Stef Traa richtte slechts anderhalf jaar geleden – samen met Natascha Hermsen – Droppie op, de one-stop-shop voor recyclebaar, klein huishoudelijk afval. Een regelrechte hit, want nú al heeft de keten elf vestigingen in de vier grote steden. Gemeentes, de industrie en, óók niet onbelangrijk, consumenten omarmen het idee.
Je werkte eerder bij twee plantaardige vleesproducenten, Meatless Farm en Redefine Meat. Wat deed je daar?
‘Redefine Meat heeft de plantaardige steak ontwikkeld voor Loetje. Ik heb in Nederland het hele team opgezet en fabrieken in Nederland geopend. En ik was commercieel verantwoordelijk voor de relatie met de groothandel en de chefs waarmee we samenwerkten.’
Hoe is Droppie ontstaan?
‘In mijn wijk in Amsterdam-West kwam ik iedere dag bijplaatsing van afval tegen…
… bijplaatsing is een eufemisme voor mensen die te lui zijn om hun afval netjes weg te gooien?
‘Ja, klopt. In eerste instantie sprak ik af en toe mijn buren aan. En ik dacht op den duur, misschien moet ik eens kijken of ik hier breder iets mee kan, dus maatschappelijk maar ook als ondernemer. Dat was het begin van mijn afvalreis.’
Waar begin je dan?
‘Nou, ik heb er wel een tijdje op zitten broeden, met veel mensen gesproken in de afvalsector. En ik kwam er redelijk snel achter dat er best wel wat waarde zit in de materialen die we allemaal weggooien. Zo'n 16 procent van de wereldgoudvoorraad zit op dit moment bijvoorbeeld in telefoons. En dat wil je natuurlijk hergebruiken. We zijn lang goed geweest in hergebruik, tot een jaar of vijftig geleden. In mijn zoektocht kwam ik er ook achter dat het voor heel veel consumenten niet zo duidelijk is wat je kunt recyclen en waarom het belangrijk is om iets gescheiden in te leveren.’
Gaat recycling meer over bewustzijn creëren of over gedragsverandering?
‘In de basis zijn mensen inderdaad lui, denk ik, dus dat is één. Maar het gaat ook over beschikbaarheid, want als je al je afval goed wil scheiden, dan moet je naar zes of zeven locaties in je stad. Of je moet naar de milieustraat. De gedragsverandering wordt de consumenten ook echt moeilijk gemaakt.’
En hoe werkt Droppie precies?
‘We vergoeden consumenten voor goed recyclegedrag. Dus we hebben inzamelpunten waar je materialen kan inleveren. Daarmee maken we het makkelijk en laagdrempelig voor consumenten om goed te recyclen. Daarnaast proberen we het leuk te maken, je ziet bijvoorbeeld confetti in je app, zodra je weer iets hebt ingeleverd.’
Jullie hebben bedacht om verschillend afval op één locatie in te zamelen. Waarom is dit idee nooit eerder bedacht of uitgevoerd?
‘Je hebt natuurlijk wel al de milieustraat. Maar die is vaak buiten het stadcentrum. Als je geluk hebt heb je een auto, maar anders heb je een uitdaging. Dus er zijn wel soortgelijke concepten opgestart, maar nooit met de consument in gedachten.’
En wat voor materialen zamelen jullie allemaal in?
‘Statiegeld natuurlijk, maar ook textiel, e-waste, verpakkingsmateriaal, vet en olie. We digitaliseren die producten en de consument krijgt er meteen een vergoeding voor.’
En hoeveel verdienen mensen eraan?
‘Met een huishouden van twee zit je ongeveer op 110, 120 euro per jaar. En je kunt dat bedrag ook doneren aan een goed doel, zoals Just dig it, KWF of lokale initiatieven. Maar voor mensen met een kleine portemonnee is die vergoeding wel een incentive.’
Ik zag dat jullie ook opzetborstels voor elektrische tandenborstels inzamelen, ik wist niet dat dat bestond.
‘Ja, dat doen we samen met een producent. We willen kijken hoe goed dat gaat. Dat doen we ook met kurk, cartridges, koffiecups. Het mooie daaraan is, we hoeven het niet te promoten. We hebben bijna zeshonderd bezoekers per dag op deze locatie in Utrecht, die komen voor statiegeld of om een Vinted-pakketje te brengen of halen. Die zien dan wat je hier kunt achterlaten en brengen het de volgende keer mee.’
Jullie kunnen dus nog enorm groeien qua in te leveren producten?
‘Klopt, we zitten hier nu op ongeveer 22 materialen. Ik denk dat je een groot deel van de producten die je iedere dag gebruikt, kunt hergebruiken. We zien dat er ook heel veel behoefte is vanuit merken om het recyclen te stimuleren. Dus de uitdaging zit hem straks vooral in: hoe krijg je het logistiek voor elkaar?’
Iedereen werkt graag met jullie samen?
‘Ja, én de consument. We zijn nu veertien maanden bezig en er zijn al ruim 40.000 huishoudens die deelnemen aan Droppie. En we doen veel onderzoek naar de gebruikers. Bijvoorbeeld in hoeverre ze bereid zijn om te reizen naar een Droppie. Voor merken lossen we inderdaad ook een probleem op. En voor partijen als Statiegeld Nederland en WeCycle, omdat we ze helpen inzamelen. En de gemeenten worden geholpen, omdat we óók materialen van straat af helpen halen. Wat wij noemen de “professionele inzamelaars”, die brengen niet alleen statiegeld terug, maar nemen ook elektronica van de bijplaatsing mee. Daarmee hebben we dus ook impact op hoe schoon onze wijken zijn.’
