Premium

Hoe architect Erikjan Vermeulen met citizenM de wereld van de hotelarchitectuur opschudde

Erikjan Vermeulen is partner bij architectenbureau Concrete dat de hotellerie onder het motto: People before buildings opnieuw uitvond.

Erikjan Vermeulen is – samen met oprichter Rob Wagemans en Lisa Hassanzadeh – partner bij architectenbureau Concrete in Amsterdam. Concrete is internationaal doorgebroken met CitizenM, een concept dat de gebruiker centraal stelt en het hotel opnieuw uitvond. Met Urby in de VS hebben ze Concrete’s motto people before buildings verder doorontwikkeld.

Hoe creatief was jij in je jeugd?

‘Ik kom van Texel, een eiland. Iedereen werkte voor zichzelf. Net als mijn vader, hij was aannemer en had twintig man rondlopen. Ik denk dat ik daarom eerder ondernemend was dan echt creatief. Het ging meer over het doen, dan over het artistieke. Dat laatste is misschien later gekomen.’

Je hebt denkers en doeners, maar allebei kunnen ze creatief zijn…

‘Ondernemers zijn inderdaad per definitie op een bepaalde manier creatief, want anders heb je aan het eind van de dag geen brood op de plank. Je moet toch oplossingen bedenken en ervoor zorgen dat de toko blijft draaien. Dat heb ik meegekregen en ontwikkeld.’

Duwde jouw vader je de kant op van het bouwen?

‘Nee, absoluut niet. Al had hij graag gewild dat een van zijn vier zoons het bedrijf over zou nemen. Dat gebeurde niet en vond hij jammer. Maar mijn vader ontwierp ook gebouwen, dus ik zag tekeningen op de tekentafel liggen en ging op mijn twaalfde naar de bouwplaats om de boel aan te vegen. Dus ik was ermee omgeven en dan kruipt het er op een of andere manier wel in.’

Wanneer kwam je erachter dat je iets met architectuur wilde doen?

‘Ik zat op de Havo, deed niet bijzonder veel aan school en wilde meteen van het eiland af toen ik klaar was. Ik ging toen naar de HTS in Utrecht en was het liefst bezig met de ontwerpende vakken. In het derde jaar heb ik een uitwisseling gedaan met het Bauhaus in Dessau, het befaamde instituut in Oost-Duitsland. Dat was echt een kantelpunt. Toen dacht ik: architectuur wil ik de rest van mijn leven doen.’

Wat was het precies dat je in Bauhaus aansprak?

‘Bauhaus is een kunststroming die niet alleen gaat over architectuur, maar ook over andere artistieke disciplines, zoals beeldende kunst, theater en mode. Deze disciplines konden elkaar beïnvloeden, allemaal onder één dak, zodat er kruisbestuiving plaatsvond.’

Zoals een architect met allerlei specialisten samenwerkt?

‘Ja, het multidisciplinaire denken. Het idee dat je het beste iets kunt creëren dat zorgt voor één holistische ervaring, waarbij interieur, architectuur, landschap, en zelfs de branding consistent met elkaar zijn.’

Hoe kwam je bij Concrete terecht?

‘Ik had mijn eigen architectenbureau en werkte samen met Concrete. Ze deden toen de interieurs van cafés. Maar ook de eerste Coffee Company en later het interieur van de Rituals-winkels. Hun projecten werden steeds groter en daarom werd de architectuurcomponent belangrijker. Daarvoor kwam ik erbij.’

Was CitizenM jullie claim to fame?

‘Nou, Concrete had in Nederland al een naam, bijvoorbeeld met Lairesse apotheek – dat allerlei prijzen won – en de Supperclub, dat heel duidelijk een multidisciplinair concept was. Daar deden we bijvoorbeeld ook de marketing voor. Maar door CitizenM werden we internationaal en gingen we ons ook echt met gebouwen bezighouden.’

Jullie motto is people before buildings, dat klinkt logisch, maar is het blijkbaar niet…

‘Projectontwikkelaars werken vaak met industrie-standaarden wanneer ze appartementen bouwen. Alleen over het gebouw wordt nagedacht. De ontwikkelaar heeft er geen belang bij om goed over de woningen na te denken, want hij verkoopt ze toch wel. In Amerika zijn we al een tijdje met Urby bezig, een keten met superefficiënte, maar tegelijk comfortabele woningen.’ 

Waarom lukte het bij dat project wel?

‘Het verschil is dat bij Urby de ontwikkelaar eigenaar is en de operatie doet. Dus die heeft er baat bij om iets te maken waar de gebruiker blij van wordt. En het is een familiebedrijf, waardoor ze ook een lange termijnvisie hebben. Het zijn twee broers, die al 10.000 huurwoningen in hun portfolio hadden, maar zich realiseerden dat iedereen hetzelfde doet. Ze kwamen bij ons voor slimmere plattegronden.’

Slimmere plattegronden?

‘Alles zit erin, badkamer, verlichting, inbouwkasten en bijvoorbeeld schuifdeuren waarmee je ruimtes kunt verbinden of afscheiden. Het zijn vrij kleine ruimtes, maar ze voelen ruimer. We hebben ook gekeken naar de publieke ruimtes. Hoe gaan we ervoor zorgen dat de mensen zich er thuis voelen? In Amerika wonen mensen vaak maar twee jaar in een stad en verhuizen dan weer naar een andere stad, voor hun carrière. Wij hebben de algemene ruimte opengegooid. De entree is een café geworden en we hebben de doorman geleerd om koffie te maken. Zo is de buurt ook welkom. De complexen hebben daarnaast een gemeenschappelijke keuken. En in sommige vestigingen is er een chef in residence die kookles geeft. In Harrison hebben we een musician in residence. En in sommige Urby’s hebben we een urban farm en een farmer’s market in de straat. Zo proberen we op verschillende manieren de buurt erbij te betrekken.’

