Na jaren van bestuurlijke onrust en politieke impasse gaat Nederland opnieuw naar de stembus. De vraag is wat de marketing- en communicatiebranche nodig heeft van een nieuw kabinet om weer vooruit te kunnen. In deze aflevering van onze verkiezingsserie spreekt Adformatie met twee belangenorganisaties uit het creatieve domein: VIA, de branchevereniging voor creatieve en mediabureaus, vertegenwoordigd door voorzitter Rik Ledder, en DDMA, de branchevereniging voor data en marketing, met directeur Judith Oude Sogtoen.
Beiden maken zich sterk voor een politiek klimaat waarin creativiteit, innovatie en verantwoord datagebruik kunnen floreren — zonder overbodige regels of moralisme van bovenaf.
“Onvoorspelbaar beleid is funest voor creativiteit”
Volgens Rik Ledder (VIA) heeft het voortdurende politieke schuiven van de afgelopen jaren de creatieve sector direct geraakt. ‘Het gebrek aan bestuurlijke stabiliteit heeft geleid tot een onvoorspelbare beleidsomgeving. Regels veranderden voortdurend of werden uitgesteld, wat onzekerheid en extra complexiteit creëerde. Voor creatieve bureaus is dat funest: investeringen worden uitgesteld en innovatie komt onder druk te staan.’
Ledder wijst erop dat bureaus die voor de overheid werken vaak te maken kregen met uitgestelde campagnes zodra het kabinet demissionair werd. ‘Dat kost niet alleen geld, maar tast ook vertrouwen aan. Wat nodig is, is een consistente langetermijnkoers, met uitvoerbare en voorspelbare regels. Bedrijven die verantwoordelijkheid nemen, verdienen vertrouwen — niet nóg meer administratieve lasten.’
Technologie vraagt om vertrouwen, niet controle
Een nieuw kabinet moet volgens VIA vooral oog hebben voor toekomstbestendige richtlijnen rond technologie, en dan met name kunstmatige intelligentie. ‘Niet vanuit controle, maar vanuit vertrouwen in wat mensen kunnen maken,’ zegt Ledder. ‘Creativiteit is gebaat bij ruimte, maar ook bij kaders die beschermen zonder te verstikken.’
Daarnaast pleit hij voor beleid dat Nederland aantrekkelijk houdt voor creatief talent. ‘We concurreren wereldwijd om makers, strategen en ontwerpers. Dat vraagt om een helder vestigingsklimaat, met fiscale duidelijkheid, ruimte voor innovatie en een open blik naar internationale samenwerking.’
“Geen afkoelperiode, wél gerichte handhaving”
Judith Oude Sogtoen (DDMA) ziet een vergelijkbaar patroon van goedbedoelde maar contraproductieve regelgeving. Een voorbeeld is de voorgenomen ‘afkoelperiode’ van drie dagen voor deur- en straatverkoop. ‘Dat is een typisch voorbeeld van een nationaal initiatief dat bovenop bestaande Europese consumentenbescherming komt,’ zegt ze. ‘Het treft vooral bonafide organisaties, terwijl notoire overtreders er niet ineens wél door worden geraakt.’
Volgens Oude Sogtoen is het effect van dit soort maatregelen voorspelbaar: meer druk op bedrijven die zich wél aan de regels houden, terwijl de echte misstanden blijven bestaan. ‘DDMA pleit voor intensieve handhaving op concrete overtredingen in plaats van generieke beperkingen die de hele sector treffen. Geen afkoelperiode dus, maar effectief toezicht.’
Geen moralisme, maar maatwerk
VIA waarschuwt intussen voor algemene reclameverboden, bijvoorbeeld op producten of thema’s die politiek gevoelig liggen. ‘Hoe goedbedoeld ook, zulke verboden missen hun doel,’ stelt Ledder. ‘Ze snijden niet alleen problematische uitingen af, maar ook campagnes die juist bijdragen aan maatschappelijke vooruitgang — over duurzaamheid, mentale gezondheid of inclusie.’
De creatieve sector, zegt hij, beschikt al over een goed functionerend systeem van zelfregulering. ‘Dat is wendbaar, uitvoerbaar en kent een hoge naleving. Kies voor maatwerk, niet voor moralisme.’
