

Facebook is niet verantwoordelijk voor de content die gebruikers plaatsen. Maar geplaatst wordt. Maar het kan wel een accreditatie of vergunning vragen. Daarbij zijn van belang: de hardheid van de feit; de status van de poster (een minister, journalist of vlogger) en de vraag of er sprake is van sluikreclame. Afhankelijk van het resultaten, wordt content wel of niet: 1) actief verspreid, 2) betaald met advertenties, 3) vergezeld van een waarschuwing zoals bij films.


Voor autorijden, marifoongebruik, EHBO en zelfs het beoefenen van alternatieve geneeswijzen, zijn er bekwaamheidstesten die ongelukken dienen te voorkomen. Gezien het maatschappelijke belang van sociale media, is het een zinvolle gedachte om dit principe uit te breiden tot Facebook. Krijgt bepaalde content een waarschuwing, dan zullen adverteerders daar minder snel advertentieruimte kopen en wordt het voor Facebook minder lucratief om hierop te sturen.

Supersnelrecht

Het probleem is dat adverteerders en platform op dit moment juist op zoek gaan naar materiaal waar mensen snel op reageren. Daarom moet er strikt gehandhaafd worden en moeten we de rekening neerleggen bij het platform. Snelheid is belangrijk. Dat de overheid snel kan zijn, blijkt uit voorbeelden als het supersnelrecht, lik-op-stuk beleid en Project Halt. Trouwens, bij Marktplaats kunnen merken al jaren een advertentie deactiveren als ze zien dat iemand een kopie van hun producten aanbiedt.

En stél dat een malafide bitcoinboer zich straks beroept op de vrijheid van meningsuiting. En daarin van de Nederlandse rechter ook nog eens gelijk krijgt? Dan wil dat niet zeggen dat deze partij het recht heeft op verspreiding van die mening door middel van adverteren.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie