Overslaan en naar de inhoud gaan

Liza Luesink en Joyce Croonen (Duwtje) over vijftien jaar pionieren in gedragsverandering

Gedragssturing werd salonfähig mede door het werk van pioniers Luesink en Croonen.
Liza Luesink en Joyce Croonen
Liza Luesink en Joyce Croonen

Het was 2009 toen Liza Luesink en Joyce Croonen hun loopbaan begonnen bij de Belastingdienst. Beiden waren afgestudeerd als gedragspsycholoog aan de Radboud Universiteit en zagen onbegrensde mogelijkheden om technieken voor gedragsverandering in te zetten voor maatschappelijke doelen. Ze kregen een rijke proeftuin tot hun beschikking bij de Belastingdienst, waar ze al snel de speedbootjes werden genoemd: snel, wendbaar en altijd op zoek naar een nieuwe route.

Croonen: ‘We gingen op verkenning uit, deden experimenten en testten andere soorten communicatie. En op een gegeven moment, als het werkte, veranderde de olietanker die de Belastingdienst was een beetje in onze richting.’

Bij de Belastingdienst begonnen ze met concrete zaken, zoals een brief waar traag op werd gereageerd en die bovendien veel fouten opleverde. Luesink: ‘Dan dachten we: die kan ook wel een stuk beter. We maakten er een andere brief naast en stuurden beide versies rond. Hoe snel reageren mensen? Hoeveel fouten maken ze? Met concrete aanpassingen en testen kon je snel een grote slag maken.’

Het werk van Croonen en Luesink was vernieuwend in die tijd. Van de technieken voor gedragsverandering hadden buiten een aantal insiders nog weinig mensen gehoord. Nudging kwam op, de Amerikaanse psycholoog Roberto Cialdini was in de niche bekend, maar zeker bij het grote publiek en bij de Belastingdienst niet.
Luesink: ‘Het was pionieren. Nederland was een van de eerste landen waar dit gebeurde. Later kwamen Denemarken en het Verenigd Koninkrijk erbij, dat met zijn Behavioral Insights Team als gidsland werd gezien. Daar werd veel geld in gestopt. Nederland was voorzichtiger. We waren eerder, maar hadden last van de remmende voorsprong.’

Die terughoudendheid laat zich door verschillende factoren verklaren. Na de Tweede Wereldoorlog lag het gevoelig dat de overheid ‘in het hoofd’ van burgers zou treden. Het sturen van onbewust gedrag werd lang gezien als manipulatief en ondemocratisch: burgers zouden immers een expliciete keuze worden onthouden. Tot ver in de jaren 2000 was beleidscommunicatie vooral gericht op informeren en overtuigen met regels, financiële prikkels of campagnes.

Subtiele gedragssturing werd pas salonfähig mede door het werk van pioniers als Luesink en Croonen. Luesink: ‘We kregen de ruimte om mensen te laten ervaren hoe gedrag wordt gestuurd en hoe je die kennis kon inzetten om effectiever te zijn. Wat hier heel erg onder ligt is dat mensen natuurlijk denken dat ze heel rationeel zijn, terwijl het grootste gedeelte van ons gedrag onbewust wordt gestuurd.’

Over Duwtje

Duwtje is een bureau voor gedragsverandering, opgericht door gedragspsychologen Liza Luesink en Joyce Croonen. Het bureau is gevestigd in Zutphen en telt ongeveer 24 medewerkers met achtergronden in gedragspsychologie, onderzoek en design. Sinds de start in 2010 richt Duwtje zich uitsluitend op maatschappelijke vraagstukken.

Duwtje werkt in samenwerking met Havas Lemz voor de raamovereenkomst Campagnes van de rijksoverheid. Onlangs lanceerde zij de indringende overheidscampagne Waar ben je? over femicide.

Was het moeilijk om mensen daarvan te overtuigen, ze hebben graag het idee dat hun keuzes weloverwogen zijn?
Luesink: ‘Ja, dat vonden de meesten spannend en ook raar dat hun gedrag gestuurd wordt, zelfs als je niks doet trouwens. We hebben ook heel wat workshops en trainingen gegeven en zelf moesten we onze kennis ook verder ontwikkelen.’
Croonen: ‘Ik herinner me nog dat we in 2010 naar Harvard zijn gegaan, naar een bijeenkomst waar gedragsveranderaars bij de overheid van over de hele wereld bij elkaar kwamen. Iedereen voelde dat er iets begon te ontstaan. Maar het was allemaal nog wel een beetje zelf pionieren, de samenwerking zoeken. We hadden toen eigenlijk al een beetje onze onderneming binnen de Belastingdienst. We mochten overigens geen personeel aannemen, maar wel stagiaires. Al snel hadden we er tien rondlopen.’

Wanneer werden jullie een ‘bureau’?
Croonen: ‘Dat was ongeveer na zes jaar in een soort hybrideconstructie te hebben gewerkt. Wij hadden alle petten op, van productiewerk en design tot nerdachtige analyses.
En we hadden er nog een derde baan bij. Ik als blogger en influencer.’
Luesink: ‘En ik als fractievoorzitter in de gemeenteraad. Na een enorme opdracht voor het Radboud Ziekenhuis kwamen we tot het inzicht dat het zo niet door kon. We hadden ons kapot gewerkt. We zijn toen vol voor Duwtje gegaan.’

Hoe ziet jullie aanpak eruit?
Luesink: ‘We werken alleen voor maatschappelijke opdrachten en gebruiken daarvoor een model van vier knoppen: gemak, weerstand, normen en motivatie. Die zijn steeds de kapstok, en daar hangen we allerlei vragen aan op. Wat weten we allemaal over gedrag? Wat werkt wel en niet? Wat houdt gedrag tegen of stuurt het juist? Op een gegeven moment weten we: oké, bij dit vraagstuk is dit de belangrijkste factor.’
Croonen: ‘Vervolgens ontwikkelen we wat wij een duwtje noemen. Dat kan alle vormen hebben: een campagne, communicatie op sociale media, maar ook een salarisverhoging of een beleidswijziging. We denken in allerlei soorten oplossingen. Het is heel lastig om ons in een hokje te plaatsen.’

Knoppen van gedragsverandering

De aanpak van Duwtje draait om een model met vier zogenoemde knoppen: gemak, weerstand, normen en motivatie. Deze vormen het fundament bij de analyse van gedrag en de ontwikkeling van interventies.

Gemak - Mensen kiezen vaak de weg van de minste weerstand. Gedrag kan worden gestuurd door processen te versimpelen, standaardkeuzes slim in te stellen of duidelijke cues en reminders te geven.

Weerstand - Bij verandering ervaren mensen vaak barrières. Door de boodschap positief te framen, verwachtingen helder te maken en keuzevrijheid te benadrukken, kan die weerstand worden verlaagd. Kleine eerste stappen helpen om de drempel te verlagen.

Normen - Mensen spiegelen hun gedrag sterk aan wat anderen doen. Sociale bewijskracht, rolmodellen en publieke beloftes maken normen zichtbaar en versterken gewenst gedrag.

Motivatie - Naast gemak en normen speelt ook motivatie een rol. Beloningen, concrete doelen, persoonlijke relevantie en feedback kunnen mensen stimuleren om hun gedrag aan te passen en vol te houden.

Ik zie in gedragsverandering vaak dezelfde voorbeelden langskomen, het bekende briefje dat 80 procent van de mensen in een hotelkamer hun handdoek meer dagen gebruikt. Blijft dat effectief?
Luesink: ‘De techniek van sociale bewijskracht zelf is effectief, maar je wordt inderdaad doodgegooid met posters van: Pietje doet dit, doe jij het ook? En als mensen er uiteindelijk achter komen dat het een soort truc is, werkt het averechts.’
Croonen: ‘In Nijmegen, waar ik woon, kun je niet om de boodschap heen dat mensen samen de ruimtes rond afvalbakken schoonhouden. Ik zie al acht jaar dezelfde soort borden, gebaseerd op sociale bewijskracht. Dat slaat dood. Misschien is het probleem wel dat mensen gewoon geen auto hebben om hun huisvuil weg te brengen. Dan kan je borden plaatsen wat je wilt, maar werkt het knippen-en-plakken van die aanpak niet meer. Je moet eerst de daadwerkelijke redenen van gedrag onderzoeken; vaak kom je dan bij andere, betere oplossingen uit.’

Dat vraagt om maatwerk.
Luesink: ‘Ja, pas als je daadwerkelijk inzicht hebt in wat mensen beweegt kun je effectief werken aan verandering. Op dit moment heeft een team van ons net een onderzoek en plan gepresenteerd voor een technisch bedrijf. Het probleem daar was dat de werving van nieuwe mensen best goed ging, alleen vertrok een groot deel van die nieuwkomers weer snel. Meestal wordt er inhoudelijk naar zo’n probleem gekeken: er is vast niet genoeg uitdaging, of het werk is gewoon minder populair. Maar dat was niet aan de hand.’

Wat dan wel?
Croonen: ‘Uit de analyse bleek dat het bedrijf vrij hiërarchisch was opgezet. Je had er de seniors die de juniors uitlegden hoe het moest gebeuren. Terwijl de mensen die net binnenkwamen, eigenlijk heel graag een eigen stempel op hun werk wilden drukken en hun kennis wilden inzetten. Daar werd weinig ruimte voor gevoeld. Daarvoor is nu een buddysysteem ontwikkeld, waardoor ook juniors de kans krijgen om hun kennis te delen en er een meer gelijkwaardige uitwisseling is. Dat is doorgetrokken in de communicatie die de gezamenlijke grond van de mensen benoemt, bijvoorbeeld de gedeelde fascinatie voor auto’s en techniek. Daar zit een psychologische basis in: als je meer overeenkomsten met elkaar hebt, voel je ook meer onderlinge verbondenheid. Ik denk niet dat je zonder analyse snel op dat punt terecht was gekomen.’

Is er inmiddels bij de overheid en andere opdrachtgevers voldoende besef van de rol die gedragsexperts kunnen spelen?
Luesink: ‘Nou, in de vijftien jaar die we bestaan is er best veel veranderd, hoewel we nog niet het idee hebben dat gedrag in het hart van beleid is opgenomen. Wij zeggen altijd: het zou net zo vanzelfsprekend moeten zijn om een gedragsafdeling te hebben als een marketing-, juridische of ICT-afdeling. Bij de meeste bedrijven en organisaties gaat het echt over het beïnvloeden van gedrag. Het is dan vreemd als je niemand aan boord hebt die die discipline echt snapt’.

De favoriete cases van Liza Luesink en Joyce Croonen?

Het stationsplein als voortuin (Deventer)
Het plein achter station Deventer kampte jarenlang met rommel, overlast en een onaantrekkelijke uitstraling. De gemeente formuleerde de opdracht breed: ‘versterk de leefbaarheid’. Duwtje begon daarom met gesprekken met buurtbewoners. Opvallend vaak viel dezelfde uitspraak: ‘Dit is eigenlijk onze voortuin.’

Dat inzicht werd het vertrekpunt voor de interventie. Samen met buurtfotografen en bewoners werd een levensgrote fotowand gemaakt met portretten van meer dan honderd omwonenden. De wand kreeg de titel Welkom in onze voortuin. Het effect was dubbel: het vergrootte het gevoel van eigenaarschap en zorgde voor sociale controle, doordat je letterlijk werd aangekeken door buurtgenoten.

De impact was duidelijk. Metingen toonden minder vervuiling en bewoners gaven aan zich prettiger en veiliger te voelen in hun wijk.

Welkom in onze voortuin

Gezond ouder worden in Zeeland
Veel zestigplussers schuiven beslissingen over hun toekomst voor zich uit. Nadenken over gezondheid, wonen of zorg komt ‘later wel’, wat vaak te laat is. Hoe doorbreek je dat patroon?

Duwtje zette oude PTT-telefooncellen in als opvallend middel. De cellen reisden door de provincie en nodigden inwoners uit om telefonisch hun eigen advies in te spreken: Wat zou jij anderen aanraden om gezond en gelukkig ouder te worden?’ De boodschappen werden opgenomen en, met toestemming, gebruikt in radio- en socialcampagnes.

De psychologische kracht lag in het principe van zelfadvies: wie zelf iets formuleert, is eerder geneigd ernaar te handelen. Bovendien versterkten de adviezen de norm om ‘er nu al mee bezig te zijn’, doordat leeftijdsgenoten elkaar praktische tips gaven. Zo werd een beladen onderwerp luchtiger en concreter, en kregen inwoners van Zeeland letterlijk een stem in hun eigen toekomst.

Advertentie

Reacties:

Om een reactie achter te laten is een account vereist.

Inloggen Abonneer nu

Melden als ongepast

Door u gemelde berichten worden door ons verwijderd indien ze niet voldoen aan onze gebruiksvoorwaarden.

Schrijvers van gemelde berichten zien niet wie de melding heeft gedaan.

Advertentie
Advertentie

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Word lid van Adformatie

Om dit topic te kunnen volgen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Al lid? Log hier in

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen liken, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Al abonnee? Log hier in