Ook DDMA waarschuwt voor wetgevende overdaad. Oude Sogtoen wijst op de plannen voor een Europese Digital Fairness Act, die volgens haar leidt tot overlap en extra complexiteit. ‘Veel van de doelen van die wet — zoals het tegengaan van misleidende interfaces of “dark patterns” — vallen al onder bestaande regels. Het heeft weinig zin om er een nieuwe laag bovenop te leggen. Richt energie op effectieve handhaving binnen het huidige kader.’
Meer ruimte voor innovatie en eerlijke beloning
Den Haag kan volgens VIA veel doen om de creatieve economie te versterken — mits er politieke durf is. ‘Geef creatieve ondernemers de ruimte om te experimenteren,’ zegt Ledder. ‘Denk aan regelluwe zones, innovatievouchers of proeftuinen. Stimuleer investeringen in talentontwikkeling via fiscale prikkels en erken creativiteit als een economische én culturele motor.’
Hij benadrukt dat Nederland zich internationaal profileert als creatieve voorloper, maar dat structureel beleid nodig is om die positie te behouden. ‘Het begint bij mensen, vaardigheden en zichtbaarheid. Creatieve makers zijn de gezichten van ons innovatieve vestigingsklimaat.’
AI, talent en eigendom
De razendsnelle opkomst van AI en de toenemende prijsdruk vanuit het buitenland stellen bureaus voor nieuwe uitdagingen. Volgens Ledder ligt de sleutel bij het menselijk talent zelf. ‘Menselijke verbeeldingskracht blijft ons grootste onderscheidend vermogen. Investeer dus in jonge makers, in interdisciplinaire opleidingen en in kennisdeling tussen bureaus en onderwijs. En bescherm creatief eigendom actief, zodat talent eerlijk beloond wordt voor wat het creëert.’
Nederland moet volgens hem aantrekkelijk blijven voor creatieven uit binnen- en buitenland. ‘Maak van Nederland een plek waar je als creatief wílt werken en leven. Talent komt niet vanzelf.’
‘Breng nuance terug in het datadebat’
Ook de DDMA roept Den Haag op tot meer realisme in het privacy- en databeleid. Oude Sogtoen wijst op het recente Rathenau-rapport dat tracking zwaar bekritiseert en contextueel adverteren als alternatief naar voren schuift. ‘Contextueel is in sommige gevallen een goed middel, maar in veel situaties geen volwaardig alternatief voor gepersonaliseerde advertenties,’ zegt ze. ‘Als bereik, relevantie en meetbaarheid cruciaal zijn, moeten beleidsmakers breder durven kijken. De toekomst ligt in privacyvriendelijke personalisatie, niet in een zwart-witkeuze tussen tracking of niets.’
Volgens haar ligt de kern in vertrouwen en transparantie. ‘De kracht van data en marketing zit juist in de combinatie: relevantie voor consumenten, duidelijkheid in uitleg en zorgvuldigheid in gebruik. Alleen zo blijft de sector innovatief én maatschappelijk verantwoord.’
Dit vraagt de creatieve sector van Den Haag
1. Stabiliteit en voorspelbaarheid
Een consistente langetermijnkoers, minder regeldrift en meer vertrouwen in bedrijven die verantwoordelijkheid nemen.
2. Vertrouwen in technologie
Heldere, toekomstbestendige AI-richtlijnen — gericht op mogelijkheden, niet op controle.
3. Gerichte handhaving, geen overregulering
Stop nationale maatregelen zoals de afkoelperiode of nieuwe Digital Fairness Act; handhaaf effectief binnen bestaande Europese kaders.
4. Ruimte voor creativiteit en innovatie
Stimuleer talentontwikkeling, regelluwe experimenten en investeringen in creatief ondernemerschap.
5. Bescherm en beloon talent
Zorg voor bescherming van creatief eigendom en maak Nederland aantrekkelijk voor makers.
6. Breng nuance in het databeleid
Kies voor privacyvriendelijke personalisatie en proportioneel toezicht, in plaats van polariserende regelgeving.

Reacties:
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Abonneer nu