Verkiezingstijd is debattijd, en dat werd afgelopen zondag tijdens het tweede RTL-verkiezingsdebat pijnlijk zichtbaar. Waar de toon tot dusver opvallend beheerst was, schoot Frans Timmermans uit zijn slof door Rob Jetten op een betuttelende manier toe te spreken dat hij ‘stond te jokken’.
Hij beschuldigde de D66-leider ervan niet eerlijk te zijn over diens plannen rondom het basispakket in de zorg, waarmee Jetten volgens Timmermans de waarheid aan het verdraaien was. Timmermans onderstreepte dit met het argument dat het Centraal Planbureau zwart op wit had staan dat D66 het basispakket wilde bevriezen en daardoor de zorgkosten wilde beheersen, terwijl Jetten in het debat vooral aangaf nieuwe medicatie te willen toelaten.
Algoritmes zijn allergisch voor grijstinten
Het incident illustreerde de kanteling in het politieke debat van inhoudelijke discussie naar persoonlijke beschuldigingen. Jetten reageerde relatief kalm, wat het contrast tussen hun stijlen nog verder accentueerde. Het is niet vreemd dat de toon verhardt. Hoe wrang ook: verkiezingen win je eerder met sentimenten dan argumenten. Algoritmes zijn allergisch voor grijstinten: ze bevoordelen het uitgesprokene, het stellige, het simpele verhaal. De manier waarop iets gezegd wordt, doet meer dan de inhoud zelf.
En dat doet ertoe, zeker omdat het merendeel van de kiezers nog tot vlak voor de stembusgang twijfelt aan de eigen keuze. Zolang kiezers zich laten leiden door emotie, geldt er in de politiek een ijzeren wetmatigheid: zonder drama geen aandacht, zonder aandacht geen invloed. Politieke positionering draait om effectbejag. Alleen wie de spanning opvoert, blijft hangen in het brein van de kiezer. De politieke polder hunkert naar kleingeestig drama.
Viraal gaan
Als je viraal wilt gaan, lukt dat niet met iets moeilijks. Wie wil opvallen, moet afsteken. Wie wil winnen, moet meeslepend zijn. Dumbing down is de dominante campagnestrategie. Het creëert een crisissfeer, een collectief gevoel van verlies. Een totaal gebrek aan vermogen om groter te denken.
Het verklaart waarom in verkiezingstijd het debat boven de dialoog gaat: het is de uitdaging voor politici om verschillen uit te vergroten, de eigen achterban te mobiliseren, spektakel te organiseren. Zo zou je de politieke leiders van nu kunnen vergelijken met retailmerken.
Dilan Yesilgöz (VVD) is de Coolblue van het politieke theater: vlot, klantgericht en een tikje brutaal. Frans Timmermans (GroenLinksPvdA) is eerder Ikea: idealistisch, met een moreel verhaal over de samenleving (in de geest van Design your own life), maar soms wat belerend in toon. En Geert Wilders (PVV) zet de toon als een politieke Action: eenvoudig, herkenbaar en onveranderlijk goedkoop in toon.
Saai is fraai, is het devies.
Paul Stamsnijder
Ze creëren een sfeer waarin de flanken domineren. Het gevolg is een verzuring van het publieke debat en een versterkt wij-zijdenken: ze spelen op de man of de vrouw en besteden minder aandacht aan de inhoud. Niet degene met het beste verhaal, maar wie de juiste snaar raakt wint.
Aan de andere kant geven Henri Bontenbal (CDA), Rob Jetten (D66) en Jimmy Dijk (SP) ruimte aan het verschil. Hun campagnes en publieke optredens geven uitdrukking aan het brede midden, met als insteek de dialoog.
De terughoudendheid van Bontenbal (in de stijl van Albert Heijn: een stabiel, kwalitatief aanbod voor het hele gezin), de rationaliteit van Jetten (in lijn met Bol: modern, toegankelijk en met een breed, optimistisch aanbod) en de oplossingsgerichtheid van Dijk (als Hema: sociaal, eenvoudig en dichtbij) vormen het contrapunt tegen de verhardende debatten, waarin persoonlijke aanvallen domineren. Waar anderen het gesprek voeren om te winnen, kiezen zij ervoor om ruimte te maken voor het gesprek zelf. Saai is fraai, is het devies.
Zo illustreren deze verkiezingen het fundamentele verschil tussen debat en dialoog. In debat ga je om te winnen: je streeft ernaar je tegenstander te overtroeven, erkenning van het publiek te krijgen, en je eigen positie te bevestigen.
Dialoog is een zoektocht
Debatteren draait om het versterken van je eigen gelijk, vaak ten koste van de ander. Dialoog daarentegen gaat over samen uitkomen: het is een zoektocht waarin luisteren, vragen stellen en begrip centraal staan. Het doel is niet om een winnaar aan te wijzen, maar om gezamenlijk tot oplossingen te komen en de kloof te overbruggen.
Dit houdt in dat politici en burgers zich niet alleen richten op het laatste woord, maar stilstaan bij de eerste vraag: de moed tonen om werkelijk te luisteren, open te staan voor onzekerheden en gezamenlijk te zoeken naar oplossingen die het brede midden verbinden. Alleen door verschil te omarmen, kan de politiek recht doen aan het verlangen van het brede midden aan het samen vormgeven van een gedeelde toekomst in een versplinterde samenleving.
Zoals Henri Bontenbal gisteren stelde bij Nieuwsuur: samenleven doet soms pijn, maar het is de moeite waard als we bereid zijn te luisteren. De vraag is of hij met zijn kleurloosheid de kiezer kan raken. Soms vraagt het midden ook om lef – het lef om niet alleen te luisteren, maar ook te laten zien waar het wringt. De werkelijkheid is complex, maar het algoritme vraagt om contrast. De komende acht dagen zullen het leren.
Paul Stamsnijder is partner van de Reputatiegroep en auteur van “Van debat naar dialoog: waarderend communiceren in tijden van polarisatie”, dat in november verschijnt bij Boom Management. Hij is actief lid van Logeion.

Reacties:
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Abonneer nu