Hoeveel vestigingen zijn er?

Inmiddels zijn er vier vestigingen. Nummer vijf gaat in Dallas open en nummer zes in Newark. Er is er nóg een in aanbouw en er liggen vier op de tekentafel.

Ik bladerde door jullie boek met concepten en ik dacht bij alle ruimtes; dáár wil ik zijn. Wat is het geheim daarvan?

‘Architectuur aan de binnenkant maken. Daarmee bedoel ik dat we de ruimte niet nemen zoals hij is. Als een ruimte vierkant is en we willen hem intiem maken, dan maken we hem rond van binnen. Bij Urby bijvoorbeeld, heeft de entree altijd de vorm van een huis met een puntdank en die vorm loopt door naar binnen, zelfs als je bij een wolkenkrabber binnenkomt. Dat puntdak zorgt voor geborgenheid. Daar voelt de gebruiker zich thuis.’

Is het niet verleidelijk om steeds hetzelfde trucje te doen, als iets succesvol is?

‘We streven er echt naar om steeds weer iets nieuws te doen. Als er iemand naar ons toekomt en zegt, kunnen jullie Urby of CitizenM ook voor ons doen, dan zeggen we ‘nee’. Want dan gaan we weer hetzelfde doen en is de kans groter dat het met minder ambitie gebeurt. We zeggen altijd: you can copy the design, but not the soul.’

Maar daar moet je wel de goede klant voor vinden.

‘We willen klanten die de wereld een beetje beter proberen te maken. In de wereld van het vastgoed gaat heel veel geld om, dus in de basis is het een conservatieve, risicomijdende industrie. Maar de wereld verandert enorm, we gaan veel meer thuiswerken bijvoorbeeld en daarmee veranderen onze behoeften. Concrete verandert architectuur op typologisch niveau. Zoku, net als CitizenM een Nederlands concept, is bijvoorbeeld een blend tussen een hotelkamer, een studio-appartement en een werkruimte.’

Jullie creëren eigenlijk een nieuw hokje – letterlijk en figuurlijk.

‘Ja, en in de wereld van het vastgoed is dat heel spannend. Dat is waarom we werken voor investerende ondernemers of ondernemende investeerders.’

Jullie zitten nu met vijftig man in een relatief klein grachtenpand, past dat nog wel?

‘We willen niet per se verder groeien. Ik vind het belangrijk dat je met iedereen een connectie hebt binnen het gebouw. En ik wil niet een bouwproject oplopen en erachter komen dat een bouwkolom er ineens heel anders uitziet. Onze betrokkenheid bij de projecten is heel groot, dus dat is belangrijk.’

Hoe kunnen jullie zo klein blijven?

‘We besteden de technische uitwerking uit aan lokale bureaus. Er wordt ons regelmatig gevraagd om een bureau in het buitenland te beginnen. Dan antwoord ik altijd dat ik niet wil groeien. En dan blijft het even stil. Maar dit werkt voor ons, dit vinden we prettig. We besteden uit wat we uit kunnen besteden, maar bewaken altijd de visie. Zo kunnen we met een compacte groep, waarbij iedereen elkaar kent, dit soort projecten aanvliegen.’

Is het niet zo dat je als ondernemer altijd wil groeien?

‘Maar onze ambities groeien wél! We blijven ons ontwikkelen en vernieuwen. En de wereld telkens weer een beetje beter en mooier maken. Dat is onze drive.’

Wat vind je het moeilijkste aan het beroep architect?

‘In de basis is architectuur een complex vak. Wat vooral een uitdaging is, is dat er heel veel belangen bij komen kijken. Alle betrokkenen hebben hun eigen belang en dat is niet per se het belang dat wij proberen te realiseren. Daar moet je doorheen laveren. Waar we goed in zijn geworden is het overtuigen van mensen, je presentaties op orde hebben. Er zit een verhaal in dat vertelt waarom we iets doen, dat mensen zich eigen kunnen maken en trots kunnen delen met anderen. Daardoor kan iedereen zich ermee verbinden.’

Jullie hebben in ieder geval het soort klanten dat iets nieuws wil, dat scheelt. 

‘Zeker. De ondernemer die op ons afkomt zegt: ik wil iets vernieuwen, verbeteren, veranderen, kunnen we dit samendoen?'

En dat leidt tot hechte samenwerkingen?

‘Ja, je moet elkaar echt vertrouwen. Soms zakelijk, maar vooral inhoudelijk. Bij CitizenM is Rob creatief directeur. Eén keer per maand zitten we aan tafel met de hoofdeigenaar, de CEO, hoofd development en marketing. Elke creatieve uiting wordt daar besproken. Is dit nog steeds de uiting van ons merk, vragen we ons dan af. Is dit de manier waarop we de mensen willen benaderen? Dat doe ik ook bij Urby. We kijken zelfs mee met het reclamebureau, want we zitten er echt met z’n allen in. De kwaliteit moet goed zijn, maar je moet uiteindelijk ook de harten van de mensen raken. Hier wil ik wonen, moeten ze denken, hier voel ik me mee verbonden.’

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie