“Wilskracht bij afvallen wordt afgrijselijk overschat. Het komt op motivatie aan. Dat is iets anders”, liet medisch antropoloog Ivan Wolffers op twitter weten. Als dat zo is, dan zouden marketeers van veel waarde kunnen zijn in de oorlog tegen obesitas. Motivaties omzetten in gedrag is hun terrein.
We zijn dol op lijstjes. De beste scholen, de beste internetwinkels, de beste bedrijven in duurzaamheid, ze moeten allemaal in volgorde worden gezet aan de hand van objectieven standaarden en normen. Dat was allemaal zo erg niet, ware het niet dat het nog serieus genomen wordt ook. Denken in eendimensionale afrekenbaarheid doodt echter creativiteit en innovatie, want het werkt aanpassing en eenheidsworst in de hand.
Nederland heeft een paar grote merken. Sommige daarvan zijn goede doelen. WNF en War Child zijn sterkere merken dan menig A-merk in de supermarkt. De keerzijde van de onstuimige groei van de marketing van het goede doel wordt zichtbaar. Ik pleit voor een herbezinning.
We eten graag vlees, maar niet van een dier. Hoe kan dat nou!? De bio-industrie helpt een handje.
Van echte productinnovatie in de supermarkt is al jaren geen sprake meer. Het wordt tijd de bakens te verzetten. De groei zal moeten komen uit immateriële waarden. Van merken dus. Maar dan anders.
Een trend ontwikkelt zich nooit in een rechte lijn, maar eerder als een S-curve. Het dient zich dus nooit statistisch in omvang meteen substantieel aan, maar als een ontwikkeling die aanvankelijk juist diffuus, klein en vaak gebrekkig is, om ineens te exploderen in een doorbaak. Dat maakt het voorspellen lastig. Maar niet onmogelijk.
Apple is groot geworden omdat ze een 'misfit' als CEO hadden. Iemand die gek genoeg was om te denken dat hij de wereld kon veranderen. En het deed. Mooi, maar ik wil nu een ander verhaal vertellen.
Bedrijven verdienen aan het voorzien in consumentenbehoeften. Blijvende waarde creëren ze als ze ermee voorzien in maatschappelijke behoeften. Hoe kan bijvoorbeeld Douwe Egberts dat doen?
Unilever wil groeien en werkt dáárom aan duurzaamheid en MVO. Hoe werkt dat?
BeterLeven-keurmerk voor duurzaam vlees staat onder druk. De keurmeester Dierenbescherming zou niet geloofwaardig genoeg zijn; voor zowel de sector als de consument. Maar het kàn ook heel anders.
De branchevereniging van supermarkten (CBL) zegt het wel te weten hoe het moet met gezondere en duurzame voeding: minder overheidsregulering en meer marktwerking. Ik ben het daar mee eens; en voeg daar aan toe: ook supers moeten meer vanuit de klant gaan werken.
De marketing van duurzame producten is een kwestie van keuzes maken. Er zijn drie varianten: A. je richt je op bestaande duurzame consumenten, B. je verheft je huidige klantgroep naar bewust aankoopgedrag of C. je voert duurzame argumenten aan als extra bewijs voor bestaande koopmotieven voor je product en/of merk.
Milieudefensie wil het aanbod van duurzame producten in de supermarkt stimuleren. Door de dogmatische wijze waarop zij dat doen, bereikt men echter het tegendeel.
Steve Jobs van Apple is overleden. Het is natuurlijk niet voor het eerst dat een charismatische topman die de belichaming van het merk leek te zijn, een bedrijf ontvalt. Welke lessen kan Apple hieruit trekken? Het belangrijkste: Apple moet geen peer willen worden.
Maatschappelijke belangenorganisaties, ook wel ngo's genoemd, schuwen harde communicatie niet. Die activistische methoden gebruiken ze steeds meer ook tegen elkaar. Arme George Clooney zit nu tussen hamer en aanbeeld van twee strijdende visies op duurzaamheid.
Hoe kunnen we de vraag naar duurzaam voedsel een 'boost' geven? Door nieuwe categorieën van duurzaamheid op de markt te brengen.
We zijn dol op lijstjes. De beste scholen, de beste internetwinkels, de beste bedrijven in duurzaamheid, ze moeten allemaal in volgorde worden gezet aan de hand van objectieven standaarden en normen. Dat was allemaal zo erg niet, ware het niet dat het nog serieus genomen wordt ook. Denken in eendimensionale afrekenbaarheid doodt echter creativiteit en innovatie, want het werkt aanpassing en eenheidsworst in de hand. Competitie is prima. Normeren van hoe het spel gewonnen moet worden niet.