Worden jullie benaderd door gemeenten met de vraag om ook bij hen een vestiging te openen?
‘Ja, vanuit heel Nederland. Dus we zijn aan het kijken hoe we daar invulling aan kunnen geven. Maar de eerste vraag is wel altijd: what's in it for us? Want tot nu toe hebben we het altijd gedaan zonder hulp van de gemeente. Behalve dan de gemeente Amsterdam, die heeft ons helpen opstarten.’
Daarover gesproken. Jullie hebben een startup booster gedaan van het Amsterdam Institute of Advanced Metropolitan Solutions
(AMS). Hoe was dat?
‘Ja, klopt, AMS is een samenwerking tussen de gemeente Amsterdam, MIT, Universiteit Wageningen en TU Delft. We hadden twee hele goede mentoren in dat programma. Dat heeft ons structuur gegeven en vooral contact met de gemeente en een netwerk eromheen. Het is sowieso leuk natuurlijk om met andere ondernemers in contact te komen en ideeën op elkaar te kaatsen. Maar hiervóór heb ik bij drie startups gewerkt, dus helemaal nieuw was het ook niet voor me. En Natascha, mijn co-founder, heeft innovatie gedaan bij Deloitte. Daarom wisten we bijvoorbeeld dat we vanaf dag één gewoon moesten gaan testen. We hebben op het Marineterrein in Amsterdam (waar AMS gevestigd is, WB) al heel snel een container geplaatst waar consumenten afval konden inleveren.’
Jullie willen nog flink groeien, wat zijn precies de ambities?
‘De komende twee jaar willen we doorgroeien naar zeventig locaties in Nederland. Daar zijn we druk mee bezig. In juni hebben we zes winkels geopend in één maand, dus we hebben laten zien dat we redelijk snel kunnen opschalen.’
Is het lastig om locaties te vinden?
‘Niet echt, omdat we kunnen starten in een pand vanaf 100 vierkante meter. We passen dus in een gewoon winkelpand.’
Even over het merk, voor mij was de naam Droppie meteen raak. Een omarmbare naam en tegelijk refererend naar de functie; je afval ‘dropppen’. Was die naam makkelijk bedacht?
‘Ja, die naam had ik samen met Natascha snel bedacht. Maar het hele concept eromheen, daar hebben we best wel wat tijd en liefde ingestoken. We zijn namelijk een consumentenmerk aan het bouwen en dat is uniek in de afvalsector. Daarom zijn we zoveel mogelijk weggebleven van wat je associeert met recycling. Als je bijvoorbeeld kijkt naar alle grote recyclebedrijven in Nederland, hun kleuren zijn altijd lichtblauw, lichtgroen, wit. En altijd met een cirkel erin. Wij hebben gezegd, dit merk moet leuk en herkenbaar zijn. En wegblijven van alles wat je associeert met recycling. Daarom is onze huisstijlkleur zalmroze. Dat is ook iets dat ik leerde bij Redefine Meat. We zeiden daar: we zijn new meat, niet vegan of vegetarisch. En daardoor zag je dat we hele andere doelgroepen aanspraken, zoals sterrenchefs en zelfs slagers. Dat is wat we ook met Droppie doen, het gaat niet primair over recyclen of circulariteit, de consument moet er gewoon een fijn gevoel bij hebben.’
En waar staat jullie merk nog meer voor?
‘We zijn ook bezig met educatie, want de informatievoorziening is echt ondermaats. Of de gemeente geeft je een PDF van 28 pagina’s. Dat leest niemand natuurlijk. Wat wij proberen is om bite-sized
information in de app en in de winkel te delen, dan wordt het voor veel mensen minder eng om die kennis op te doen. Daarnaast organiseren we community events, zoals clean-ups. En in de winkel hebben we ook gesprekjes met mensen, om ze mee te nemen in ons verhaal. En dan zie je dat ze heel snel leren. We hebben bijvoorbeeld in een paar maanden tijd de kwaliteit van het ingeleverde plastic veel beter gekregen. Als we ze één keer vertellen dat ze het eten uit het plastic moeten verwijderen, dan doen ze dat de volgende keer.’
Jullie zijn flink ambitieus, maar willen niet afhankelijk zijn van gemeentes, hoe bekostigen jullie de groei?
‘We spreken op dit moment met een aantal impactfondsen. Zodat we kunnen groeien van 40.000 huishoudens vandaag naar 250.000 huishoudens eind 2027. En daarna willen we doorgroeien naar een half miljoen.’
Het is eigenlijk wel heel bijzonder hoeveel partijen kunnen inpluggen op jullie concept.
‘Zeker. Zodra we een logistiek netwerk hebben van Droppie-punten, dan kan eigenlijk ieder bedrijf aanhaken. En iedere grote organisatie is momenteel bezig met de vraag: hoe krijg ik mijn verpakking of end-of-life product terug? Dus over die groei maak ik me het minste zorgen.’
In de serie merkpioniers gaat merkstrateeg Wouter Boon op bezoek bij merken van de markten van morgen. Luister het volledige interview via merkpioniers.nl of een van de bekende podcastplatforms.

Reacties:
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Abonneer nu